Agenda’s bewijzen belang

Iedereen die de breedte van de oecumenische ontwikkelingen volgt, kan vaststellen dat er zich wezenlijke culturele veranderingen binnen de kerken voltrekken. Zelfs cynische kerkleden moeten toegeven dat leiders kerkbreed het inzicht delen dat de onderlinge samenwerking van vitaal belang is. Wie nog een nieuw argument zoekt, kan simpelweg de agenda van de rooms-katholieke bisschop van Rotterdam nalopen en turven hoe vaak hij in de maand oktober zich heeft ingezet voor de oecumene: je komt tot een getal dat kan wedijveren met al zijn andere inspanningen, of het nu gaat om afstemming met andere bisdommen, om aansturing van zijn eigen bisdom om protocollaire verplichtingen, ze vragen allemaal tijd, maar hij heeft ook relatief veel tijd gegund aan het zichtbaar maken van de oecumene.

Nu is de overdaad van oecumene in oktober mede te verklaren uit de afsluiting van het Lutherjaar. Op 31 oktober 1517 hamerde Luther stellingen – zo wil het verhaal – op de deur van de slotkapel in Wittenberg; in 2017 is dat precies 500 jaar geleden. Mgr. Hans van den Hende, de bisschop van Rotterdam en referent voor de oecumene, is op talloze plaatsen gevraagd om daar aandacht aan te besteden. Dus het hoeft niet te verbazen dat het resultaat daarvan terug te vinden is in zijn agenda, die hij overigens iedere maand zeer transparant aanbiedt op de website van het bisdom. In die zin behoort hij bij de meest transparante kerkelijke leiders die Nederland op dit moment heeft.

Een doorkijkje in de laatste week van oktober – natuurlijk het hoogtepunt van de Reformatieherdenkingen – maakt duidelijk dat Luther en de ideeën waar Luther voor staat volop de agenda mogen invullen van de rooms-katholieke geestelijke. Mgr. Van den Hende nam op 23 oktober deel aan het moderamen van de Raad van Kerken, waar de gezamenlijke inspanningen van kerken per definitie de essentie van de agenda bepalen. Het was dit keer niet anders; met thema’s variërend van gezamenlijke inspanningen ten dienste van vluchtelingen tot de vraag of kerkproeverij in 2018 opnieuw op de gezamenlijke agenda moet staan. Hij sprak daarna met een groep protestanten over aanstaande gezamenlijke festiviteiten rond 500 jaar Reformatie. Een dag later was er de ontmoeting met vader Heikki Huttunen en Peter Pavlovic van de Europese Kerkenconferentie die als gast van de Raad van Kerken Nederland bezochten. Weer een dag later sprak Van den Hende in Hilligom over de Rooms-Katholieke Kerk en de oecumenische dialoog in het kader van het Tweede Vaticaanse Concilie. Op 26 oktober ging het in de Utrechtse Nicolaikerk tijdens een oecumenisch symposium over de stellingen van Luther. En op maandag 30 oktober was hij in de Lutherse Andreaskerk in Rotterdam waar hij een voordracht hield over 500 jaar Reformatie in Rotterdam. Hij verzorgde samen met ds. Ilse Hogeweg van ds. Martin van Wijngaarden de gebedsviering. Weer een dag later deed hij mee aan de voorbeden in de Domkerk tijdens de nationale herdenkingsdienst van de Reformatie.

Voor mgr. Hans van den Hende gaat de spade van de oecumene dieper dan de oppervlakkige contacten. Hij pleit steevast voor een geestelijk fundament onder het katholieke denken. Het gebed is daarbij bij uitstek toetssteen van de diepgang. Immers wat je voor Gods aangezicht uitspreekt, heeft een diepere grond dan datgene wat je in een studierapport uitbrengt voor theologen; waarbij we natuurlijk niet het één moeten willen uitspelen tegenover het andere. Hans van den Hende pleitte bij verschillende gelegenheden dan ook voor de waarde van de oecumene in het gebed. ‘Wanneer het gaat om een dialoog in het kader van de oecumene dan betreft dit niet alleen het gesprek tussen kerken en mensen. Het gaat eerst en vooral ook om de dialoog van de mens met God’. Hij verwijst bijvoorbeeld naar paus Johannes Paulus II die in 1995 in Ut unum sint benadrukt dat christenen in het gebed de toekomst van hun eenheid en communio toevertrouwen mogen aan Christus. Het is in Christus verankerd. ‘Alles wat met dialoog te maken heeft, berust op het gebed en wordt erdoor ondersteund’.

Hans van den Hende heeft in oktober het belang van het gebed verder onderstreept door bij de afsluiting van een bedevaart naar Rome het nieuwe kerkelijke jaar bij de start van Advent op 3 december tot een ‘Jaar van Gebed’ te proclameren. Je bent er niet, zo legde hij uit, met het opbouwen van een beschaving van liefde. ‘Het begint met gebed. Zo komen we tot dienstvaardigheid en liefde’. ‘De Kerk als een netwerk van liefde dient tot opbouw van een beschaving van liefde. Dat kan niet zonder gebed, anders wordt het een netwerk los van Christus, een paraplu zonder handvat’.

Opvallend bij alle evaluaties die de media houden rond de Lutherherdenkingen is dat het besef over de manier waarop kerkleiders hun agenda vullen onvoldoende bij de beschouwingen worden betrokken. Soms zijn er vreemde, overspannen verwachtingen. Namelijk dat kerken het Lutherjaar zouden gebruiken om herenigingen aan te gaan. We verkeren inmiddels in een derde generatie van oecumenische contacten tussen kerken in Nederland en daarbij past besef dat onderlinge samenwerking en onderlinge vertrouwdheid elementaire onderdelen zijn van de eigen kerkelijke identiteit. Het idee dus dat je eigen kerkelijke bezieling combineert met de inborst van andere kerken is minder prominent dan het besef dat je als kerken samenwerkt en samen op trekt.

De Raad van Kerken – om het vanuit die kant te belichten – is niet alleen een oefenplaats waarin je de verschillende theologieën en liturgische inzichten met elkaar uitwisselt en waar zinvol met elkaar combineert; het is vooral ook een parlement, een fellowship, een plek van onderlinge afstemming. De oecumenische voortgang meet je niet alleen af aan de rapporten waarin de beddingen van kerken meer op een gezamenlijke leest worden gebracht; je meet het ook af aan de dagdelen in de agenda’s die kerkleiders reserveren om de gezamenlijkheid te dienen. In die zin is het Lutherjaar uitermate succesvol. Protestantse kerken hebben – mede dankzij de inzet van mensen als Margriet Gosker (PKN-coördinator) en Herman Selderhuis (coördinator Refo-500) – laten zien dat 500 jaar Reformatie niet tot meer congregationalisme mag leiden, maar voluit katholiek zich wil oriënteren. De Rooms-Katholieke Kerk heeft – mede dankzij de afwegingen van mensen als Hans van den Hende (referent voor de oecumene) en Geert van Dartel (directeur Katholieke Vereniging voor Oecumene) – steeds tijd gemaakt om het jubileum van de zusterkerken mede op te luisteren en invulling te geven vanuit katholiek geloof.

Foto’s:
1. Archieffoto 
2. Plechtigheid in de Dom op 31 oktober
3. Bezinning in Nieuw-Kuijk eerder dit jaar
4. Samen op één podium met Peter Sleebos en René de Reuver (18 maart 2017)