Afgelopen vrijdag 22 maart vond in de Janskerk te Utrecht een symposium plaats, ‘In vrede samenleven’. Het symposium handelde over de dialoog tussen de islam en het westen (of het christendom) en zijn kansen. Sprekers waren pater Jens Petzold, de heer Rasit Bal en prof. dr. Marcel Poorthuis.
Jens Petzold sprak over zijn ervaringen op het gebied van de interreligieuze ontmoeting en dialoog in Syrië en Irak, Rasit Bal en Marcel Poorthuis over godsdienstvrijheid, verdraagzaamheid en interreligieuze dialoog in Nederland.
Opening en inleiding
Het symposium werd geopend door Jasja Nottelman, studentenpastor verbonden aan de Janskerk en middagvoorzitter. Ze onderstreepte het belang van dialoog en refereerde aan de recente aanslag op de twee moskeeën in Christchurch, Nieuw Zeeland, en aan de aanslag in de voorbije week in een tram te Utrecht. De inleiding op de middag werd verzorgd door Yosé Höhne Sparborth. Zij sloot haar inleiding af met de mededeling dat de Raad van Kerken in Nederland besloten had mede steun te geven aan dit symposium, “omdat we als kerken aansluiting zoeken bij het programma van de Wereldraad, die opriep tot een pelgrimstocht van gerechtigheid en vrede. Een pelgrimstocht, dat is een tocht van bezinning, waaraan je wilt veranderen, door je blik te scherpen en uit te breiden. De kerken in het zuiden hopen dat wij, kerken in het noorden, die blik ook op onszelf richten, vragend, onderzoekend. Vanmiddag hopen we dat een beetje te doen. En we hebben daartoe twee mensen uit eigen huis uitgenodigd om onze blik richting te geven, twee Nederlanders. En we hebben Pater Jens uitgenodigd, die met zijn gemeenschap te Syrië en zijn klooster in het Iraakse bisdom Kirkuk dagelijks dat samenleven in vrede praktiseert. Onze hoop is dat we kunnen leren van anderen, en dat we bemoedigd worden door praktijken van vrede elders”, aldus Höhne Sparborth.
Pater Jens Petzold
Jens Petzold hield als eerste zijn lezing. Hij vertelde over zijn communauteit Deir Mar Musa, gesticht door pater Paolo Dall’Oglio, tegenwoordig bestaande uit 4 vrouwen en 5 mannen, en tegenwoordig geleid door zuster Huda Fadoul. In 1984 kwam Paolo Dall’Oglio naar de ruine van Deir Mar Musa en vroeg zich af of zo’n verlaten oord tot leven gewekt zou kunnen worden. Er kwam een gemeenschap daar, die was gebaseerd op een leven in gebed, handenarbeid en gastvrijheid, de roeping om een open huis te zijn. Toen patriarch Sako nog bisschop van Kirkuk was heeft hij voorgesteld om in Sulaimanya in zijn bisdom een open huis te beginnen à la Deir Mar Musa. “Zelf was ik”, aldus Jens Petzold, ” in 2011 in Kirkuk te gast bij bisschop Sako, en daar maakte ik mee hoe dat huis openstond voor iedereen: allerlei politici van diverse partijen, allerlei religieuze leiders van diverse groepen kwamen er binnen voor gesprek, ook vaak in gemengde samenstelling.
Precies dat is ook de opgave geworden van het klooster dat ik in Sulaymaniyah moest gaan opzetten. Ontmoetingen mogelijk maken, daar de best mogelijke voorwaarden voor scheppen, en een zo natuurlijke basis daarvoor dat vertrouwen kan groeien, terugkomen, en dialogen mogelijk worden waarin we opnieuw elkaars sterkste zijden ontdekken.” Zo ontstond het kloostertje in Sulaimanya. Jens schetst het belang van dialoog om met name de geschiedenis te verwerken. “Zonder verwerking van de geschiedenis is er geen verzoening.”
Rasit Bal
Na Jens Petzolds lezing en een intermezzo met Syrische muziek gaf Rasit Bal zijn lezing. Rasit Bal was voorzitter van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), dat de belangen van moslims bij de Nederlandse overheid en politiek behartigt. Hij was tot voor kort docent en coördinator van de imam-opleiding van Inholland en hij is promovendus aan de universiteit van Amsterdam. Zijn lezing had als titel ‘Inzet van moslims in Nederland voor interreligieuze dialoog en verdraagzaamheid.’ Hij schetste een ontwikkeling waarbij moslims steeds meer kunnen evolueren naar een identiteit als moslim die open staat naar andere groeperingen. De nieuwe ervaringen die moslims in Europa opdoen met andere godsdiensten, biedt een uitweg voor moslims in het Midden-Oosten, aldus Rasit Bal.
Marcel Poorthuis
Marcel Poorthuis doceert interreligieuze betrekkingen aan de Tilburg School of Theology (Utrecht en Tilburg). Hij is lid van de Katholieke Raad voor het Jodendom. Hij studeerde lange tijd bij rabbijn Yehuda Aschkenasy en verdiept zich sinds een jaar of tien ook in de islam, beide tevens als bron voor christelijk-theologische reflectie. Zijn lezing was getiteld ‘De Abrahamitische religies en de christelijke aanwezigheid in Arabische landen’. Daarin verkende hij de Abrahamitische oecumene, een begrip als gastvrijheid en zo iets als multiple religious belonging. Hij ging ook in op het belang van de aanwezigheid van christenen in het Midden-Oosten en op het belang van de solidariteit van de kerk in het Westen met de midden-oosterse christenen.
Aan het einde was er een forumgesprek van Jens Petzold en Marcel Poorthuis met het publiek, dat vragen kon stellen. (Rasit Bal moest al eerder weg wegens een verplichting elders, gerelateerd aan de aanslag te Utrecht vier dagen eerder.) Daarin werd nog verder ingegaan op de thema’s van deze boeiende middag.
Tekst: Leo Leijssen, Kath. Vereniging voor Oecumene