God,
die onder mensen wonen wilt,
wees aanwezig in het huis van uw Kerk,
opdat zij mag zijn een gastvrij oord
voor allen die u zoeken,
voor allen die lijden
onder onrecht en verdeeldheid,
voor allen die verlangen
naar vrede en recht.
Help ons als christenen
elkaar de hand te reiken
en bruggen te slaan naar mensen
van andere religies en culturen,
opdat deze wereld worden mag
een voor allen veilig thuis.
Amen.
Download de tekst van de Brochure 2005 (PDF) of (Word-doc)
Download Achtergrondinfo, extra gebeden, liederen, preekschetsen (PDF) of (Word-doc)
Extra Brochures zijn verkrijgbaar via: lwillemse@raadvankerken.nl
prijs per exemplaar 0,65 euro, poster 0,80 euro, kaart 0,25 euro (excl.porto)
Bij bestelling van 5 boekjes of meer: 1 poster gratis; bij bestellingen van 50 ex. of meer: brochure 0,55 euro, kaart 0,20 euro.
DE OECUMENISCHE SITUATIE IN SLOWAKIJE
(Deze beschrijving van de Slowaakse oecumenische situatie is voorbereid door een Slowaakse voorbereidingsgroep en wordt onder haar verantwoordelijkheid gepubliceerd.)
Slowakije is een nieuwe staat met oude nationaliteiten. De meerderheid van de 5,3 miljoen inwoners van de Slowaakse Republiek bestaat uit Slowaken (86%). De Hongaren vormen de grootste etnische minderheid (11%). Zij wonen voornamelijk in het zuiden en oosten van het land. Slowakije heeft relatief de grootste Roma-bevolking in de regio. Hun aantal wordt geschat op 500.000 mensen. Andere etnische groepen zijn: Tsjechen, Ruthenen, Duitsers en Polen. Recente en soms niet-geregistreerde immigratie is afkomstig uit de armere Oost-Europese landen. Zo hebben zich aanzienlijke groepen Russen, Oekraïners, Serviërs en Bulgaren in de grotere steden gevestigd.
Het christendom is voor het eerst in deze regio in zijn Oosterse vorm gebracht in de 9e eeuw door de Slavenapostelen Cyrillus en Methodius. Van de 11e tot aan de 20e eeuw viel het huidige Slowakije onder Hongaars bestuur en werd een voornamelijk rooms-katholiek gebied. Intellectuelen die de Slowaakse taal en cultuur wilden bevorderen, gaven in de 19e eeuw de aanzet tot een Slowaakse nationale opleving.
De vorming van de Republiek Tsjecho-Slowakije in 1918 na het einde van de Eerste Wereldoorlog, kwam tegemoet aan de gezamenlijke wens van de Tsjechen en de Slowaken tot onafhankelijkheid van het Habsburgse Rijk. Op 17 november 1989 begon een reeks van openbare protesten, bekend onder de naam Fluwelen Revolutie, die leidden tot de ondergang van de communistische regering in Tsjecho-Slowakije. De onderhandelingen over een nieuwe federale grondwet liepen in 1992 vast op de kwestie van de Slowaakse autonomie. In de tweede helft van 1992 werd overeenstemming bereikt om Tsjecho-Slowakije vreedzaam te verdelen in een Tsjechische Republiek en een Slowaakse Republiek.
De sociaal-economische situatie blijft zorgelijk hoewel de situatie over het algemeen beter is dan bij de oosterburen van Slowakije. Na de parlementsverkiezingen in 2002, die een nederlaag te zien gaven voor de nationalistische partijen, werd Slowakije aanvaard als kandidaat-lid van zowel de NAVO als de Europese Unie. Het lidmaatschap van beide organisaties, dat inmiddels een feit is, zal van grote invloed zijn op de toekomstige ontwikkeling van het land.
