Bij oecumene gaat het eigen belang of zelfbehoud bij samenwerking nog vaak te zeer voorop. Het behoort om daadwerkelijke toenadering te gaan. Dat zegt priester Henk (H.Th.M.) van Doorn in Utrechtse Stemmen bij zijn afscheid van de Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken.
Henk van Doorn hoopt de komende vier jaar zijn krachten te wijden aan de Katholieke Vereniging voor Oecumene. De Nederlandse bisschoppen benoemden hem onlangs tot voorzitter van deze vereniging. De vereniging adviseert de bisschoppen en wil tegelijk de basis van de oecumene bevorderen door het organiseren van conferenties en het aanbieden van cursussen. De Raad van Kerken in Nederland werkt op talloze fronten samen met deze vereniging.
In Utrechtse Stemmen verwoordt Henk van Doorn zijn visie op de oecumenische ontwikkelingen. Van Doorn: ‘Christenen geloven voor 80 procent hetzelfde en dat vergeten we maar al te vaak. Ook wordt de oecumene te vaak overgelaten aan enkele idealisten. Daarmee wordt de oecumene door kerken als het ware geparkeerd en niet breed gedragen’.
Volgens Henk van Doorn impliceert oecumene het durven formuleren van zelfkritiek. ‘Als we daadwerkelijk zoeken naar wegen van eenheid komen we tot verrassende uitkomsten. Dan beantwoorden we meer aan de roep vanuit het evangelie om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar en voor de samenleving. Dan komen we misschien wel uit bij een pacifistische wereld, bij integratie van culturen, bij gezamenlijke catechese, bij gezamenlijke kerkdiensten en erkenning van elkaars sacramenten – ook al zal dat nog niet voor alle sacramenten gelden – , bij duurzame ontwikkelingen, misschien worden we dan wel vegetariërs, wereldwijd afschaffen van de doodstraf. Het gaat erom dat de kerken dat soort processen met elkaar doordenken en bevorderen’.
Van Doorn trekt een parallel met de geschiedenis: ‘Als de kerken in de zestiende en de zeventiende eeuw geen verzet hadden geboden tegen de slavenhandel, zou de afschaffing van de slavernij langer hebben geduurd. En als de kerken zich niet zo duidelijk tegen de apartheid hadden uitgesproken, zou Zuid-Afrika er nu misschien nog niet van bevrijd zijn. Als de kerken in Oost-Europa zich niet hadden verzet tegen de dictaturen, gingen veel communistische landen er nog onder gebukt. Nu de katholieke kerk zich enkele jaren geleden tegen de doodstraf heeft verklaard, komt ook de wereldwijde afschaffing hiervan dichterbij’.
Henk van Doorn doet niet mee in de kritiek op de kerkleiding als zou men te weinig belangstelling hebben voor oecumene. Hij benadert het van een andere kant: ‘Ik merk dat de leiding van kerken soms meer bezig is met oecumene dan de kerkleden aan de basis’. Van Doorns droom, aldus Utrechtse Stemmen, is dat christenen in straten en buurten elkaar opzoeken en met elkaar in gesprek gaan, de psalmen beleven en bidden. Dat het oecumenische gedachtengoed onder de leiding van kerken nog steeds leeft, leidt Van Doorn bijvoorbeeld af uit de gezamenlijke verklaring over de rechtvaardigingsleer van het Vaticaan en de Lutherse kerk. Over wat eeuwen geleden verdeeldheid opriep is nu overeenstemming. Ook Sibiu, waar hij in 2007 de Europese Oecumenische Assemblee bijwoonde, stond in het teken van de toenadering tussen Oosterse en Westerse kerken. In dat verband put hij hoop uit de verkiezing van patriarch Kirill tot hoofd van de Russisch-orthodoxe kerk.