Week van gebed 2009: De oecumenische situatie in Korea

1. Het Koreaanse volk: een geschiedenis van 5000 jaar

Kennis van de bijzondere geschiedenis van de Koreaanse natie is nodig voor een goed begrip van de oecumenische situatie in Korea.

Korea, gesticht in 2333 voor Christus door Dankun, heeft zich 5000 jaar als een raciaal homogeen volk weten te handhaven. Hoewel het land gedurende de eerste 2000 jaar ernstig bedreigd werd door China, behield Korea haar waardigheid en vrijheid als volk. Vanaf de 1e eeuw voor Christus tot aan de 7e eeuw kende Korea verschillende dynastieën: Kokuryeo, Pajkje en Shilla. Deze dynastieën vormden de periode van de Drie Koninkrijken (Samkuk) in de Koreaanse geschiedenis: in het noorden werd de Balhae Dynastie in de 10e eeuw opgevolgd door de Koryo Dynastie die in de 14e eeuw werd opgevolgd door de Chosun Dynastie. Door de eeuwen heen was Korea een homogene en cultureel hoogstaande natie.

Met de oprichting van het Koreaanse Rijk (Daehan Jeguk) in 1897 begint de moderne geschiedenis van Korea. Tussen 1910 en 1945 stond Korea onder Japanse bezetting. De Koreanen verloren nooit de hoop en bleven vechten voor hun vrijheid. Hun inspanningen leidden uiteindelijk tot de bevrijding van de Japanse bezetting in 1945 aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Deze geschiedenis weerspiegelt het lot van Korea: omdat haar ligging in geopolitiek opzicht erg belangrijk is, heeft het land te kampen gehad met veel invasies en invloed van de grootmachten.

Korea had ook te kampen met interne conflicten op basis van verschillende ideologieën. Na veel jaren van ideologische strijd werd in het Noorden de Democratische Volks Republiek van Korea, gebaseerd op het communisme, opgericht. In het Zuiden werd de Republiek van Korea, gebaseerd op democratie en vrijheid,  gevestigd. Het conflict en de confrontaties tussen de ideologieën leidde tot de tragedie van de Koreaanse oorlog (1950-1953) die aan veel mensen het leven kostte. In 1953 werd een wapenstilstand gesloten en de grens tussen Noord en Zuid Korea en de gedemilitariseerde zone werd het zichtbare symbool van de tragedie van de Koreaanse geschiedenis.

Door de oorlog en de nasleep ervan werden raakten 10 miljoen families verdeeld. Onlangs werd deze families op beperkte schaal toegestaan om elkaar te ontmoeten. Maar de meeste families weten niet eens of hun familieleden aan de andere kant van de grens in leven zijn of niet. De pijn van deze families raakt het hart van iedere Koreaan; het is een diepe wond in het eergevoel en de identiteit van het volk.

2. Noord en Zuid op weg naar verzoening en samenwerking

Op 4 juli 1972 beleefde het Koreaanse schiereiland een historisch moment. De gezamenlijke verklaring die op die datum werd gegeven, veranderde de sfeer van conflict en vijandschap, maakte een eind aan wederzijdse beschimpingen en faciliteert de dialoog en de praktische stappen op de weg naar de nationale eenwording als een gezamenlijke taak.

De Wereldraad van Kerken en de Rooms-katholieke Kerk hebben ook een grote betrokkenheid getoond in het bevorderen van de vrede en het verbeteren van de gespannen relaties. In 1988 publiceerde de Algemene Vergadering van de Nationale Raad van Kerken in Korea ‘De Verklaring van de Koreaanse Kerken over Nationale Hereniging en Vrede’ en organiseerde de Katholieke Bisschoppenconferentie van Korea de ‘Commissie voor Nationale Verzoening’. Na deze gebeurtenis werden er verschillende kerken (zoals de Changchungdang Katholieke Kerk en de Chilkok Kerk) in Noord-Korea opgericht waar diensten gehouden worden.

In deze context heeft de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, KIM Dae-Jung, een voormalige president van de Republiek van Korea, een ontmoeting gehad met de Noord-Koreaanse leider, KIM Jong-II. De uitkomst van deze ontmoeting was de gezamenlijke verklaring van 15 juni 2000. Dit versterkte de Zuid-Koreaanse regering in haar ‘zonneschijn-politiek’ naar het Noorden. Desalniettemin, de situatie in de gedemilitariseerde zone laat het hoge niveau van spanningen tussen Noord en Zuid zien. Inspanningen voor vrede op het Koreaanse schiereiland hebben tot samenwerking op allerlei gebied geleid: bij voorbeeld tot materiële steun op regeringsniveau en op civiel niveau tot uitwisseling op het gebied van cultuur, sport, godsdienst en kunst, maar ook tot academische en economische uitwisseling.