Het werkeloosheidscijfer in Slowakije ligt boven de 15%. In sommige regio’s is het zelfs meer dan 30%. Naast de werklozen, zijn Roma, eenoudergezinnen, kinderen en grote gezinnen andere kwetsbare groepen die met armoede te kampen hebben. Het lage niveau van sociale zorg en de gezondheidszorg heeft ertoe geleid dat de verwachte levensduur van de Roma-bevolking gemiddeld 15 jaar lager is dan die van de rest van de Slowaakse bevolking.
De georganiseerde vormen van oecumene in Slowakije hebben hun oorsprong in de protestantse kerken. Zij waren gericht op de belangenbehartiging van de protestanten in relatie tot de meerderheid van de Rooms-Katholieke Kerk. In 1927 werd de Unie van Evangelische Kerken in Tsjecho-Slowakije (waartoe Slowakije tussen 1918 en 1993 behoorde) opgericht. Vanuit deze unie werden de eerste contacten met de jonge, internationale oecumenische beweging gelegd.
De vertegenwoordigers van de afzonderlijke kerken werden zich steeds meer bewust van de betekenis van de oecumenische beweging, die in Europa en de hele wereld na de Tweede Wereldoorlog tot ontwikkeling kwam. Zij realiseerden zich dat de boodschap van het evangelie de kerken zou moeten verenigen en niet verdelen. De Oecumenische Raad van Kerken in Tsjecho-Slowakije werd opgericht op 20 juni 1955. Eén van de doelstellingen was om de kerken in staat te stellen publiek te spreken over de sociale situatie in het land na 1948, toen de communisten aan de macht kwamen in Tsjecho-Slowakije. Het leven en de dienst van de kerken werden in deze periode op de proef gesteld. Actieve christenen werden vervolgd. Er was behoefte aan samenwerking met de kerken uit de nabuurlanden. Het was de taak van de Oecumenische Raad om de ideeën van de oecumenische beweging in het land ingang te doen vinden.
Het jaar 1989 en de democratisering gaven een impuls aan het werk van alle kerken; ze konden met het werk voor de opbouw en de vernieuwing beginnen. De veranderingen in de algehele situatie waren ook van invloed op de zending en doelstelling van de oecumenische beweging in het land.
De Oecumenische Raad van Kerken in de Slowaakse Republiek ontstond na de verdeling van Tsjecho-Slowakije in twee staten. De Raad startte de werkzaamheden op 15 april 1993. Lid zijn de kerken die werkzaam zijn in Slowakije. Momenteel telt de Raad elf leden waarvan er drie de status van waarnemer hebben. De leden van de Raad zijn: de Evangelische Kerk van de Augsburgse Confessie in Slowakije, de Gereformeerde Christelijke Kerk in Slowakije, de Orthodoxe Kerk in Slowakije, de Kerk van de Broeders in de Slowaakse Republiek, de Evangelische Methodistische Kerk, de Tsjechoslowaakse Hussitische Kerk in Slowakije, de Unie van Baptisten in de Slowaakse Republiek en de Oud-Katholieke Kerk in Slowakije. Waarnemend lid zijn de Rooms-Katholieke en de Grieks-Katholieke Kerken, de Apostolische Kerk in Slowakije en de Zevendedags Adventisten.
De oecumenische context wordt gekenmerkt door een ongelijkheid in aantallen leden van de verschillende kerken. De volgende cijfers geven een indruk van de ledentallen van de kerken volgens de resultaten van de volkstelling van 2001: Rooms-Katholiek 68,9%, Grieks-Katholiek (geunieerd) 4%, – in totaal 72,9%, Luthers 6,9%, Gereformeerd 2,03%, Orthodox 0,93%; overige: minder dan 0,1%. Er bestaat een relatie tussen de religieuze binding en nationaliteit. De meerderheid van de gereformeerde christenen zijn etnische Hongaren. De meeste orthodoxen zijn etnische Ruthenen of Oekraïense immigranten. De totale bevolking van Slowakije bedraagt 5,3 miljoen. In deze context dient de Oecumenische Raad vooral als instantie voor de vertegenwoordiging van de ‘kleinere kerken’. Volgens de volkstelling van 2001 is het aantal mensen met een religieuze binding in Slowakije toegenomen van 72% in 1991 tot 84% in 2002. Deze toename is gedeeltelijk te verklaren uit de terughoudendheid van enkele religieuze groepen in 1991 om hun religieuze binding publiek te maken en gedeeltelijk uit het missionaire werk van de kerken in Slowakije.
