Steeds meer landen nemen de verplichting op zich om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Een groep van ca. 20 landen heeft verder afgesproken uiterlijk 2030 geen steen- of bruinkool meer te zullen gebruiken voor energieopwekking. Nederland zit erbij, Duitsland en Polen (nog) niet. Pikant detail daarbij is, dat die alliantie die zich druk maakt over de steen-en bruinkool wordt geleid door het Verenigd Koninkrijk en Canada, dus de naaste bondgenoten van de VS. Tijdens de 23ste editie van de COP (jaarlijkse conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering) die afgelopen jaar in Bonn plaatsvond van 6 tot 17 november, was de doopsgezinde afgevaardigde Marijke van Duin aanwezig. Zij heeft de werkgroep Duurzaamheid verslag gedaan van haar bevindingen; haar indrukken zijn de basis van dit artikel.
Voorzitter van COP 23 was Fiji. Daardoor was er relatief veel aandacht voor de kleine eilandstaten die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. Een bijzondere uitkomst van COP 23 is de Talanoa Dialoog (TD). Die is tijdens COP 23 van start gegaan als interactief proces dat naar COP 24 leidt, en de besluitvorming daar ondersteunt. Talanoa is een Fijiaans woord en staat voor een politiek proces met drie belangrijke spelregels: 1) Iedereen mag zijn zegje doen; 2) Het is een eerlijk en rechtvaardig discussieproces; 3) De uitkomst moet eerlijk en rechtvaardig zijn voor ‘diegenen die ertoe doen’. Bedoeld worden slachtoffers van klimaatverandering, dus met name mensen op lage eilanden, in kuststreken en boeren. De officiële TD binnen de klimaatonderhandelingen moet gaan helpen de ambities te verhogen, zowel op het gebied van mitigatie (emissiereductie) als op het gebied van financiering. En dat is nodig, want volgens het 7e UNEP GAP report (2017) dat tijdens COP 23 werd aangeboden, wordt nu hooguit een derde gedaan van wat nodig is om de doelen van het PA te halen. Komend jaar werken de landen via de TD en in tussenvergaderingen dan ook verder aan Loss & Damage, pre 2020 emissiereductiedoelen en financiën.
COP 23, de 23e klimaattop van de UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change), was een technische tussenvergadering ter voorbereiding op COP 24 eind 2018. Daar moeten belangrijke politieke besluiten worden genomen op het gebied van financiën, ambitie en transparantie. Deze besluiten zullen vervat moeten worden in het zogenaamde Rulebook (draaiboek) van het Paris Agreement (PA), het klimaatakkoord dat in december 2015 in Parijs is gesloten. Het PA gaat in 2020 van start en kan alleen goed werken als alle landen zich aan dezelfde regels houden. Tijdens COP 23 en COP 22 is een hoop voorwerk gedaan voor dit Rulebook.
Positieve uitkomsten COP 23
1) Pre 2020 actie: steeds meer landen ratificeren het Doha Amendment. De EU heeft dit eind december 2017 gedaan. Het betekent dat deze landen zich blijven inspannen voor emissiereductie, ook in de periode vóór 2020 wanneer het PA ingaat. Daardoor zullen de Nationale Klimaatplannen (NDCs) onder het PA ambitieuzer kunnen zijn. Tegelijk moeten nog steeds veel landen het Doha Amendment ratificeren, dus zo gunstig is het beeld nu ook weer niet.
2) Het Gender Action Plan is aangenomen. Het betekent dat er meer aandacht komt voor de positie en rol van vrouwen, en er meer vrouwen op besluitvormende plekken zullen komen. Althans dat is het streven. Mogelijk heeft dat invloed op de inhoud van besluiten.
3) Het Indigenous Peoples’ Platform is aangenomen. De zogenaamde ‘oorspronkelijke bewoners’, zoals indianen in de VS en Latijns-Amerika, aboriginals in Australië en de bewoners van landen als Fiji, zullen via dit platform hun stem beter kunnen laten horen. De Wereldraad van Kerken (WCC) werkt al jaren met deze groepen samen.