3. Het overwinnen van conflicten en verdeeldheid op de weg naar eenheid en hereniging

Ondanks de vele inspanningen voor vrede en verzoening op het Koreaanse schiereiland blijven er diepe oorzaken van conflict, verdeeldheid en confrontatie. Om een vreedzame vereniging te bereiken, moeten het Noorden en het Zuiden een aantal zaken samen onder ogen zien: de confrontatie tussen liberalisme en socialisme, de kloof tussen rijk en arm, de onderdrukking van geloof en religie.

Er staat een muur tussen de twee bevolkingen van het Noorden en het Zuiden, een muur die moeilijk neer te halen valt. Toch is de hoop op en het verlangen naar hereniging gemeenschappelijk aan beide kanten, zoals ze ook hetzelfde lied zingen om deze hoop tot uitdrukking te brengen (‘Uri Ui Sowon Eun Tongil’). Alle Koreanen, zelfs als zij ten tijde van verschillen en conflicten, hopen op een vreedzame en verzoenende vereniging van het Koreaanse schiereiland. Als christenen hopen en wachten we op de dag dat God de verdeelde partijen samenbrengt, en dat we God mogen prijzen en danken voor deze act van verzoening en herschepping.

4. Achtergrond van de Week van Gebed voor de Christelijke Eenheid 2009: de Koreaanse oecumenische beweging

De katholieke gemeenschap in Korea werd gesticht in 1784 door de eerste gedoopte katholiek in Korea, LEE Sung-Hun, die het christelijke geloof onder zijn landgenoten verspreidde. Het protestantisme werd in Korea geïntroduceerd rond 1880. In 1919 werkten Koreaanse christenen in het verzet tegen de Japanse macht samen met hun buren van andere godsdiensten, zoals de leiders van het Boeddhisme, het Chon Taoisme en de traditionele religies ten behoeve van de onafhankelijkheid van Korea.

De Koreaanse oecumenische beweging gaat terug tot de aanbevelingen en de geest van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) en in het bijzonder het Decreet over de Oecumene, dat het belang van alle inspanningen voor de christelijke eenheid onderstreepte. De kerken die aan de inter-kerkelijke dialoog in Korea deelnemen zijn de Orthodoxe Metropolie van Korea, de Katholieke Bisschoppenconferentie van Korea, de Nationale Raad van Kerken in Korea (en de lidkerken: de Presbyteriaanse Kerk in Korea, de Koreaanse Methodistische Kerk, de Presbyteriaanse Kerk in de Republiek van Korea, het Leger des Heils op Koreaans Territorium, de Anglicaanse Kerk van Korea, de Koreaanse Evangelicale Kerk, de Koreaanse Assemblies of God van het Volle Evangelie) en de Lutherse Kerk in Korea. De Nationale Raad van Kerken houdt sinds het begin van de jaren zeventig gezamenlijke gebedsdiensten in de Week van Gebed voor de Christelijke Eenheid. Dit gezamenlijke gebed heeft christenen de ruimte gegeven om samen te bidden en te werken ter bevordering van de oecumenische beweging in Korea. In 1977 hebben bijbelgeleerden van de protestantse en de Rooms-katholieke Kerk de gezamenlijke vertaling van de Bijbel voltooid, zodat alle Koreaanse kerken dezelfde Koreaanse versie van de Bijbel kunnen gebruiken.

De Koreaanse oecumenische beweging bestaat nu uit diverse gezamenlijke programma’s voor verschillende groepen: voor stafleden, theologen, seminariestudenten en gespreksleiders van verschillende denominaties. Een studiecommissie van theologen behartigt sinds 2000 een Oecumenische Forum. Dit forum handelt over diverse theologische onderwerpen met het doel het wederzijds begrip tussen de protestantse en de katholieke Kerk te bevorderen. In aanvulling daarop heeft op initiatief van seminarie studenten een groep activiteiten georganiseerd zoals het bezoeken van verschillende seminaries en het organiseren van sportwedstrijden met het doel vriendschap tussen de leden van verschillende kerken te bevorderen. Gespreksleiders van verschillende denominaties ontmoeten en eten regelmatig met elkaar met het doel elkaar beter te leren kennen en om ideeën uit te wisselen.

