De Nederlandse overheid betaalt pensioenen en toeslagen niet meer uit aan orden en congregaties, maar alleen aan individuele zusters. Het gaat om een ogenschijnlijk eenvoudige aanpassing, waar congregaties in toenemende mate de lasten van ondervinden.
Dat schrijft Yosé Höhne-Sparborth, lid van de beraadgroep Samenlevingsvragen, in een nieuwjaarsboodschap aan haar vrienden en relaties. Yosé Höhne-Sparborth heeft de gewoonte om niet alleen een wens te doen uitgaan, maar ook enkele inhoudelijke gedachten te formuleren. Ze schrijft dit jaar over de relaties vanuit Utrecht met Kirkuk en de studentenprojecten die daar worden gesteund. En ze benoemt ook de problemen die opduiken rond de administratie van de congregaties.
Höhne-Sparborth: ‘In 2016 werd de administratie van mijn congregatie opgeschrikt met de mededeling van staatswege, dat pensioenen en toeslagen niet meer konden worden uitgekeerd op een rekening van de orde, maar enkel op een rekening op persoonlijke naam van de zuster. Zelfs voor zusters van inmiddels 99 of 100 jaar oud moesten persoonlijke rekeningen worden geopend, soms enkel voor het ontvangen van een zorgtoeslag. Het betekent feitelijk de opzegging van rijkswege van de erkenning van kloostergemeenschappen. Gemeenschap van goederen is tegenwoordig uit den boze’.
Meer bureaucratie
Een andere burocratische ervaring betreft de steun voor de studenten in Kirkuk. Höhne-Sparborth schrijft: ‘Een formele hulporganisatie die haar gelden grotendeels ontvangt van de Nederlandse staat mag het niet aan kerkelijke instanties geven. Ze kunnen de bisschop in Kirkuk dus niet helpen met de opvang van vluchtelingen-studenten, waarvan de helft yezidi. Met spijt zeggen deze organisaties ‘nee’’.
In 2018 zal het studentenproject overigens wel een project van vastenactie zijn. Giften kunnen worden overgemaakt naar: NL47 RABO 0123 2463 42 St. Martinusparochie Utrecht, mvv Kirkuk
Foto: Yosé Höhne-Sparborth