Armoede is een blijvertje in Nederland. Zonder coalities van kerken en groepen zal het niet lukken structureel de samenleving rechtvaardiger te maken. Dat kwam naar voren bij de presentatie van het rapport ‘Armoede in Nederland’ van diverse kerkelijke geledingen, waaronder de projectgroep Arme Kant van Nederland / EVA. Het rapport werd 26 juni in Utrecht aangeboden aan directeur Petra Lugtenburg van de Directie Bijstand van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Na de aanbieding gingen werkers uit de kerk met elkaar in gesprek.
Je kan alleen iets bereiken als je als kerken plaatselijk samenwerkt en je gezamenlijk tot de overheid richt, zo vertelde Ad Heijstek, van het diaconaat van de Christelijke Gereformeerde Kerk. Zijn inbreng was daarom zo aardig, omdat de Christelijke Gereformeerde Kerken niet zijn aangesloten bij de landelijke Raad van Kerken, maar aan dit onderzoek wel hebben meegedaan. Heijstek gaf plaatselijke kerken het advies om meer met anderen te doen; samenwerking in de context van een plaatselijke Raad van Kerken zou kunnen, of indien oud zeer dat minder aantrekkelijk maakt, zo pleitte hij, zou je kunnen overwegen een diaconaal platform te creëren voor alleen meer diaconale samenwerking tussen de kerken. ‘Alle kerken verenigt u’, sloot hij zijn bijdrage af.
De samenwerking is van belang, vulde Evertjan Hazeleger van de Protestantse Kerk aan, om ook één gezicht naar de overheid te hebben. “Wij hebben jaarlijks twee keer een gesprek met de wethouder”, vertelde Rudolf Scheltinga van de Oud-Katholieke Kerk uit Amersfoort, “en dan alleen is het al de moeite waard om als Raad van Kerken gezamenlijk te kunnen optreden”. Het was ook voor het eerst dat de Oud-Katholieken meededen met een dergelijk onderzoek; zeven parochies stuurden gegevens in.
Het onderzoek kende in totaal een respons van 1236 plaatselijke diaconieën, caritasverenigingen, kerken en kerkelijke organisaties. Daarmee heeft het een representatief karakter. Uit het armoede-onderzoek kwam naar voren dat ruim driekwart van de kerken doet aan ondersteuning aan armen. Meestal gaat het om steun met financiële giften (83 procent), maar ook geregeld gaat het om giften in natura (54 procent) en om leningen (51 procent).
De cijfers liggen in lijn met wat eerdere onderzoeken in 2006 en 2005 opleverden. Voor het eerst werd ook gevraagd of kerken mensen hebben geholpen bij het op vakantie gaan. Zo’n 41 procent van de kerken heeft daar ervaring mee. Ook blijkt dat het aanstellen van een speciale ‘sociaal diaken’ voor armoede en sociale zekerheid steeds meer voorkomt, vooral bij protestantse diaconieën.
Alleenstaande ouders
Het gemiddeld aantal aanvragen dat kerkelijke organisaties binnenkregen in 2007 is 8,4. Daarvan zijn er 7,5 gehonoreerd. In protestantse kring liep het aantal gehonoreerde aanvragen iets terug, van 7,2 naar 5,4. Rooms-katholieke parochies kregen 12,1 aanvragen en kleinere kerken 10,5. Een diaconie, caritasinstelling of kerkelijke organisatie is gemiddeld rond 5000 euro kwijt per jaar aan de armoedebestrijding. Ook dat aantal daalde enigszins in protestantse kring, respectievelijk van 5200 in 2005 naar 4700 in 2007. Onderzocht wordt nog waar de dalingen in protestantse kring vandaan komen. Men weet niet of het wijst op teruggang in armoede of in veranderd beleid van de diaconie.
De groepen die het meest aankloppen bij de kerk zijn: alleenstaande ouders met kinderen (53 procent), mensen zonder betaald werk (44 procent), asielzoekers (42 procent), ouderen (39 procent), chronisch zieken en gehandicapten (28 procent). De aard van de problematiek is vaak schulden (41 procent) en langdurig een laag inkomen (38 procent). Op de vraag of men voldoende is toegerust voor de diaconale taken antwoordt 56 procent positief.