De verhoudingen tussen kerk en staat in Slowakije zijn over het algemeen goed en in de laatste jaren versterkt. Het departement voor de Kerk op het ministerie van Cultuur behartigt de relaties tussen kerk en staat. Dit departement beheert de staatssubsidies voor de geregistreerde religieuze gemeenschappen. Het heeft geen bevoegdheid om in te grijpen in de interne activiteiten. Het ministerie beschikt over een cultureel fonds dat, naast andere zaken, historische religieuze gebouwen onderhoudt en renoveert. De Oecumenische Raad, die door de staat gesubsidieerd wordt, is een belangrijk gremium voor de vertegenwoordiging van de kerken bij en de dialoog met de autoriteiten. Uit opinieonderzoek blijkt dat de kerk als een van de meest betrouwbare instellingen in het land beschouwd wordt. De laatste verkiezingen hebben de positie van expliciet christelijke partijen en leiders in de regering versterkt.
In 2000 ondertekende de Slowaakse regering een internationaal verdrag met het Vaticaan waarin de positie van de Rooms-Katholieke Kerk geregeld wordt. In een poging om de gelijke status met de Rooms-Katholieke Kerk te waarborgen, ondertekende de regering in april 2002 een gezamenlijke overeenkomst met de elf geregistreerde kerken die met de Oecumenische Raad verbonden zijn. Deze nationale overeenkomst wordt verstaan als een waarborg voor de erkenning, de status en de financiële ondersteuning van de kerken en de Oecumenische Raad. De steun van de staat voor het bijzonder onderwijs is ook versterkt.
Toch is er een voortdurende onzekerheid over de financiering door de Slowaakse staat van de clerus en het kerkelijk personeel. Dit betekent een uitdaging voor de economische houdbaarheid van kerkelijke structuren en activiteiten.
In maart 2003 riep de Oecumenische Raad van Kerken de Slowaakse burgers op om de toetreding tot de Europese Unie te ondersteunen. Volgens de kerken is de uitbreiding van de Europese Unie een uitdaging voor de interne integratie van volken en kerken in Slowakije. De uitbreiding vraagt van de kerken om hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de dienst van het evangelie in de huidige wereld te aanvaarden. Het proces van de Europese integratie zou niet beperkt moeten blijven tot de economische en politieke aspecten die door de Europese Unie worden bepaald. De kerken vinden dat er een lijst met eigen doelstellingen met betrekking tot de integratie zou moeten zijn. Tegelijkertijd dient de spirituele identiteit van de kerken en de culturele integriteit van Slowakije zorgvuldig gecultiveerd en behoed te worden om te voorkomen dat deze verdwijnen in een nieuwe integratie. Enkele kerken zijn bezorgd over de groeiende invloed van sektarische doctrines in het schoolsysteem en over de neoliberale opvattingen in de Slowaakse samenleving, die traditionele morele waarden kunnen ondermijnen.
Vanaf 2000 werkt de Oecumenische Raad van Kerken aan een educatief programma dat de lidkerken helpt om hun dienst aan de samenleving gestalte te geven. Het gaat hierbij in hoofdzaak om sociaal werk, jeugdwerk en werk met gemarginaliseerde groepen. Met één secretaris biedt het programma vaardigheidstrainingen en conferenties aan voor de gespecialiseerde kerkelijke werkers. Het programma coördineert en begeleidt tevens het werk van de jeugdcommissie en van de vrouwen – en de diaconale commissies van de Oecumenische Raad. In 2002 bood het programma negen vaardigheidstrainingen en één conferentie over de positie van vrouwen in het licht van het Nieuwe Testament.