4) Lancering van het Ocean Pathway. De bedoeling is oceanen en hun grote rol in het klimaat in 2019 op de werkagenda van de klimaatonderhandelingen te krijgen, en in de Nationale Klimaatplannen (NDCs) op te laten nemen.
5) Power Past Coal Alliance. Een groep van ca. 20 landen en Amerikaanse staten heeft afgesproken uiterlijk 2030 geen steen- of bruinkool meer te gebruiken voor energieopwekking. Nederland zit erbij, Duitsland en Polen (nog) niet. Pikant: de alliantie wordt geleid door het VK en Canada, dus naaste bondgenoten van de VS. Een duidelijk signaal. Zie https://cop23.unfccc.int/news/more-than-20-countries-launch-global-alliance-to-phase-out-coal.
6) Veel Amerikaanse staten en steden laten voortvarend klimaatbeleid zien, ondanks de opstelling van president Trump. Dat bleek o.a. uit diverse side events en presentaties. Zie https://www.wearestillin.com.
Negatieve ontwikkelingen
1) Klimaatfinanciering. Er is nog steeds geen definitie van klimaatfinanciering. De meeste rijke landen gebruiken bestaand ontwikkelingsgeld als klimaatbijdrage. De arme landen willen dat klimaatgeld geoormerkt wordt en bovenop bestaand ontwikkelingsgeld komt. Zij zullen veel geld nodig hebben voor adaptatie (aanpassing aan klimaatverandering), voor hun economische ontwikkeling zonder fossiele brandstoffen, en voor gedwongen klimaatmigratie. Of de toegezegde jaarlijkse 100 miljard USD per 2020 voor het Green Climate Fund (GCF) zonder de VS kan worden gehaald, is nog niet duidelijk. De rijke landen zullen wel rapporteren over hun voortgang om het geld bijeen te brengen.
2) Loss & Damage (L&D). Reeds nu is er in veel landen veel schade als gevolg van stormen, overstromingen, droogte, bosbranden etc. Daar komt bij dat niet alle verliezen in geld zijn uit te drukken. Denk aan het verdwijnen van tradities en culturen als gevolg van gedwongen klimaatmigratie (Fiji). Hoewel L&D een officiële tekst is binnen het PA, hebben de rijke landen tijdens COP 23 geweigerd hierover door te praten binnen de officiële agenda. Er komt nu alleen een speciale expert-bijeenkomst in de marge van COP 24. Om recht te doen aan de enorme verliezen die al geleden zijn en die nog zullen komen, wordt door de arme landen om financiële compensatie gevraagd. Dat is voor de rijke landen vooralsnog onbespreekbaar. Wel is er het InsuResilience initiatief van de G20(19) dat voorziet in de verzekering van economische klimaatschade. Voor de meeste arme landen is de premie daarvan echter onbetaalbaar. Gehoopt was op meer voortgang rond L&D tijdens COP 23 en dat is dus niet gelukt.
Samenvattend: het grootste obstakel voor serieuze voortgang in de klimaatonderhandelingen is het gehakketak over geld. En dat remt tevens de ambitie van rijke landen om meer haast te maken met de noodzakelijke transitie.
Side events
Tijdens de side events worden nieuwe ideeën, projecten en wetenschappelijk onderzoek gepresenteerd. Twee onderwerpen sprongen er wat mij betreft uit:
1) Klimaatvluchtelingen hebben nog steeds geen juridische status, i.t.t. oorlogsvluchtelingen. Dat betekent dat zij volledig aan hun lot overgelaten (kunnen) worden. Uit de verhalen van de Fijiaanse deelnemers aan het oecumenisch team bleek dat dat inderdaad de praktijk is. Klimaatvluchtelingen op de eilanden zijn niet alleen slachtoffer van klimaatverandering en dus vaak alles kwijt, maar moeten ook nog eens zelf hun verhuizing etc. betalen. Gezien de verwachte toename van het aantal klimaatvluchtelingen wereldwijd kan deze situatie, als die niet wordt aangepakt, voor veel chaos zorgen.