Een seminar over christelijke eenheid in Azië dat van 24 tot 28 juli in het Aaron’s Huis plaatsvond, was een bijzondere gebeurtenis in de geschiedenis van de Koreaanse oecumenische beweging. Het seminar was een initiatief van kardinaal Walter Kasper, de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Christelijke Eenheid; het bracht oecumenische leiders van Aziatische landen bij elkaar om met elkaar te praten en ideeën uit te wisselen over de christelijke eenheid. Op 23 juli 2006 ondertekende de Methodistische Kerk tijdens de 19e Wereldconferentie van Methodisten in Seoul in Korea, de Gezamenlijke Verklaring over de Rechtvaardiging die is overeengekomen tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Lutherse Wereld Federatie in 1999. Deze op belangrijke gebeurtenis voor de christelijke eenheid vond plaats in Korea.

Op basis van de ervaringen en het gegroeide vertrouwen dankzij de gezamenlijke activiteiten en programma’s, hebben de leiders van de protestantse en katholieke kerken in Korea een oecumenische pelgrimage gehouden van 8-16 december 2006. Ze bezochten paus Benedictus XVI in het Vaticaan, de Secretaris-Generaal van de Wereldraad van Kerken in Geneve en de Oecumenisch Patriarch in Istanbul, Turkije. In Rome hadden zij een ontmoeting met de staf van de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Christelijke Eenheid en in Geneve spraken ze met stafmedewerkers van de Commissie voor Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken. Tijdens deze bezoeken deden ze het voorstel dat Koreaanse christenen de ontwerpteksten voor de Week van Gebed voor de Eenheid in 2009 zouden kunnen maken. De twee oecumenische instanties reageerden hier positief op en stemden in met het voorstel van de Koreaanse kerken om de ontwerpteksten te maken.

Op 23 januari 2007 hielden de Koreaanse kerken een dienst in de Week van Gebed voor de Christelijke Eenheid in de Chongju Anglicaanse Kerk. Ook vond er een bijeenkomst plaats van theologen uit de Protestantse en Katholieke Kerk. Deze vergadering wees twee personen van de Protestantse Kerk en drie personen van de Katholieke Kerk aan als leden van de voorbereidende subcommissie die de gebedsteksten moest samenstellen. De subcommissie vergaderde voor de eerste keer op 8 februari 2007 en koos de tekst uit Ezechiël 37,15-23, die de profetie van het verenigde koninkrijk van Israel bevat, als het uitgangspunt voor het boekje in 2009. Voor de kerken in Korea appelleert deze tekst uit Ezechiël aan de situatie in Korea, het enige verdeelde land in de wereld. Besloten werd dat iedere denominatie een bijbelse reflectie en gebed zou schrijven voor de ‘acht dagen’. Zo is het werk begonnen dat uiteindelijk leidde tot het materiaal dat wereldwijd verspreid wordt voor de Week van Gebed in 2009.

Conclusie

De huidige situatie van het Koreaanse schiereiland – die het Koreanen in het ene deel onmogelijk maakt om met ouders, kinderen familie en vrienden te communiceren in het andere deel – toont een onaanvaardbare situatie die opgelost moet worden. De politieke situatie in Noord Korea, die mensen niet toestaat hun eigen religieuze traditie te kiezen, is er een van onderdrukking die de vrijheid van het geweten beperkt. Deze situaties van confrontatie, antagonisme, conflict, geweld en oorlog geworteld in religieuze, raciale en etnische vijandschappen zijn niet beperkt tot het Koreaanse schiereiland, maar doen zich voor op veel plaatsen in de hedendaagse wereld. De Koreaanse ervaring van verdeeldheid en lijden is zeker relevant voor christenen en samenlevingen wereldwijd. De christenen (katholiek, protestant, orthodox) in Korea zetten zich samen in voor het algemeen welzijn – voor een waarachtige vrede op het Koreaanse schiereiland – en werken samen met hun buren van andere godsdiensten, Boeddhisme, Confucianisme en andere traditionele religies zoals Won Boeddhisme en Chon Taoisme (Chon Do Gyo).

Tijdens de Week van Gebed voor de Christelijke Eenheid in 2009 wordt aan christenen gevraagd te bidden voor de bevordering van de eenheid en de vrede. Dat is een belangrijke taak en verantwoordelijkheid van christenen in de wereld. De hoop die dit gebed inspireert is, dat alle mensen in de wereld God’s volk zullen worden; God zal hun God zijn; en het volk zal geluk, vreugde en voorspoed ontvangen als confrontatie, conflict en verdeeldheid overwonnen worden en eenheid bereikt. Christenen moeten bidden met geduld totdat de ‘nieuwe hemel en de nieuwe aarde’ aanbreken: ‘Dan zullen zij mijn volk zijn, en Ik zal hun God zijn’ (Ez. 37:23).


Deze tekst is tot stand gekomen geheel onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de oecumenische groep in Korea die samengekomen is om de teksten voor de Week van Gebed 2009 te schrijven.