Het licht van de viering was nog niet ontstoken of de hemelsluizen gingen open. Het hemelwater goot zich uit over de bezoekers van het Rembrandtplein. Het overkwam ons op zondag 3 augustus in het hartje van Amsterdam. Ik had me gevoegd onder de bezoekers van een oecumenische openluchtviering. De viering begon met regen. Het noodzaakte de samengekomen mensen om de vredesgroet aan het begin niet slechts met een hand te onderstrepen, maar ook intiemer elkaars nabijheid te zoeken onder de paraplu’s. Pas na het gebed stopte de regen en breidde het aantal bezoekers zich uit totdat er meer dan 200 liturgieën waren uitgedeeld.
Ik had de zondag uitgekozen om midden in mijn vakantie toch een deel van het programma van de Gay Pride bij te wonen. De organisatie had de Raad van Kerken niet apart genodigd. Ik ging op persoonlijke titel. Ik had het gevoel te moeten afreizen naar Amsterdam, zeker ook vanwege de keuze voor het bijbelse thema. Ik wilde loyaliteit tonen; en zichtbaar maken dat mensen uit de kerken zich betrokken voelen bij spirituele inspanningen van geloofsgenoten. Als Plasterk zich op een schip door de grachten laat varen, moet het voor een predikant mogelijk zijn zich op zondagochtend te wagen aan een moment van aandacht voor de God van Israël. Dat Adam iemand tegenover zich krijgt, voelt als een erkenning van onze gevoelens om niet eenzaam door het leven te hoeven gaan, vertelde Frans Bossink. Later zou Kees Posthumus – naast Frans en Corine Sloots – de derde inleider – zeggen dat bijbelverhalen hem inspireren in onder meer zijn coming-out als homoseksueel. Hij noemde het motief van de uittocht, en de schepping en de opstanding. Het zijn verhalen die gaan over het uittreden vanuit de duisternis naar het licht.
Misschien raar om te zeggen, maar ik had een wildere liturgie verwacht. De verschillende onderdelen waren herkenbaar, ook binnen de kerkmuren. Gebed, schriftlezingen. Iemand las uit een roze bijbel Hooglied en natuurlijk 1 Korinthiërs 13, aansluitend bij het thema van de Gay-parade ‘Geloof, hoop en liefde’. De liederen zouden in menige kerk of parochie direct meegezonden kunnen worden; van Taizé (‘Ubi caritas’) tot het in EO-kringen veelvuldig vertolkte ‘Heer, uw licht en uw liefde schijnen’. Het geslacht van God in de persoonlijke voornaamwoorden was aangepast. En zo zongen we in de ene zin over ‘zijn aangezicht’ en in de volgende zin over het bestormen van ‘haar’ met onze vragen. De kunstenares Anne Koolschijn maakte tijdens de viering een drieluik over het thema. De regen aan het begin van de viering liet de verf onverwacht uitlopen. Maar de artieste was niet voor één gat te vangen en verwerkte de eigenzinnigheid van de omgeving handig in de bijgestelde compositie.
In oecumenische vieringen is er nogal eens discussie over het karakter van de ontmoeting. Meditatie en gebed zijn onomstreden. Maar wat te doen met de symboliek? De organisatoren – het Werkverband van Katholieke Homo-Pastores, de Stichting Landelijk KoördinatiePunt groepen kerk en homoseksualiteit en de Stichting Evangelische Roze Vieringen – hadden dat handig opgelost. Na de zegen was er informeel contact waar een glas Kaapse Pracht of druivensap genuttigd kon worden. ‘Liefdesdrank’ noemt een woordvoerder van de organisatie het. En zo zal het de deelnemers ongetwijfeld hebben gesmaakt.
Ik heb ook de vrijheid genomen van het rode vocht te nippen. Al was het een dronk in alle bescheidenheid. Want iedereen die een beetje thuis is in Mokum weet dat er bij de kerken zeer verschillend over homoseksualiteit wordt gedacht. De Remonstranten en de Protestantse Kerk om twee voorbeelden te noemen kennen zoiets als een zegen voor samenlevingsvormen van homoseksuelen; andere kerken – ook lid van de Raad – hebben moeite met homoseksualiteit. Maar onder het oog van Rembrandt in het hart van Amsterdam smaakte de wijn goed; het gaf warmte na de regen. En soms kan je een symbool gebruiken om de zaak waarvoor het symbool staat, de liefde, verder op te wekken.
KvdK