Sinds 1999 beschikt de Oecumenische Raad over een centrum voor de studie van de nieuwe religiositeit. Dit programma wordt in samenwerking met de Oecumenische Associatie voor de Bestudering van Sekten aangeboden. De belangrijkste activiteit is de publicatie van een kwartaalblad, ROZMER (Dimensie). In 2002 werden vier nummers gepubliceerd in een oplage van 2500 exemplaren. Een andere activiteit is het verspreiden van informatie. Het centrum organiseerde negen lezingen over onderwerpen die te maken hebben met nieuwe religiositeit in verschillende delen van het land. Het centrum heeft een eigen website. Vorige jaar werd de site 12.000 keer bezocht. Een programmacoördinator en een administratieve kracht vormen de bezetting van het centrum. De Oecumenische Raad is op zoek naar financiële steun om dit programma te versterken en een fulltime adviesfunctie op te zetten.
Vanaf februari 2001 bereidde de Oecumenische Raad wekelijks een bulletin voor met nieuws over de kerken en oecumenische organisaties in de wereld. In samenwerking met de Slowaakse staatsradio wordt een 10 minuten durend programma voorbereid dat gebaseerd is op nieuws van de oecumenische persdiensten zoals ENI, EPD, LWI, KNA en met interviews met internationale gasten. Een transcriptie van het programma wordt via e-mail toegezonden aan een groot netwerk van abonnees.
Het Ronde Tafel Programma is een belangrijk instrument dat de kerken in Slowakije helpt om hun dienst aan de samenleving te versterken. Vanaf 1996 heeft het programma een groot aantal projecten gesteund, dat edragen werd door de lidkerken of door het secretariaat van de Oecumenische Raad. In 2002 werden in totaal 113 projecten gesteund met een bedrag van 210.000 euro. Het waren projecten op het gebied van onderwijs, sociale diaconie, missie, media en organisatieontwikkeling.
Eén van de thema’s waarop de kerken zich in de toekomst moeten richten is de verandering en decentralisatie van het door de staat beheerde systeem van sociale zorg. De kerken zijn zich bewust van de historische betekenis van deze uitdaging en zij onderzoeken momenteel hun mogelijkheden om enkele instituties over te nemen en in hun diaconale structuren te integreren.
Een andere uitdaging voor het sociale werk van de kerken zijn de groeiende mogelijkheden van de Slowaakse economie om humanitaire hulp te bieden. De Oecumenische Raad is bezig met het verkennen van het terrein en de condities voor de oprichting van een onafhankelijke hulporganisatie.
Er zijn veel goede voorbeelden van oecumenische activiteiten aan de basis in de kerken in Slowakije. Eén voorbeeld is de oecumenische gemeenschap in de stad Kosice, een industrieel en administratief centrum in het oosten van Slowakije.
Aan de Week van Gebed voor de eenheid van de christenen wordt deelgenomen door de meeste kerken in Slowakije. Op veel plaatsen ontmoeten christenen van verschillende confessies elkaar in de Week van Gebed. Vanaf 2003 organiseren de christelijke jeugdbewegingen in Slowakije speciale oecumenische gebedsbijeenkomsten in januari. Een belangrijke gebeurtenis in de Week is de nationale oecumenische dienst die bijgewoond wordt door de vertegenwoordigers van de meeste kerken, die participeren in de oecumenische beweging, en ook door vertegenwoordigers uit het maatschappelijke en politieke leven. De Slowaakse televisie zendt de oecumenische dienst rechtstreeks uit op de landelijke zender.
De kerken in Slowakije bidden de laatste jaren vooral om wijsheid en kracht in het proces van de hervorming van de samenleving; voor de groei in eenheid die de kerken in staat stelt om de nieuwe mogelijkheden te gebruiken, als zij opgenomen worden in de gemeenschap van de Europese Unie; dat zij een verrijking mogen zijn voor deze gemeenschap; en dat zij wegen mogen vinden om effectief om te gaan met de negatieve sociale effecten van de transformatie.