Over de spiritualiteit van de oecumenische beweging
Een verkorte versie werd door drs. Ineke Bakker uitgesproken ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van de Raad van Kerken in Nederland in de Jacobikerk te Utrecht op 21 juni 2008
Spiritualiteit van de oecumenische beweging? Waar moet ik aan denken? Tientallen beelden, herinneringen en gedachten komen onmiddellijk in mij op.
Ik kies er één beeld uit. Een warme zaterdagmiddag in april 2002. De enorme H. Marthakerk aan de rand van de Haagse Schilderswijk is stampvol. Mensen uit heel verschillende kerken, trouwe kerkgangers en toevallige passanten, migranten, asielzoekers en mensen zonder papieren, christenen en ook moslims, jong en oud, heel het veelkleurige volk Gods onderweg. Na een dag vol lezingen en debatten, muziekoptredens en discussies onder het motto ´Voor een humaan bestaan. Laat vluchtelingen niet op straat staan´, breekt nu het moment van de slotviering aan. De sfeer in de kerk is geladen, de hardheid van het Nederlands asielbeleid en de taaie volharding van de mensen die pleiten voor meer humaniteit ballen zich als het ware samen onder het immense gewelf van de kerk. Kaarsen worden aangestoken voor vluchtelingen en vrijwilligers, een klein muziekkorps van het Leger des Heils begeleidt de samenzang, een korte lezing uit de bijbel, voorbeden en een gezamenlijk gebeden Onze Vader. Ik zie mensen met tranen in de ogen, mensen die een arm om elkaars schouder slaan, mensen die elkaars handen vasthouden als om niet te vallen….En dan, mensen staan op, ruggen worden gerecht, mensen halen diep adem en hervinden kracht, zingen elkaar vol vertrouwen de zegen toe: Gods Geest is bijna tastbaar aanwezig….
Ik denk dat ieder van u hier vanmiddag in de Jacobikerk zo eigen beelden, gedachten en herinneringen heeft bij 40 jaar Raad van Kerken in Nederland, bij de spiritualiteit van de oecumenische beweging. Herinneringen aan een oecumenische viering in een van de vele Gebedsweken voor de eenheid van de christenen, aan een ontmoeting of gespreksgroep met mensen uit andere kerken, aan een onverwacht inspirerende bijeenkomst van uw lokale raad van kerken; beelden van een opgetogen Pinksterviering in de open lucht, een ontroerend moment op een van de vier grote Kerkendagen, een ontdekking op een kerkenconferentie of tijdens een studiedag. Misschien denkt u terug aan een van de vele activiteiten in het kader van het Conciliair Proces, aan een vredesdemonstratie of een protestwake. Aan de keren dat u warm werd bij een viering ter gelegenheid van een ´gemengd huwelijk´, of in een ziekenhuis of verzorgingstehuis, in de gevangenis of op de camping. Misschien ook schiet een bepaalde actie, een diaconaal project, een pelgrimstocht, kloosterbezoek of een gezamenlijk bezoek aan een moskee in uw gedachten. En dan heb ik het nog niet eens over de internationale oecumenische activiteiten, de enerverende Assemblees van de Wereldraad van Kerken, van de Europese Raad van Kerken en de Raad van Europese bisschoppenconferenties, de vele andere bijeenkomsten…..
Sluit uw ogen een moment, en zie ze voor u: die hartverwarmende, inspirerende, onverwachte, onvermoede momenten waarop u zich aangesproken, uitgedaagd, getroost wist, zielsverwant met medemensen, geïnspireerd door een ideaal van een rijk van vrede en gerechtigheid, een wereld van heil voor allen, waar u zich verbonden voelde met een gemeenschap, de kerk van alle tijden en alle plaatsen, een geschiedenis, een beweging waar Gods Geest het voortouw neemt.
Die inspirerend momenten zijn er veel geweest in de afgelopen veertig jaar en het is goed daar stil bij te staan en dankbaar voor te zijn. Al waren en zijn er ook tijden van kilte, van een oecumenische herfst en winter. Ieder van ons zal zich momenten herinneren van teleurstelling, frustratie, onbegrip en pijn. Over de voortgaande verdeeldheid, over de gemiste kansen, over de onzinnige conflicten en prestigekwesties, over de traagheid en de onwil, over de kleinzielige kerkpolitiek en de misselijke machtsspelletjes, over de tragiek van kinderen Gods die er maar niet in slagen elkaar als broers en zusters te zien.
