‘Een gezamenlijk gebed om de eenheid is op zichzelf al een ervaring van eenheid’. Zo reageerde ds. Suzanne Freytag van de Protestantse Kerk in Nederland bij een vergadering van de Raad van Kerken op 12 november in Utrecht. Aan de orde was de Week van Gebed voor eenheid van de christenen.
Mgr. Jan van Burgsteden, co-referent vanuit de bisschoppenconferentie, citeerde in dezelfde lijn een liturgisch formulier, waarin de gelovige tot God bidt: ‘Gij hebt onze lofprijzing niet nodig, maar het draagt bij tot ons heil’. En drs. Pieter Kohnen, beleidsmedewerker van de Rooms-Katholieke Kerk vertelde dat hij het gezamenlijk gebed van de raadsleden aan het begin van een vergadering in toenemende mate beleeft als ‘een heilzame ervaring, waarbij we uitdrukken dat we op dezelfde golflengte zitten’.
De vertegenwoordiger vanuit de Remonstrantse Broederschap ds. Foeke Knoppers noemde het van belang om bij het gebed de voorbeden een duidelijke plaats te geven. Ds. Gerrit de Fijter, preses van de synode van de Protestantse Kerk in Nederland, was weer aanwezig na een ingrijpende ziekte. In die periode had hij de voorbede van anderen als verlichtend ervaren. Hij noemde als centrale gedachte voor het gebed de dankzegging. Hij ging in op het aspect van de verantwoordelijkheid die volgt op het gebed. ‘Het gebed is een gevaarlijke en risicovolle onderneming want je stelt jezelf ook de vraag of je bereid bent je eigen positie op te geven’. Mgr. Joris Vercammen haalde het aspect van de gastvrijheid aan. ‘Bidden is gastvrijheid verlenen aan God, en je merkt vervolgens dat Onze Lieve Heer allerlei andere mensen meeneemt in het gebed. Bidden brengt daarmee een gezonde spanning te weeg’.
Ds. Jeroen Tuinstra van de Zevende-dags Adventisten sprak zijn waardering uit voor de samenwerking van de Raad van Kerken en de Evangelische Alliantie. Hij stelde vast dat een notie uit charismatische kring minder sterk aanwezig is bij raadsdocumenten, namelijk die waarin het gebed als hartekreet gekoppeld is aan een directe verhoring. In oecumenische kring is het gebed meer verbonden met een leefwijze in het algemeen.
Yosé Hóhne-Sparboth bracht in dat het gebed niet per se aan een waterval van woorden hoeft te zijn gekoppeld. ‘Al verbaliserend kunnen we onszelf ook in de weg staan’.
Jochem Sprenger was aanwezig bij de besprekingen als ambassadeur. Hij noemde de bespreking openhartig en de inbreng zeer divers. Het gebed was in brede zin geagendeerd.
De conclusies van het gesprek samenvattend stelde de voorzitter Henk van Hout dat er praktische suggesties zijn binnengekomen voor de week van gebed, waaronder de mogelijkheid om een zelfde tekst voor het gebed van eenheid aan te reiken aan de kerken om die op hetzelfde tijdstip te bidden. En ook de wens om één of meer vieringen via de media te verspreiden.
De Raad van Kerken sprak verder over de nieuw te vormen beraadgroep ‘Samenlevingsvragen’. De Raad stelde de begroting vast voor 2009 en wisselde van gedachten over de meerjarenbegroting. Er konden opnieuw enkele ambassadeurs voor de oecumene worden benoemd.
Fotobijschriften:
Foto boven: Jochem Sprenger in de pauze van de raadsvergadering, rechts nog net zichtbaar de voorzitter Henk van Hout.
Foto onder: v.l.n.r. Magdy Ramzy, priester Saliba Antonios, Marianne IJspeert, mgr. Joris Vercammen, Jochem Sprenger, ds. Foeke Knoppers.