De Europese Kerkenconferentie maakt zich zorgen over afnemend begrip voor religieuze gebruiken. Een voorgenomen besluit van het parlement op IJsland, om de besnijdenis van jongetjes te verbieden, was onlangs aanleiding om een conferentie te organiseren over het thema in Reykjavik. Als de voorstellen doorgaan kunnen ouders die hun kind laten besnijden gevangenisstraffen tegemoet zien die kunnen oplopen tot zes jaar gevangenis.
Zowel de Europese Kerkenconferentie als de rooms-katholieke Europese Bisschoppenconferentie hebben in een verklaring laten weten dat een verbod op besnijdenis twee wereldreligies buiten de orde van de wet plaatst, namelijk jodendom en islam. De organisaties spreken van een schending van de vrijheid van godsdienst, een van de elementaire mensenrechten. De kerken hopen dat het parlement de voorstellen zal intrekken.
De discussie in IJsland sluit aan bij discussies zoals ze eerder bijvoorbeeld in Nederland werden gehouden over rituele slacht en over besnijdenis. Doordat de volksvertegenwoordigingen relatief weinig religieuze kennis hebben ontstaat er al gauw onbegrip rond bepaalde religieuze praktijken.
Op IJsland heeft het forum voor interreligie (Interfaith Forum) en het instituut voor religieuze studies van de universiteit een congres over de thematiek gehouden waar christelijke, joodse en islamitische sprekers ingingen op de problematiek; ook medici en seculiere inleiders kwamen aan het woord. Volgens een persverklaring van de Europese Kerkenconferentie laat de discussie zien dat religie de sociale cohesie kan bevorderen in een klimaat waarin scepticisme de boventoon voert als het gaat over religies.
Het congres in Reykjavik liet zien dat besnijdenis al duizenden jaren wordt toegepast bij diverse religieuze groeperingen. Joden zien in de besnijdenis het verbond tussen God en zijn volk weergegeven. Een soortgelijke opvatting is te vinden in de islam en in bepaalde christelijke stromingen, zoals de Ethiopisch en Eritrees Orthodoxe kerken.
Opperrabbijn Jair Melchior van Denemarken zei dat een soortgelijke discussie in Denemarken wordt gevoerd over de besnijdenis; hij noemde het de eerste echte bedreiging voor de Joodse gemeenschap in Denemarken in vierhonderd jaar. Denemarken gaat er juist prat op dat zij de Joodse gemeenschap bescherming hebben geboden tijdens de Duitse overheersing in de Tweede Wereldoorlog.
‘We moeten de dialoog zoeken tussen seculiere en religieuze standpunten, progressieve en traditionele benaderingen en polarisatie voorkomen’, aldus Heikki Huttunen, secretaris-generaal van de Europese Kerkenconferentie. Hij verwees naar artikelen 1.14 en 1.29 van de UN-conventie over de rechten van het kind, waar staat dat het kind recht heeft op onderwijs in de religieuze traditie van de ouders.
Het toenemende onbegrip tussen seculiere theoretici en religieuze leiders is voor de organisatie van In Vrijheid Verbonden in Nederland (waar de grote religieuze tradities in Nederland bij zijn aangesloten) het gesprek tussen gelovigen en ongelovigen prominent op de agenda te zetten. Mgr. Joris Vercammen heeft een notitie geschreven, waarin hij probeert te laten zien hoe mensen vanuit verschillende standpunten begrip kunnen zoeken voor elkaars standpunt. Hij citeert daarin Levinas, die spreekt over ‘de kleine goedheid’ van mensen die je bij ieder mens van goede wil zou kunnen vinden. Hij ziet de waardering voor elkaar en voor het geheim van het leven als een gedeelde invalshoek, die qua schoonheid is te vergelijken met de morgendauw.
Foto: De Ethiopisch-Orthodoxe Kerk is één van de weinige kerken die de besnijdenis heeft gehandhaafd (foto internet)