Dat desondanks de oecumenische beweging er – hier en elders – nog altijd is en doorgaat, in nieuwe vormen, met nieuwe actoren en voortrekkers, met andere prioriteiten en andere werkwijzen, dat kan alleen te danken zijn aan de genade van de heilige Geest. De heilige Geest, de Geest van waarheid, de helper, trooster, de pleitbezorger, die Jezus beloofde aan zijn discipelen aan de vooravond van zijn dood, kort voor hij bad: Laat hen allen één zijn, Vader (Joh. 17:21). Wie terugkijkt, kan niet anders dan constateren dat die Geest de leerlingen en allen die na hen gekomen zijn, niet verlaten heeft. Daarom kunnen we, naar mijn overtuiging, de oecumenische beweging ook een beweging van de Geest noemen.
Spiritualiteit
Als het gaat over ´de spiritualiteit van de oecumenische beweging´, dan is dat bijna een tautologie. De oecumenische beweging is een beweging van de Geest of is niet. ´Oecumene´ zeggen is ´spiritualiteit´ zeggen. Spiritualiteit niet als een je terugtrekken in je eigen diepste innerlijk om je daar prettig en veilig te voelen, maar spiritualiteit als `the endeavour to live in obedience to the gospel´(1), de inspanning om in gehoorzaamheid aan het evangelie te leven; spiritualiteit als `praxis waarin een relatie met God of het goddelijke wordt onderhouden die je verandert`(2). Dat betekent niet dat er maar één bepaalde vorm van spiritualiteit heerst in de oecumene. Integendeel, de oecumenische beweging is juist een ontmoetingsplaats van vele vormen van spiritualiteit, uit verschillende kerkelijke tradities en uit de meest uiteenlopende culturele achtergronden, maar in al die verschillende vormen zal steeds iets oplichten van de aanwezigheid van de Geest.
Dankzij de Geest Gods mogen we erop vertrouwen dat de eenheid van de kerken en het heil voor de hele wereld enerzijds al gegeven zijn en anderzijds nog uitstaan naar de toekomst.
Vanaf het begin zijn immers het streven naar de eenheid van de kerken en de inzet voor het heil voor de hele bewoonde wereld de twee pijlers van de moderne oecumenische beweging. Het lijkt mij geen toeval dat de wortels van de twintigste-eeuwse oecumenische beweging zowel in de in de 19e eeuw ontstane gebedsweken voor de eenheid van de christenen liggen als op de zendings- en missievelden, waar zendelingen en missionarissen in diezelfde tijd het heil in woord en daad – hoezeer ook met vele menselijke tekortkomingen – verkondigden en voorleefden. Ze bouwden niet alleen kerken, maar ook scholen en ziekenhuizen. De beweging van Faith and Order, met haar aandacht voor vragen van Geloof en Kerkorde en haar zorgvuldige theologische beraden om conflicten te overwinnen, én de beweging van Life and Work met haar inzet voor het heil in de wereld – zij het aanvankelijk vooral beperkt tot Europa -, vormen sámen de basis van de Wereldraad van Kerken en, in zekere zin, ook van de voorlopers van de Raad van Kerken in Nederland. Juist als beweging van de Geest zal de oecumenische beweging deze bij elkaar moeten houden en niet moeten vervallen in, wat Schillebeeckx noemt, de ethicering van het geloof – het doen opgaan van het evangelie in onze christelijke verantwoordelijkheid voor een betere wereld -(3), maar ook niet in een spiritualisering van het heil tot een louter individueel of louter geestelijk welzijn. Het perspectief op de mondiale dimensie van wereldwijde gerechtigheid mag de oecumenische beweging niet verliezen.
Wie de afgelopen veertig jaar van de Raad van Kerken overziet, kan in verschillende perioden verschillende accenten waarnemen. De kerken maken deel uit van de cultuur en samenleving en elke tijd brengt eigen vragen en uitdagingen mee, maar ook eigen antwoorden en reacties, hoezeer vaak ook gebrekkig, beperkt en voorlopig. Het jubileumboek met de veelzeggende titel ´Waakvlam van de Geest. 40 jaar Raad van Kerken in Nederland´ laat dat op de vele terreinen waarop de Raad zich bewogen heeft en beweegt, goed zien.
