Een delegatie van de Raad van Kerken is van 14 tot 21 november in Israël en Palestina voor ontmoetingen met vertegenwoordigers van kerken en kerkelijke organisaties. De reis gebeurt op uitnodiging van kerken in Israël en Palestina, die in 2019 een bezoek aan de Raad van Kerken in Nederland brachten. De delegatie van de Raad bestaat uit de volgende personen: Geert van Dartel, ds. Christien Crouwel, dr. Rene de Reuver, ir. Kees Nieuwerth en pater Roland Putman ofm. |
Rond het middaguur op deze donderdag hebben we een gesprek met een drietal stafleden van de leefgemeenschap Nes Ammim, die door Nederlanders werd gesticht in Israël om de dialoog tussen joden en christenen te voeren na de Tweede Wereldoorlog en de stichting van de staat Israël. Nes Ammim betekent dan ook ‘Teken voor de Volkeren’. Het tweeledige doel was van meet af aan een plek te creëren voor dialoog én een plek waar vrijwilligers uit Nederland konden komen werken, studeren, elkaar en Israëliërs ontmoeten.
In de loop der tijd is de focus verschoven en wordt die dialoog niet alleen gezocht tussen joden en christenen maar ook met moslims en de Palestijnse christenen in Israël en Palestina. Nes Ammim wil daarbij graag een soort ‘open plek in het bos’, een oase in deze wereld zijn. In de jaren tachtig van de vorige eeuw woonden hier ruim 100 volwassenen en 50 kinderen samen. Een van onze gesprekspartners, Maaike Hoffer, is zelfs geboren in Nes Ammim toen haar ouders hier deel van de leefgemeenschap uitmaakten. Nu is ze dus als het ware teruggekeerd naar haar wortels en werkt ze hier als dialoogcoördinator. Ze studeerde dan ook Hebreeuws en Arabisch. Christiaan Baan, de studiecoördinator, is uitgezonden als predikant met bijzondere opdracht door de Protestantse Kerk in Nederland en de Duitse diaconale organisatie Brot für die Welt. Okke Huising, de algemeen directeur, werkte 40 jaar geleden ook al eens als vrijwilliger bij Nes Ammim en besloot na zijn pensionering hier opnieuw aan de slag te gaan.
Tegenwoordig is het aantal deelnemers kleiner, zeker na de pandemie: ongeveer 30 vrijwilligers. Daarin zijn echter nog niet de Israëlische en Palestijnse bewoners meegerekend van de ruim 90 woningen die in de afgelopen jaren rond deze leefgemeenschap zijn gebouwd.
Zoals al eerder aangegeven: Nes Ammim kan zich in de actuele situatie niet meer veroorloven zich alleen toe te spitsen op de joods-christelijke dialoog. Deze moet uiteraard worden verbreed en dat wordt dan ook gedaan. Wel hopen ze dat er vanuit Nederland – en vooral vanuit de Nederlandse kerken – weer meer vrijwilligers aangetrokken zouden kunnen worden.
Sabeel: Teken van Hoop
Vervolgens worden we ontvangen bij Sabeel door Omar en Sawsan. Zij vertellen op gepassioneerde wijze over het werk van hun organisatie. Zij doen dit vanuit de toepassing van de bevrijdingstheologie op de conflictsituatie in Palestina. Daarbij gaat het om een aantal prioriteiten: het bevorderen van inclusiviteit en gelijkwaardigheid, het profetisch getuigenis voor gerechtigheid en vrede en het adresseren van alle vormen van geweld.
Daarbij richten ze zich in het bijzonder op Palestijnse vrouwen en jongeren, onder meer door het ontwikkelen van toegepaste cursussen. Zo zijn er bijbelstudies waarbij de focus ligt op contextueel bijbellezen vanuit de Palestijnse dagelijkse werkelijkheid van onderdrukking. Maar ook zijn er opleidingen om studieleiders voor dit soort cursussen te trainen, niet alleen op de Westbank, maar ook in JordanIë.
Een ander hoopgevend project van Sabeel kwam op gang omdat de gezondheidszorg door de Palestijnse Autoriteit behoorlijk tekortschiet. Dus organiseerde Sabeel – naar het voorbeeld van Christian Peacemaker Teams (CPT), die ook een dergelijk systeem ontwikkelden voor hun eigen vrijwilligers – een coöperatieve en collectieve gezondheidsverzekering voor hun achterban binnen de Palestijnse kerken. Zo bracht die achterban donaties ter waarde maar liefst ruim tweeëneenhalf miljoen euro bijeen om dit te financieren! Een teken van een ‘levende kerk’.
Groter dan uitdagingen
Een ander voorbeeld is dat waar het curriculum van scholen op onevenwichtige manier religies belicht, Sabeel erin slaagde op maar liefst 120 punten verbeteringen daarin aangenomen te krijgen, ter bevordering van wederzijds begrip en onderlinge tolerantie. Het lesmateriaal moet daarenboven worden opgeschoond, door teksten te verwijderen die aanleiding kunnen vormen voor extremisme, zowel van Israëlische als van Palestijnse zijde.
Dit alles tegen de achtergrond van de uitdaging een kerk te willen zijn die zich uitspreekt tegen de dagelijkse schendingen van de mensenrechten van het Palestijnse volk. Niet alleen door de Israëlische militairen en kolonisten, maar zelfs door de politie van de Palestijnse Autoriteit. Dit alles ook vanuit de diepe overtuiging dat wij als gelovigen niet zouden moeten bidden ‘O Heer, de uitdagingen zijn zo groot’, maar eerder: ‘Ja, er zijn uitdagingen, maar mijn Heer is groot.’
Die Heer van het ‘lege graf’, van de wederopstanding, is met ons. Blijf dus als kerk niet ‘hangen’ in de slachtofferrol van het verdriet van de kruisdood, maar leef veeleer vanuit de wederopstanding. Blijf niet een dode goede-vrijdags-kerk’ maar wordt een levende zondags-kerk van de wederopstanding’!
Als de kerk weer zo’n levende kerk wordt, dan openen zich echte mogelijkheden tot transformatie, zowel in theologisch als in politiek opzicht. Het is vanuit dat perspectief dat Sabeel werkt aan verandering.
Het was voor ons – temidden van de harde werkelijkheid van de bezetting en het lijden van het Palestijnse volk – toch weer een teken van hoop.
Kees Nieuwerth