Het onderzoek is tot stand gekomen door de samenwerking van Kerk in Actie (Protestantse Kerk in Nederland) en het Landelijk Katholiek Diaconaal Beraad, in samenwerking met DISK. Uniek bij dit onderzoek is dat alle zeven rooms-katholieke bisdommen meewerkten. Ook deden mee: de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, de Remonstrantse Broederschap en de Oud-Katholieke Kerk. Daarnaast zijn er nog vragen voorgelegd aan de Vincentius Verenigingen en de rooms-katholieke armenbesturen.
Gesuggereerd welbevinden
Mgr. Gerard de Korte en ds. Gerrit de Fijter overhandigden het onderzoek aan de directeur van de Directie Bijstand van ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Korte signaleerde belangrijke gaten in het stelsel van sociale zekerheid. Hij brak daarbij een lans voor barmhartigheid en gerechtigheid. “Wie een ander mens gelukkig maakt, zal zelf ook gelukkig worden”, zei hij.
De Fijter riep in herinnering hoe de kerken eeuwenlang aan armenzorg hebben gedaan en hoe sinds 1965 de overheid zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. Hij riep de kerken op de armoedeproblematiek serieus te blijven nemen en stelde tegelijk de welvaartssamenleving ter discussie waarin men leeft vanuit een ‘gesuggereerd welbevinden’. Hij bedoelde daarmee dat mensen in een dergelijke samenleving zich van alles laten aanpraten om aan trends van merken en gewoontes te kunnen meedoen. Hij gaf verder het advies om vervolgonderzoek uit te voeren in samenwerking met diaconale organen van het jodendom en de islam.
Tijdens een forumgesprek bracht ds. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, naar voren dat men bij de armoedecijfers ook de cijfers moet betrekken van verrijking. Hij stelde dat het aantal miljonairs in 2 jaar tijd met 10.000 is gestegen, dat volgens de Volkskrant de captains of industry zichzelf hogere salarissen blijven toekennen ter hoogte van 12 procent per jaar en dat het aantal voedselbanken de afgelopen 4 jaar met vele honderden procenten is gestegen. Hij noemde als probleem niet zozeer de armoedebestrijding, maar de vraag naar een eerlijke verdeling. “Het woord ‘recht'”, zo zei hij, “komt in de Nieuwe Bijbelvertaling ongeveer tien keer vaker voor dan het woord ‘armoede’. Dat zegt iets over de balans tussen gerechtigheid en barmhartigheid”.
Oerwoud van regels
Namens staatssecretaris Aboutaleb werd gezegd dat armen voortaan slechts éénmaal een aanvraag hoeven in te dienen voor kwijtschelding van bepaalde gemeentelijke lasten. Daarmee kwam hij enigszins tegemoet aan het verlangen de regelgeving te vereenvoudigen. Vanuit de zaal werd vastgesteld dat dit ‘offer’ in feite niet door de landelijke overheid wordt gebracht, maar door de gemeentelijke overheid. Het ministerie stelde verder vast dat er enige teruggang van diaconale zorg bij de PKN viel te constateren en men meende dat het mogelijk een indicatie was dat het beleid van de overheid voortgang boekte. Van der Kamp uitte zijn twijfels bij deze aanname en zei dat de tweedeling alleen maar groter is geworden.
Lidl
Vanuit werkers aan de basis kwam onder meer kritiek naar voren op sommige sociale diensten, die hun cliënten betuttelend behandelen. “Zij stellen mensen de vraag waarom ze niet naar de Lidl gaan in plaats van naar Albert Heijn. Vroeger moest je drie giroafschriften laten zien; tegenwoordig giroafschriften over een periode van 3 maanden”.
De diaconale organen en caritasverenigingen gaan verder overleggen met de overheid over de onderzoekgegevens. Ze proberen het beleid wezenlijk te verbeteren en de kerken te ondersteunen.