De Geest
Wat kunnen we van de Geest verwachten, naar de toekomst toe? Wat kunnen we horen als we proberen te luisteren naar wat de Geest te zeggen heeft? In alle bescheidenheid zou ik daarover ten slotte het volgende willen zeggen:
Wat de Geest voor ons in de toekomst in petto heeft, durf ik niet te zeggen. Is het niet een van de belangrijke kenmerken van de Geest dat zij waait waarheen ze wil en ons voortdurend voor verrassingen doet staan? Wie weet welke nieuwe wegen de Geest de Raad in de komende jaren zal wijzen? Het zal vooral zaak zijn daar alert op te zijn en de tekenen der tijden te verstaan. Het is belangrijk om in elk geval geen obstakels voor de beweging van de Geest op te werpen, en al helemaal om zelf geen obstakel te zijn.
Wat ik geloof , is dat de Geest een geest van waarheid is, die ons de weg naar de volle waarheid zal wijzen, en ons kan helpen die tekenen te verstaan. Gaandeweg zullen we – telkens opnieuw – kunnen ontdekken wat dit in onze tijd betekent.
Dat kan troost en bemoediging zijn in tijden dat het met de oecumene niet lijkt op te schieten, wanneer er stappen teruggezet worden en vanzelfsprekend geworden verworvenheden worden teruggedraaid. Het kan troost en bemoediging zijn als het onrecht en de ongelijkheid in de wereld eerder groter dan kleiner lijken te worden, als de klimaatverandering mens en schepping een onheilspellende toekomst in het vooruitzicht lijkt te stellen. Dan is het goed te weten dat het uiteindelijk niet wij mensen zijn die de eenheid van de kerken en het heil van de wereld bewerken maar God door zijn Geest, dankzij het werk van Jezus Christus. Dan is het goed te weten dat God trouw is en de wereld niet uit haar handen laat vallen.
Maar wie denkt dan dus rustig achterover te kunnen leunen, zal de Geest als onruststoker, aanjager en voortrekker op zijn of haar pad tegenkomen. Niet zelden in de gestalte van mensen met charisma, profeten en wijzen, maar vaker nog in gewone toegewijde mensen, vrouwen, mannen en kinderen, opvallend vaak levend aan de rand, aan de onderkant van de samenleving, in Nederland en wereldwijd.
Wat we in het Pinksterevangelie en de geschiedenis van de oecumenische beweging kunnen zien, is dat de Geest mensen aanspoort over hun grenzen te gaan en boven zichzelf uit te groeien. Van nature voelen de meeste mensen zich het prettigst bij mensen zoals zijzelf, maar de Geest kan mensen aansporen nieuwe contacten te zoeken, andere gemeenschappen te benaderen, uit te kijken naar buitenstaanders en om te zien naar buitengeslotenen. De Geest kan bange en bedreigde mensen doen uitgroeien tot helden, en gemakzoekers en onverschilligen aanvuren tot betrokken en solidaire mensen.
Dankzij de Geest die mensen elkaar doet begrijpen zelfs als ze elkaars taal niet spreken, is er in de afgelopen veertig jaar in Nederland veel begrip gegroeid, tussen christenen uit verschillende tradities onderling, tussen christenen die hier sinds eeuwen zijn en migrantenchristenen, tussen kerken en mensen aan de randen van de samenleving, tussen christenen en mensen van andere religies. Dat gebeurde niet door vrome praatjes of bevoogdend helpen, maar door een door de Geest geïnspireerd bondgenootschap tussen mensen die allen voor God gelijkwaardig en waardevol zijn.
En daarmee ben ik terug bij mijn herinnering aan de viering in de Haagse Marthakerk op die zonnige zaterdag in april. Een van de ontelbare voorbeelden van de spiritualiteit van de oecumenische beweging.
God geve dat we er nog heel veel voorbeelden aan toe kunnen voegen. Om te beginnen dit jubileum vandaag!
drs. Ineke Bakker, directeur Oikos en voormalig algemeen secretaris Raad van Kerken
Voetnoten
1. E. Schillebeeckx, Mensen als verhaal van God. Baarn 1989, p.88
2. Gwen Cashmore and Joan Puls, Spirituality in the ecumenical movement in: Dictionary of the Ecumenical Movement, WCC Publications Geneva 2nd edition 2002, p. 1070
3. Zie Kitty Bouwman en Kick Bras (red.), Werken met spiritualiteit. Uitg. Ten Have Baarn 2001, p.13