In het kader van de gespreksronde die een delegatie van de Raad voert met de diverse (aspirant)lidkerken vond een gesprek plaats tussen de Raad en het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers). Dit gesprek vond plaats in het gebouw van het Genootschap in de Vossiusstraat in Amsterdam.dichtbij het Vondelpark. Van de zijde van de Quakers waren aanwezig Marianne IJspeert (zij publiceerde een informatief boek over de Quakers), Kees Nieuwerth (hij is momenteel “Schrijver”d.w.z. secretaris/voorzitter van de Nederlandse Quakers), Tjeerd Dibbits (destijds voorzitter van de Sectie Educatie van de Raad van Kerken) en Nel Bennema (o.m. redactielid van het maandblad van de Quakers).
Met ongeveer honderdvijftig Vrienden, kinderen en belangstellenden vormt het Religieus Genootschap der Vrienden (1650) de kleinste lidkerk van de Raad. Quakers komen op enkele plaatsen in Nederland bijeen in een “maandvergadering”(plaatselijke gemeente), bijvoorbeeld in Amsterdam, Den Haag, Groningen en Bennekom. Wereldwijd zijn er echter wel 300.000 Quakers, onder meer in andere Europese landen, de Verenigde Staten, Zuid Amerika, Afrika, Azië, het Midden Oosten, Australië en Nieuw Zeeland.
Quakers hebben met elkaar gemeen dat ze afzien van allerlei formele leerstellige omschrijvingen van het geloof. Het ‘inwaartse Licht’ is belangrijk, de directe inspiratie door de Heilige Geest. Stilte speelt een belangrijke rol in de samenkomsten, naar het woord in de Psalmen: ‘Wees stil en weet dat ik God ben’. ‘We proberen de Stilte gezamenlijk te beleven en Gods aanwezigheid te ervaren’, aldus de Quakers. Quakers kennen geen leiders, geen voorgangers, geen liturgie of ceremonieel. De organisatie is zeer plat en besluitvorming vind altijd plaats bij consensus, het gezamenlijk gevoelen geleid te worden in een besluit.
Het Genootschap der Vrienden probeert de vorm tot een minimum te beperken. Sacramenten zijn als het ware verinnerlijkt. Quakers wachten in stilte op inspiratie van binnenuit, bij goddelijke ingeving. Overigens houdt die inspiratie eigenlijk ook altijd het onderkennen van de maatschappelijke verantwoordelijkheid in, het ‘handelend in de wereld staan’.
De mystiek bij de Quakers heeft een gemeenschappelijk, corporatief karakter.
Als enig kerkgenootschap heeft het Genootschap der Vrienden in 1948 ooit de Nobelprijs voor de Vrede gekregen voor haar hulp en verzoeningswerk direct na de Tweede Wereldoorlog . Dit onderstreept het belang dat gehecht wordt aan het radicaal pacifisme in de kring van de Quakers, als één der ‘historische Vredeskerken’. Juist deze keuze voor geweldloosheid schiep vaak ruimte voor hulpwerk aan beide zijden in conflictgebieden.
De Quakers zijn ook erkend als Non-gouvernementele organisatie door de Verenigde Naties en hebben lobby bureaus bij de VN in New York en Geneve, maar ook bij de EU in Brussel.
Achter de schermen spannen zij zich in voor rechtvaardiger economische verhoudingen, mensenrechten, ontwapening en vrede in onze wereld.
In het gesprek ging het vanzelfsprekend ook over de mogelijkheden van de kleine kerken binnen de Raad van Kerken. Het is gewenst ook de visie van de kleine kerken onder woorden te brengen, zeker waar zij een minderheidsstandpunt innemen, benadrukten de Quakers.
Het Genootschap heeft om het ontbreken van die verwoording destijds afscheid genomen van het IKV, vooral toen daar meer vanuit de gedachte van de ‘rechtvaardige oorlog’ werd geredeneerd. Immers voor de Quakers kan het doel nooit de middelen heiligen!
Foto boven: De maaltijd tijdens het gesprek; v.l.n.r. Tjeerd Dibbits, Nel Bennema (amper zichtbaar), Kees Nieuwerth, Marianne IJspeert, Henk van Hout (voorzitter van de Raad).
Foto onder: Plaats van samenkomst van de Vrienden in Amsterdam aan de Vossiusstraat 20.