De vreemdeling in ons midden

Wat kunnen christenen en kerken betekenen voor vluchtelingen? 

Wereldwijd zijn er volgens de Verenigde Naties meer dan 100 miljoen mensen op de vlucht. Een werkelijk heel klein deel van hen bereikt uiteindelijk ons land, op zoek naar veiligheid en een menswaardig bestaan. De komst van deze vluchtelingen leidt met enige regelmaat tot verhitte debatten in het parlement en ook in dorpen en steden waar zij opgevangen (gaan) worden. In deze situatie staan kerken en christenen voor de vraag wat ons te doen staat.

Gelukkig hebben de Raad van Kerken en zijn lidkerken een lange geschiedenis van steun voor een humaan en rechtvaardig asielbeleid. Kerken, kerkelijke organisaties en individuele christenen vangen, soms al decennialang, vluchtelingen op. Maar dat betekent niet dat er binnen de kerken geen discussie meer is over het vreemdelingenbeleid. En dat is ook goed.

Bijbelse visie

Voor veel christenen is het daarbij belangrijk na te gaan wat de Bijbel zegt over onze omgang met vreemdelingen. Zij halen hun motivatie om zich in te zetten voor vluchtelingen en migranten vaak uit Bijbelse teksten die oproepen om vreemdelingen lief te hebben en naar hen om te zien. De ervaring leert dat zij meestal een beroep doen op een beperkt aantal bekende passages (zoals Deut. 10: 17-19 en Mattheus 25: 31-40). Om een bredere Bijbelse visie te krijgen is het belangrijk om veel preciezer te kijken wat de Bijbel in de verschillende boeken, uit heel uiteenlopende historische contexten, te zeggen heeft. En dat is precies wat theologe Lianne van der Zee in het in april verschenen boek De vreemdeling in ons midden. Een Bijbelse ontdekkingstocht doet. Zij laat aan de hand van het zorgvuldig lezen en analyseren van teksten uit het Oude Testament in maar liefst vijf hoofdstukken zien dat er verschillende soorten vreemdelingen zijn, die ook op verschillende manieren bejegend moeten worden. De belangrijkste twee zijn de ger en de nokri. De ger is een vreemdeling die zich in hoge mate aanpaste aan de Israëlitische samenleving, terwijl de nokri economisch, cultureel en religieus meer een onafhankelijke buitenstaander bleef. De ger had meer rechten en kon deelnemen aan de eredienst, de nokri niet.  

Ook in het Nieuwe Testament worden verschillende woorden gebruikt voor vreemdeling of gast. Een belangrijke lijn is de boodschap dat Gods heil universeel is en niet verbonden aan etniciteit, maar aan het geloof in Jezus Christus. Gods missie is voor alle volken. De christelijke gemeenschap is een inclusieve gemeenschap, maar christenen zijn door hun geloof en levenswandel tegelijkertijd ook vreemdelingen op aarde. Op basis van een analyse van Mattheus 25, waarin Jezus zegt: ‘Ik was een vreemdeling en jullie hebben Mij gastvrij onthaald’, concludeert Van der Zee dat christenen niet zomaar álle vreemdelingen zouden moeten opvangen. De oproep tot gastvrijheid is in haar visie vooral bedoeld voor medegelovigen en geen oproep tot sociale gerechtigheid voor mensen in nood, ongeacht hun religieuze achtergrond. Het gaat primair om de context van de christelijke gemeenschap, al is gastvrijheid naar niet-christenen niet expliciet uitgesloten. Door de nadruk op hulp voor christelijke vluchtelingen kiest ze duidelijk anders dan veel kerkelijke en diaconale hulporganisaties, die hulp bieden aan vluchtelingen, ongeacht hun religie of etniciteit. 

Een brug naar vandaag

Pas in het laatste hoofdstuk legt Van der Zee voorzichtig een brug naar vandaag. Ze ziet vooral een rol voor de kerk op lokaal niveau, maar die is in de huidige postchristelijke samenleving bescheiden. Over de vraag of de kerk ook een profetische stem mag of moet laten klinken tegenover de overheid is ze zeer terughoudend. Persoonlijk betreur ik dat, omdat juist de profetische teksten – maar deze niet alleen – daar veel ruimte voor bieden. Van der Zee erkent dat het nuttig is om hierover na te denken, maar meent dat deze vraag buiten het bereik van haar boek ligt. Daarmee boet het boek wel wat aan relevantie voor de huidige praktijk in. 

De kracht van het boek ligt in de analyses van een breed scala aan Bijbelteksten over vreemdelingen. Het is geschreven vanuit een bepaald theologisch perspectief, dat voor veel christenen vertrouwd zal zijn, maar voor anderen minder vanzelfsprekend. Dan is het af en toe wel volhouden. Maar alle lezers en lezeressen kunnen zich laten inspireren tot het omzien naar vreemdelingen en het opkomen voor vluchtelingen.  

Ineke Bakker, voorzitter Werkgroep Vluchtelingen van de Raad van Kerken                                                          

De vreemdeling in ons midden. Een Bijbelse ontdekkingstocht door Lianne van der Zee is een uitgave van Stichting Gave en voor € 18,95 te koop via de website van Stichting Gave (www.gave.nl) of in de boekhandel.