2) Juridische aanpak klimaatverandering: kan internationale arbitrage (international dispute settlement) staten en bedrijven dwingen om maatregelen te nemen? Artikel 24 in het PA biedt hiervoor een aanknopingspunt. Het Permanent Hof van Arbitrage zou hiertoe het geëigende hof zijn, daar neemt het aantal zaken tussen landen en bedrijven de laatste jaren fors toe. De Kamer van Koophandel in Stockholm (2e in grootte wereldwijd!) heeft een internationale prijsvraag uitgeschreven voor het ontwerpen van een nieuw juridisch instrument om internationale (investerings)wetgeving te laten helpen klimaatverandering aan te pakken. Aan deze prijsvraag werken 300 juristen wereldwijd in 42 teams; de winnaar(s) wordt(en) gepresenteerd tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september 2018.
Ook ditmaal was er een campus met stands, (landen)paviljoens, tentoonstellingen, presentaties etc. Vele ngo’s en bedrijven geven daar acte de présence. Een greep uit de vele activiteiten, ook buiten het conferentiecentrum met allerlei thema’s, zoals mensenrechten, de kolenindustrie en het terugtrekken van investeringen uit fossiele brandstoffen.
Oecumenisch team en geloofsgemeenschappen
Vanwege het voorzitterschap van Fiji had de WCC enkele afgevaardigden van Pacifische kerken in het oecumenisch team opgenomen. Dat waren Frances Namoumou van de Pacifische Raad van Kerken, ds. Tafue Lusama van de Congregational Church in Tuvalu en ds. James Bhagwan van de Methodist Church in Fiji. Zij vertelden over de impact van klimaatverandering op de Pacifische eilanden, en de inspanningen van de kerken daar om de mensen te helpen, onder meer bij gedwongen migratie. Voor de WCC een reden te meer om aandacht te blijven vragen voor klimaatrechtvaardigheid.
COP 24 / aanloop
Op de agenda voor komend jaar staan belangrijke bijeenkomsten:
– De Talanoa Dialoog (TD), het voortgaande overlegproces tussen landen. De vraag is overigens wel in hoeverre deze TD window dressing is.
– Bonn UNFCCC 30 april–11 mei 2018 (jaarlijkse intersessional).
– Tweede ministeriële top over Climate Action (MOCA), voorzitters Canada, EU, China. Eén bijeenkomst in Europa, voorjaar 2018, een tweede in China later in 2018.
– G7(8) 8-9 juni in Canada; G20(19) 30 nov-1 dec in Argentinië.
Voor de derde keer zal Polen voorzitter zijn van een COP, namelijk van COP 24, 3-14 december 2018 in Katowice. Polen heeft tot nu toe slecht klimaatbeleid laten zien, het leunt zwaar op zijn kolenindustrie. Andere (EU)-landen en ngo’s zullen zich daarom inspannen om Polen op andere gedachten te brengen. Ook het Europees christelijk milieunetwerk ECEN (www.ecen.org) zal zijn steentje hieraan bijdragen: van 6-10 oktober wordt, ook in Katowice, de 12e ECEN Assemblee gehouden, in samenspraak met de Poolse Raad van Kerken en de Global Catholic Climate Movement. Verder is er een plan voor een multireligieus Climate Action Charter voor geloofsgemeenschappen, te tekenen in de loop van 2018, aanbieding tijdens COP 24.
Marijke van Duin
Marijke van Duin is sinds 2000 lid van de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken. Zij was aanwezig bij COP 23 van 12 t/m 17 november. Met dank aan Adrian Shaw, Church of Scotland en Athena Peralta, WCC.
Foto’s:
1. De Jordaanse kunstenaar Haddad heeft een poster gemaakt waarin hij zorg uit over de schepping. De titel is nogal lang: ‘Op een dag zal er geen water meer zijn, maar lleen nog onze tranen. Verroeste tranen’.
2. Natuurfoto met zwanen.