Iedere zondag zeggen of zingen we de geloofsbelijdenis. Wat geloven wij? Dit is deel vijf in een serie van zes artikelen over de geloofsbelijdenis van Nicea/Constantinopel, in een oecumenisch perspectief ontleed aan de hand van het boek Wij geloven. Rooms-katholiek en protestant: één geloof. De geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel (uitgelegd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof).
Het oecumenische gesprek over de Kerk is een van de hobbels die op de weg naar de zichtbare eenheid genomen moeten worden. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het gesprek over het wezen en de missie van de Kerk op hoog niveau gevoerd. Het leidde tot een grote mate van overeenstemming, maar nog niet tot consensus. Het grootst zijn de verschillen binnen het brede spectrum van het Westers christendom. Katholieken en protestanten denken verschillend over de grondstructuren en verschillen ook in de beleving van de Kerk. In de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel (381) wordt in het derde gedeelte over de heilige Geest één regel aan de Kerk gewijd: ‘(Wij geloven) In één, heilige, katholieke en apostolische Kerk’. Elk woord in deze zin, zo stellen Rikhof en Van de Beek in het tiende hoofdstuk van hun boek dat aan deze ene regel gewijd is, lijkt een probleem. Alle reden dus om deze woorden zorgvuldig en helder uit te leggen. Dat doen de auteurs en daarmee leggen ze een fundament voor een gemeenschappelijk verstaan van de Kerk.
Uit de geloofsbelijdenis
Ik geloof in de ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk
Wij geloven
Officieel begint de geloofsbelijdenis met ‘Wij geloven’ dat in de Westerse kerk al snel door ‘Ik geloof’ werd vervangen. De reden voor deze verschuiving heeft te maken met het gegeven dat deze geloofsbelijdenis vooral gebruikt werd bij het toedienen van het doopsel. Maar de auteurs leggen een ander accent en stellen dat de belijdenis van vertrouwen in de Kerk problematisch wordt wanneer deze afhankelijk gemaakt wordt van individuele inzichten en ervaringen. Er is in verleden en heden te veel fout gegaan in de Kerk om op eigen kracht en overtuiging het vertrouwen en het geloof in de Kerk te beamen. Zij kiezen daarom voor de oorspronkelijke Griekse vorm ‘Wij geloven’, tevens de titel van het boek, en houden eraan vast dat de Kerk dit blijft belijden. Van de vijf woorden (in één, heilige, katholieke en apostolische) mag het woordje ‘in’ niet onbesproken blijven. Het stond in de oorspronkelijke Griekse versie, maar verdween door Augustinus in de vijfde eeuw uit de Latijnse versie. Het geloven in de Kerk is immers van een andere orde dan geloven in de Vader, Zoon en heilige Geest. Thomas van Aquino overbrugt in de dertiende eeuw het verschil door erop te wijzen dat het er om gaat dat de heilige Geest in en door de Kerk werkzaam is. Dit is een belangrijk inzicht dat grote consequenties heeft voor het denken over en meedoen in de Kerk. Het is een paradoxaal gegeven dat God Zijn genade schenkt aan goddeloze en zondige mensen, die daardoor opnieuw en nieuw tot leven komen. Juist daarom gaat het als we samen zeggen: wij geloven in de Kerk.
Tegen deze achtergrond komen de vier zogeheten notae ecclesiae aan bod: eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit. Het hoeft niet te verbazen dat deze vier kenmerken van de Kerk in de geschiedenis veelvuldig gebruikt zijn om de eigen kerkopvatting te verdedigen en zich af te zetten tegen de andere. De ware Kerk is daar waar de notae ecclesiae gewaarborgd worden. Iedere kerkelijke traditie en stroming heeft daar een eigen verhaal bij. Het Tweede Vaticaans Concilie wees erop dat we die notae ecclesiae niet juridisch, maar heilshistorisch moeten verstaan. Het zijn niet zomaar empirische kenmerken van het instituut, maar agendapunten voor de Kerk op weg naar de eindtijd. Zo beschouwd ontstaat er ruimte voor een oecumenische dialoog.
Wij geloven in de ene
De eenheid van de Kerk, zo betogen Van de Beek en Rikhof in navolging van de kerkvader Cyrillus van Jeruzalem (315-386), is gefundeerd in de eenheid van God. Deze belijdenis van de vroege Kerk is ontleend aan het Sjema, de basisbelijdenis van Israël: ‘Hoor Israël, de HEER is onze God, de HEER is één’ (Deuteronomium 6:4). Door de gave van de Geest en in de bediening van het doopsel krijgt de eenheid van de Kerk gestalte. De auteurs wijzen naar de kerkvaders die de Geest, het doopsel en de Kerk als een eenheid beschouwen. In de Westerse Kerk is die eenheid uit elkaar getrokken waardoor er ruimte ontstond tussen de Geest en de Kerk en de geldigheid en effectiviteit van het doopsel onderwerp van kerkelijke twist werd.
