Mag je als christen genieten van het aardse? En kun je tegelijk trouw blijven aan je roeping tot het hogere: wegbereider zijn van het komende koninkrijk? Ad van der Dussen, lid van de Beraadgroep Geloof en Kerkelijke Gemeenschap van de Raad van Kerken, schreef er een evenwichtig boek over. Peter Nissen las het voor u en is enthousiast.
‘Dat verdomde katholieke “en”,’ zo zou de grote protestantse theoloog Karl Barth (1886-1968) het genoemd hebben: ‘das verdammte katholische “Und”.’ Schrift én traditie, natuur én genade, geloof én goede werken, hemel én aarde. Altijd maar dat ‘en’. Timothy Radcliffe, de vroegere algemeen overste van de dominicanen, haalde de uitdrukking van Barth afgelopen oktober nog aan in zijn eerste meditatie tijdens de retraite in Rome aan de vooravond van de synode over synodaliteit. Hij verbond er de wens aan dat de gesprekken tijdens de synode zo zouden verlopen: dat er vaak ‘ja, en’ gezegd zou worden in plaats van ‘nee’.
Christelijke levenskunst
In het perspectief van het ‘verdomd katholieke “en”’ zou ik het boek De aarde en de hemel trouw blijven. Een boek over christelijke levenskunst van Ad van der Dussen een heerlijk en oprecht katholiek boek willen noemen. Niet katholiek in de confessionele zin, katholiek als merknaam, maar katholiek in de vroegchristelijke betekenis van het woord, de betekenis waarin in de geloofsbelijdenis de kerk katholiek wordt genoemd: insluitend, inclusief, alles omvattend, alles rakend. Je zou ook kunnen zeggen: oecumenisch. En dus niet selectief, exclusief, buitensluitend. Geen of-of maar en-en. De titel van het boek geeft het al aan: christelijke levenskunst is trouw aan de hemel én aan de aarde.
Ad van der Dussen is predikant geweest in Eindhoven en docent aan de Theologische Universiteit Kampen/Utrecht. Sinds enkele jaren is hij met emeritaat, maar nog altijd actief, onder meer in de Beraadgroep Geloof en Kerkelijke Gemeenschap van de Raad van Kerken. Hij pleit voor een christelijke levensstijl die het goede van het leven weet te genieten en tegelijk het oog niet verliest op het hogere waartoe wij geroepen zijn. Hij is zich ervan bewust dat het christendom vaak het verwijt heeft gekregen mensen het zicht op en het genot van het aardse leven te hebben ontnomen. De filosoof Nietzsche wordt als belangrijke vertolker van dat verwijt aan het woord gelaten. Het verwijt geldt a fortiori de calvinistische traditie, waarin de schrijver kerkelijk en theologisch is grootgebracht. Zij zou de christelijke levensvreugde gedempt hebben: ‘Hier beneden is het niet.’ De schrijver ontkent die verwijten niet, maar hij laat zien dat er ook een andere kant van de medaille is, ook bij Calvijn.
Evenwichtig en wijs
Ik vind het een geweldig evenwichtig en wijs boek. Die evenwichtigheid uit zich onder meer in de omgang met de Schrift. Soms wordt de ‘aardsheid’ van het Oude Testament uitgespeeld tegen de geestelijke diepte van het Nieuwe Testament. Ad van der Dussen laat zien dat daarmee aan beide delen van de Schrift onrecht wordt gedaan: beide dimensies, het aardse en het geestelijke, zijn in beide te vinden. Hij wijdt mooie passages aan het begrip zegening en aan de dankbaarheid als antwoord daarop, maar ook aan de ervaring verstoken te zijn van de vreugde in God, een ervaring die ook overtuigde gelovigen kan overkomen.
Tegelijk opent Ad van der Dussen vanuit de Schrift een wijder perspectief, dat het genieten van het hier en nu niet wegneemt, maar wel overstijgt. Dat is het perspectief van onze roeping tot gerechtigheid, tot idealen die bijdragen aan geluk en vreugde voor allen. In dat perspectief krijgen ook zelfbeperking en matigheid betekenis, een zekere ascese dus, en een innerlijke karaktervorming vanuit verbondenheid met de gekruisigde en verrezen Christus.
Dat perspectief wordt gevoed door de gelovige verwachting van het koninkrijk van God, van een toekomende wereld waarin hemel en aarde tot een synthese komen. Die wereld vraagt om een toekomstgerichte levensstijl, waarin de vreugde om de aarde verbonden wordt met de hoop die ons leven stuwkracht verleent op de weg naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Het leven hier wordt dan, met de woorden van de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer, leven in het ‘voorlaatste’. De ‘laatste dingen’ hebben alleen betekenis als het ‘voorlaatste’ zich heeft kunnen ontplooien, en daarin hebben wij een taak en een roeping: wij mogen wegbereiders van het koninkrijk zijn. Ook hier is Ad van der Dussen weer heel evenwichtig: hij wijst een middenweg tussen enerzijds een activistisch geloof in de maakbaarheid van Gods koninkrijk en anderzijds een berusting in ons menselijk onvermogen, dat ons alleen nog maar passief achterover doet leunen en doet zeggen: ‘stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw.’
Bossche bol
Wat mij ook zo bevalt aan dit boek, is de plezierige, toegankelijke en tegelijk verzorgde stijl waarin het is geschreven. Het getuigt van pastorale bekommernis en ook van gevoel voor humor. Het boek eindigt met een nabeschouwing, geschreven bij het genot van een Bossche bol (voor Bosschenaren: een chocoladebol) met een cappuccino op de Parade in ‘s-Hertogenbosch, met zicht op de Sint-Jan. Even verderop verkoopt een dakloze vrouw de straatkrant. Hoe deze twee werelden met elkaar te rijmen? De schrijver piekert over gerechtigheid. Dorothy Day komt langs, Augustinus, Bonhoeffer, Nietzsche, Bach en Navalny (die bij het schrijven van het boek terugkeerde naar het Rusland van Poetin; wij weten inmiddels hoe dit is afgelopen). Een advies van Bonhoeffer geeft de doorslag: ‘Gelijke tred houden met God.’ Nu is het zaak de koffie niet koud te laten worden en de Bossche bol te proeven. ‘Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel’ (Prediker 3,1). Ik hoop dat u allen zo ook tijd vindt om dit mooie boek te lezen.
Peter Nissen
Ad van der Dussen, De aarde en de hemel trouw blijven. Een boek over christelijke levenskunst, Amsterdam: Buijten & Schipperheijn Motief, 2023, 255 blz., ISBN 978-94-6369-232-8, € 29,95.