Misschien moeten we wel tot een agendascheiding overgaan. De klassieke vragen over ambt en sacramenten zijn voor de liefhebbers. En met de spirituele, missionaire en culturele vragen gaan we de markt op. Tot die gedachte kwam prof. dr. Leo Koffeman, voorzitter van de Beraadgroep Geloof en kerkelijke gemeenschap bij de ontmoeting met de provinciale Raden van Kerken.
Gesproken werd over het rapport ‘Het doel is de weg’, over de samenwerking tussen de diverse kerken. De lidkerken kunnen reageren op het document tot 1 januari. Daarna zal het hernieuwd in de Raad aan de orde komen. En mogelijk dat het daarna in bewerkte vorm breder verspreid wordt. Ter vergadering werd gepeild of het voor plaatselijke en regionale raden een zinvol document is.
Koffeman vertelde dat de oecumene mogelijk deels toe is aan een nieuwe agenda. Hij maakte daarbij onderscheid tussen het publieke debat over grote spirituele vragen en het debat over de klassieke thema’s waar voor het oog van de buitenwacht weinig beweging in zit. Dat laatste debat zou zich misschien wat meer binnen de kerken kunnen voltrekken.
Koffeman benadrukte dat men niet het hele document uitputtend hoeft te bespreken. Men kan onderdelen bij de kop pakken. Uit ervaringen met studenten vertelde Koffeman dat men daar steevast inhaakte op een zinnetje waar staat dat de Heilige Geest ook werkt in andere religies. Verschillende aanwezigen benadrukten dat de interne kerkelijke discussies bij de buitenwacht minder tot de verbeelding spreken dan de grote interreligieuze vragen en de algemene vragen naar Gods aanwezigheid in het leven.
Koffeman herkende de opmerking. ‘Ooit zei iemand uit de Molukken bij een ontmoeting: Het grote verschil tussen Nederlanders en Molukkers is dat jullie je kunnen voorstellen dat God er niet zou zijn’.
Een andere deelnemer deed de suggestie om nog eens te kijken naar de opbouw van het document ‘Het doel is de weg’. Er komen drie aspecten aan de orde, te weten: het interconfessionele gesprek, de sociaal-geëngageerde oecumene en de spirituele oecumene. Wellicht zou het de toegankelijkheid ten goede komen als de volgorde werd omgedraaid, zo suggereerde men.
Kerkennacht
De ontmoeting tussen de landelijke Raad van Kerken en de provinciale Raden vindt jaarlijks plaats. De deelnemers wisselen wederzijds de ervaringen uit en doen suggesties voor het beleid. Op de suggestie van de landelijke Raad om het fenomeen ‘kerkennacht’ te stimuleren, reageerden de regio’s positief. Mensen uit Rotterdam en Utrecht, waar ervaring is opgedaan met de kerkennacht, adviseerden om in de buurt van de 21ste juni te gaan zitten, maar dan niet op de zaterdagnacht, maar op de daarvoor liggende vrijdag. Dat is handiger in verband met het weer herstellen van de kerkelijke ruimten voor de zondagse vieringen.
Een vertegenwoordiger uit Rotterdam vertelde dat er in de havenstad destijds voor het evenement een aantrekkelijke subsidie is geweest van de overheid. Utrecht berichtte dat het in de toekomst weer een kerkennacht zal organiseren. En ter vergadering werd meegedeeld dat komend jaar naast Den Haag Emmen een kerkennacht zal houden.
Basiscursus
Een vertegenwoordiger van de provincie Utrecht reageerde positief op het voorstel om een basiscursus te ontwikkelen voor (nieuwe) leden van plaatselijke raden van kerken. Er zijn weliswaar gedegen theologisch onderbouwde cursussen van vier avonden van de Katholieke Vereniging voor de Oecumene. Maar een entreecursus zou laagdrempeliger van karakter kunnen zijn en slechts één dagdeel kunnen beslaan.
Bij de inventarisatie van de activiteiten in de provincies kwam onder meer naar voren dat vele provincies zich bezighouden met interreligieuze contacten. Het blijkt daarbij moeilijk om de vertegenwoordiging van islamitische zijde op evenredig niveau te krijgen. De provincies besteden veel aandacht aan het netwerk. In Zuid-Holland heeft men meer dan twintig plaatselijke raden bezocht; in Utrecht zijn alle 34 raden met een bezoek vereerd; in Groningen-Drenthe heeft men verschillende kerkbladen doorgelicht en is men nu bezig met het toetsen van de websites; terwijl men in Flevoland van plan is het digitale netwerk te verstevigen. In de Limburgse Parkstad heeft de locale oecumene een nieuwe impuls gekregen, onder meer met de start van een nieuw kwartaalblad.
Nieuwe voorzitter
Pastoor Henk van Doorn uit De Bilt woonde de vergadering bij. Hij is sinds enkele dagen de officiële nieuwe voorzitter van de Katholieke Vereniging voor de Oecumene. Van Doorn is tot het einde van het jaar nog voorzitter van het Stedelijk Beraad van Kerken in Utrecht en hij was in het verleden onder meer voorzitter van de Provinciale Raad van Kerken in Overijssel.
Foto’s:
Boven: Pastoor Henk van Doorn, de nieuwe voorzitter van de Katholieke Vereniging voor de Oecumene.
Midden: Ben Sleumer (Groningen-Drenthe) en Frans Zwarts (bisdom Utrecht) begroeten elkaar.
Onder: Ko van de Lagemaat (Parkstad) kijkt in het uitgereikte materiaal.