Heilige
De term heilig wordt vandaag meestal moreel ingevuld: Heilig is iemand die goed leeft en die veel voor anderen over heeft, zo is de gangbare gedachte. Maar gaat het daar wel om als we belijden dat de Kerk heilig is? Nee, zeggen Rikhof en Van de Beek, niet om menselijk gedrag gaat het hier, maar om de inwoning van God in de gemeenschap van de Kerk. De Kerk is heilig om wat de heilige Geest aan de goddeloze bewerkt. “Alleen in de gemeenschap met God is de Kerk heilig en zijn haar leden heilig als leden van het lichaam van Christus die hen door zijn Geest uit het duister heeft geroepen tot het licht” (pag. 166).
Katholieke
Voor de duiding van de katholiciteit van de Kerk wordt opnieuw teruggegrepen op Cyrillus van Jeruzalem. Hij legt de nadruk op het allesomvattende van God en de Kerk en onderscheidt vijf karakteristieken van katholiciteit: het wereldwijde karakter, de hele geloofsleer, gericht tot alle mensen, allesomvattend in de vergeving van zonden en in de volheid van gaven en deugden.
En apostolische Kerk
De apostoliciteit van de Kerk houdt in dat de Kerk verbonden is met de apostelen. Het geloof in Christus en zijn evangelie wordt van generatie op generatie overgeleverd. Ambtsdragers worden voorbereid om dit op getrouwe wijze te doen. Alleen de Kerk zelf kan waken over de trouw aan de traditie van de apostelen. Zij kan dit bijvoorbeeld niet uitbesteden aan de overheid. Deze taak is in de Kerk toebedeeld aan bisschoppen en in laatste instantie aan de paus. De auteurs onderschrijven de noodzaak van een laatste gezagsinstantie en stellen dat deze taak logischerwijze bij de Bisschop van Rome is komen te liggen. Onfeilbaar, zo stellen zij, is de paus zolang en voor zover hij het apostolisch getuigenis vertegenwoordigt.
Het ambt
Wat betreft het ambt in de Kerk en de eucharistie wordt het spannend vanwege belangrijke verschillen tussen de katholieke en protestantse ambtsopvatting (priester versus dominee) alsook tussen de beleving van de (katholieke) eucharistie en het (protestantse) avondmaal. De auteurs gaan hieraan voorbij. Zij stellen dat wijding/ ordinatie van ambtsdragers door handoplegging, waardoor de gave van de heilige Geest wordt gesymboliseerd, ook in de klassieke protestantse kerken plaatsvindt, zij het dat deze ordinatie niet gebeurt door een bisschop, maar door geordineerde predikanten. Door de ordinatie wordt het ambt een blijvend kenmerk van de identiteit (character indebilis). Het werk van de Geest is gericht op Christus. De Geest stelt Hem tegenwoordig. De Schrift, de Kerk, het ambt en de doop zijn de middelen om tot Christus te komen. Maar deze middelen, zo schrijven Rikhof en Van de Beek, zijn niet de presentie van Christus zelf. Er is een zekere distantie. Zowel voor de Schrift als voor ambt blijft altijd een kritische benadering nodig.
De Eucharistie
Er is één plek in de Kerk waar Christus zelf, direct en werkelijk, aanwezig is. En dat is de Eucharistie. Ook in deze paragraaf gaan de auteurs uit van een fundamentele overeenstemming tussen de katholieke en protestantse traditie. Wie Thomas, Cajetanus, Luther en Calvijn leest, zal ontdekken dat ieder de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het sacrament leerden. Het is daarom te betreuren dat nuanceverschillen uitgelegd werden als onoverbrugbare leerverschillen. Volgens Rikhof en Van de Beek kunnen deze beter opgevat worden als verschillende fonkelingen van de kostbare diamant van de aanwezigheid van Christus in het sacrament (pag. 173).
Geert van Dartel (64) is voorzitter van de Raad van kerken Nederland en secretaris van de Katholieke Vereniging voor Oecumene.
(Vijfde artikel in een reeks van zes artikelen over het boek ‘Wij geloven. De geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel’, uitgelegd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof)
Lees ook de eerste vier artikelen
Wij geloven. Rooms-katholiek en protestant: één geloof. De geloofsbelijdenis van Nicea / Constantinopel, uitgelegd door Bram van de Beek en Herwi Rikhof. KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht 2019, ISBN9789043532716, € 19,99.