We hebben elkaar nodig en zijn afhankelijk van elkaar; dit geldt voor collega’s, gezinnen en onze samenleving als geheel. Samen zijn we tot meer in staat dan we denken. Maar hoe bereik je die meerwaarde? Volgens Josine Westerbeek, de voorzitter van het CSC, lukt dit door te beseffen dat we op elkaar aangewezen zijn. Daarover ging het Christelijk Sociaal Congres (CSC) van dit jaar. Het thema was Op elkaar aangewezen – Durf afhankelijk te zijn, een vervolg op het thema van vorig jaar, te weten De kracht van verbondenheid. De ambitie was om verdieping aan dit thema te geven maar ook om ideeën te vormen en deze om te zetten in concrete activiteiten.
Hoe geef je verbondenheid vorm?
Hoe geef je verbondenheid vorm, in een tijd waarin onafhankelijkheid en autonomie de norm lijkt te zijn?. Eerst met analyses, van o.a. Kim Putters van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), en daarna met voorbeelden en praktische oefening waarbij van alle deelnemers creatieve inbreng werd gevraagd. Ook bezinning ontbrak niet: de Amsterdamse predikant Jurjen ten Brinke verzorgde een meditatie over het ‘elkaar dienen’. Dat is volgens de Bijbel niet helpen, maar het potentieel in anderen tot bloei brengen.
Putters verschafte als eerste spreker inzicht in de overheersende gevoelens in de huidige samenleving. Mensen vinden fatsoen en omgang met elkaar het meest belangrijk. Ook maken ze zich zorgen over immigratie en integratie van vooral moslims. Het SCP constateert iets meer optimisme de laatste tijd, maar dat niet bij iedereen. En, Putters’ grootste punt van zorg, het blijkt dat de verschillen tussen rijke en arme mensen, moslims versus niet moslims, jong en oud en hoger en lager opgeleiden nog steeds groeiende zijn. Hebben we voldoende oog voor deze ongelijkheden? Hoe brengen we verbinding tot stand? Putters riep de deelnemers aan het CSC op tot meer aandacht voor het belang van maatschappelijke verbanden bij het tegengaan van ongelijkheid, als (sport)verenigingen, kerken en internet-gemeenschappen. Hij wees erop dat de overheid hier weliswaar een taak heeft, maar dat het vooral ook een zaak is van maatschappelijke verbanden zorg voor elkaar te dragen. Deze oproep was aan de zaal welbesteed. De ruim 200 congresdeelnemers waren vrijwel allen afgevaardigden van deze verbanden. Zo waren de christelijke onderwijsorganisaties en vakbewegingen present, maar ook de kerken, politieke partijen, omroepen, ontwikkelingsorganisaties, onderwijsinstellingen en sociale investeerders. Hoewel zij allen in hun dagelijkse praktijk volop gestalte proberen te geven aan het verbinden van mensen, kwam er uit de zaal vraag naar inspiratiebronnen en praktische handvatten.
Liefhebben en dienen in woord en daad.
De protestantse predikant Jurjen ten Brinke reikte in zijn meditatie enkele inspirerende bijbelse gezichtspunten aan, afgeleid uit de tekst uit 1 Korinthiërs 12 over het lichaam dat uit vele delen bestaat die zonder elkaar niet kunnen functioneren. Ook wij mensen zijn op elkaar aangewezen. Wij zijn gemaakt voor relaties. Elkaar liefhebben en dienen zijn de werkwoorden die daarbij passen. Beide houden in dat we het potentieel in anderen proberen te ontdekken en helpen ontwikkelen. Zodat achterstelling en ongelijkheid en uitsluiting wordt omgezet in inclusiviteit en gelijkwaardigheid. Alleen in relatie tot elkaar zijn we tot meer in staat dan we denken.
De praktische verkenning van hoe we dit kunnen concretiseren bestond uit het laten zien van een aantal bestaande voorbeelden en uit het zelf oefenen met het leren zien van mogelijkheden. Theo Bovens, gouverneur van Limburg en voorzitter van het Kansfonds, gaf voor het eerste de aftrap. Hij liet zien hoe kerken zich inzetten voor sociale zorg (o.a. voedselbanken) en vluchtelingen en hoe maatschappelijke organisaties, als dorpsverenigingen of fanfares, inclusiviteit gestalte geven. Hij wees daarbij nadrukkelijk ook op de faciliterende rol van de overheid. De overheid vindt het geweldig wat al die organisaties doen, maar het moet volgens hem niet zo zijn dat de overheid niet thuis geeft als deze organisatie een beroep doen op de overheid. En de overheid moet ook niet veronderstellen dat iedereen autonoom is en voor zichzelf kan zorgen. Niet iedereen is bijvoorbeeld vaardig met computers en internet. De overheid moet in haar communicatie met de burgers dus rekening houden met iedereen die dit niet kan bijbenen. Ofwel: de burger niet verplichten alles via internet te doen, als bijvoorbeeld de belastingaangifte.
In een panel kwamen vervolgens ‘vier bijzondere mensen’ aan bod die vertelden hoe zij mensen die aan de zijkant staan verbinden met anderen. Zo hielp ondernemer Henk Willem van Dorp arbeidsbeperkten aan een zinvolle functie in zijn bedrijf, en hielp Christien de Graaff moslim leerlingen aan vertrouwen om de stap naar realisatie van hun toekomstdroom te durven wagen. Buurtpastor Titus Schlatmann praat met mensen op straat en laat zien dat er iemand is die zich om hen bekommerd, en Elly Ludenhoff luistert naar levensverhalen van ouderen in de wijk. Ze schenkt aandacht en geeft erkenning wordt zelf gelukkig van deze betekenisvolle verhalen.
De oefening in praktijk vond plaat is zogenaamde ‘sociale hackathons’, oftewel brainstormsessies in een kleine groep met een competitief element. Opdracht: zoek een concreet te realiseren manier waarop je tegenstellingen kunt overbruggen; tussen oud en jong, buurtbewoners, denkers en doeners en klimaatvervuilers en groene alternatieven. Er werd stevig nagedacht, wat leidde tot plannen voor een buurtverbond via een app waarmee buren elkaar hulp kunnen bieden bij klusjes, het invullen van formulieren, en mantelzorg. Een ander idee was het terugdringen van plastic door ‘watertap punten’ aan te leggen, naar voorbeeld van de flappentaps die iedereen kent. Of jong en oud met elkaar in contact brengen via buurt-gerelateerde oppas-service. Het winnende idee was van het buurtverbond, en werd gehonoreerd met de mogelijkheid om dit onder deskundige begeleiding daadwerkelijk te gaan realiseren.
Elkaar tot hand en voet zijn
Deze inspirerende tweedaagse vormt voor veel bestuurders van christelijke organisaties het begin van het nieuwe seizoen. Dit jaar dus met de uitdaging om zich in hun werk en binnen hun organisaties in te zetten voor verbinding van mensen uit ogenschijnlijk tegengestelde werelden. Het gaat erom te beseffen dat we van elkaar afhankelijk zijn en dat het een idee-fixe is dat we onszelf kunnen redden. Met als boodschap om mee aan de slag te gaan dat wij allen uitmaken van één samenleving en geroepen zijn elkaar tot een hand en een voet te zijn.
Een met in totaal ruim 200 personen goed bezocht congres, op 30 en 31 augustus in Doorn. Van de zijde van de RvK Beraadgroep was Hillie van de Streek aanwezig. Zij schreef ook dit verslag.