Oecumene anno nu

Die vraag krijgt extra aandacht aansluitend bij het jubileum van de Raad van Kerken in Nederland, waar het thema was ‘opdat zij allen één zijn’. Ds. Margarithe Veen, oud-student van Bossey en werkzaam in Den Haag, formuleerde een antwoord. Misschien daagt het anderen uit om ook iets op de tekstverwerker te zetten. Margarithe Veen is onder meer lid van de Beraadgroep Geloof en Kerkelijke Gemeenschap van de Raad. Ze schrijft op persoonlijke titel als bijdrage in een discussie. In het verleden is ze onder meer voorzitster geweest van de Raad van Kerken in Friesland.

“Eén van de zorgen mijns inziens is de enorme kloof tussen de Raad en de oecumene aan de basis. En naast de problemen en zorg voor de oecumene heeft de oecumene aan de basis soms weinig feeling met de Raad, omdat de Raad te weinig zichtbaar is in haar aanwezigheid bij hen.

Mijn pleidooi zou dan ook zijn: laten we als Raad van Kerken niet enkel kijken naar de internationale overleggen, maar ook eens de moeite nemen om in kaart te brengen wie er allang ‘gewoon’ hun werk doen voor de oecumene.  Ik denk aan de vele voorzitters en secretarissen van de plaatselijke raden van kerken die soms ontzettend veel (vrijwilligers) werk verrichten. Aan de vele voorgangers die meestal de trekkers van een oecumenisch proces in hun plaats/omgeving zijn. Is daar altijd oog voor vanuit de Landelijke Raad? Ik zie nu ook de prachtige foto’s voor me van de oecumenische viering in Venlo ter gelegenheid van 40 jaar Raad van Kerken. Fantastisch! Met andere woorden: er zijn nog velen die wel worden getrokken, blijven opstaan (!) en beweging worden gezet voor die oecumenische krachten – als navolgers van Christus één willen zijn in Hem!

Een dooddoener is het echter het volgende: Ik herinner mij een uitspraken van ds. Fennema op een provinciale ontmoetingsdag in Amersfoort. Het zal 2005 geweest zijn. Ik was daar uiteindelijk toch maar vanuit Schettens (Friesland) naar toe gereisd als voorzitter van de Raad van Kerken in Friesland in die enorm drukke decemberdagen met voorbereidingen voor een bepaald hoeveelheid kerstvieringen in beide gemeenten (waar 2e Kerstdag ook nog gevierd werd). Enkel: ik ben teleurgesteld weer naar huis gegaan. Want wat was de teneur: de Landelijke Raad wist zich eigenlijk geen ‘raad’ met de Provinciale Raden! Organisatorisch zouden of konden ze er eigenlijk niet zijn … iets van dien aard. En dat, terwijl er eindeloos geklaagd werd over de dood van de oecumene, terwijl diezelfde oecumene springlevend was in Friesland. Niet enkel binnen de Provinciale Friese Raad, maar ook ín de Friese samenleving – ook met grote dank aan de enorme inzet van mensen als ds. Corry Nicolay en ds. Dini Stavenga – v.d. Waals! Blijkbaar was dat ‘iets’ in Friesland, ver weg, waar de Raad verder niets mee had. En dat terwijl we nog steeds ’trots’ zijn op ons jaarverslag o.a. ook van 2004.

Het zou de moeite waard zijn dat de Landelijke Raad écht in kaart brengt wat allang of nog steeds aan oecumene beleefd wordt. Misschien ook in nieuwe vormen, zoals bruggen die worden geslagen met niet-traditionele kerken of misschien ook bruggen met niet-kerkelijke organisaties maar die zich wel bezighouden met vrede, recht en zorg voor al wat leeft.

Maar ik ga er ook vanuit dat wij als oecumenische beweging oog houden voor de noodzaak dat – en ik citeer uit het schrijven van ‘Het doel is de weg’ van de Beraadgroep Geloof en Kerkelijke Gemeenschap – ‘de oecumenische beweging fundamenteel missionair [is]. Zij staat onder het voorteken van Gods liefde voor de wereld die zich heeft gemanifesteerd in de zending van de Zoon en zich tot vandaag manifesteert in de zending van zijn Geest (missio Dei). […] Hun (= de kerken) geloofwaardigheid is relevant voor de geloofwaardigheid van hun verkondiging. Dit missionaire aspect van kerk en oecumene impliceert zowel gemeenschapsvorming als gezamenlijk getuigenis en gezamenlijke dienst. Het werken aan één leefbare wereld (oikoumenè), het winnen van mensen voor de navolging van Christus, het bouwen aan een wereldwijde gemeenschap van allen die op die weg willen gaan, en het streven naar zichtbare eenheid in geloof, christelijk leven en kerkelijk beleid dienen elkaar voortdurend te bepalen.’
 
Concluderend hoop ik dat de Raad ook samenwerking gaat zoeken met ál die oecumenische organisaties die het als oecumene in praktijk (nog steeds) prima doen. Ik denk aan Solidaridad, Oikos, Oikocredit, Bossey etc.  Maar ook oog heeft voor nieuwe ontwikkelingen, zoals misschien de nieuwe opzet in Amersfoort Vathorst.

En ik zou er wat in zien wanneer de Raad samenbrengt wat er in Nederland allang of opnieuw aan prachtige oecumene gebeurt en daarbij oog houdt voor de vragen die leven binnen de oecumenische beweging. Dit kan ook prima in combinatie met de nieuwe notitie “Het doel is de weg. Over de voortgang van de oecumene” van de Beraadgroep Geloof en Kerkelijke Gemeenschap.

Laten we niet voorbij gaan aan de oecumene van vandaag! Mannen en vrouwen die allang willen wandelen op een weg van het bijbelse visioen van vrede, gerechtigheid en zorg voor al wat heeft. Laten we elkaar op die weg blijven zoeken en weten te vinden, al doende, al lerende van elkaar, al biddende en vierende met elkaar. (Ik kom toch altijd weer uit bij woorden van Anton Houtepen …!).”