Eigenlijk is er geen enkele politieke partij in Nederland met een visie op de interreligieuze dialoog in het verkiezingsprogram. Dat blijkt uit een inventarisatie die de beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting van de Raad van Kerken heeft gehouden. De Raad had om zo’n onderzoek verzocht, nadat het document ‘Islam in Nederland’van de SGP bekend werd. De plenaire Raad wilde wel eens weten hoe het met de interreligieuze paragraaf stond bij verschillende politieke partijen. Het resultaat was mager. ‘Ik vermoed dat politieke partijen ook weinig zeggen in hun politieke programma over religie in het algemeen’, zei een moderamenlid, toen de inventarisatie van de beraadgroep aan de orde kwam.
De beraadgroep heeft verder geanalyseerd welke standpunten in de concrete programma’s de interreligieuze ontmoeting kunnen bevorderen en welke nadelig kunnen zijn. De resultaten zijn onlangs besproken, zowel in de beraadgroep als bij het moderamen. De conclusies zullen verder worden meegenomen in de overlegsituaties waarin kerk en politiek elkaar ontmoeten. De kerken hebben de analyse gemaakt nadat de feitelijke verkiezingen zijn gehouden. Ze beogen de gevoeligheid voor volgende verkiezingen te helpen ontwikkelen. Ze zien het belang van religie als thema voor het opbouwen van de samenleving. Ze gaan daarbij concrete partijpolitieke voorkeuren uit de weg; vandaar ook dat de analyse naar buiten is gebracht nadat de verkiezingen zijn gehouden.
Het programma van de VVD kent diverse punten die de interreligieuze ontmoeting vereenvoudigen. Zo willen de liberalen de discriminatie tegengaan door voorlichting en onderwijs. Haatpredikers willen ze weren en dubieuze geldstromen naar religieuze instellingen en andere organisaties die haaks staan op vrijheden, zullen ze aanpakken. Als uiterste maatregel moeten genootschappen die de democratie aantasten, verboden worden.
De PvdA wil investeren in gemengde wijken met een scala aan woningen voor diverse groepen en in een toegankelijke openbare ruimte waar voor iedereen plek is. De PvdA wil ook investeren in gemengde en brede scholen. De socialisten willen verder via het vak burgerschap en sociale vaardigheden aandacht creëren voor de onderlinge verschillen en voor het besef van ‘eenheid in verscheidenheid’; iedereen is anders en daardoor is iedereen gelijk. De beraadgroep schat deze punten in als van belang voor de interreligieuze ontmoeting. Nadeliger voor het gesprek tussen religies zijn de volgende maatregelen: Het begrip religie komt naar voren wanneer het fout gaat. Er is dan sprake van “religieus extremisme/radicalisering”, of: “(non-)acceptatie van seksuele diversiteit”, antisemitisme en andere vormen van pestgedrag (homo’s, moslims etc.). Met deze categoriale benadering wordt genegeerd dat de multi-etnische samenleving een godsdienstige context heeft (weer heeft gekregen bij de jongere generaties). Zo wordt de betekenis van levensbeschouwelijke organisaties/faith communities voor de opbouw van de samenleving niet onderkend.
De Christenunie wil pal staan voor de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting. Men wil respect voor de geestelijke vrijheid en culturele rechten van minderheden. Gemeenschappelijke waarden en normen zijn nodig om met verschillende bevolkingsgroepen die samenleving te vormen en in vrede met elkaar om te gaan. In ons land met veel verschillende nationaliteiten en verschil in afkomst, met veel culturen en religies, is een gemeenschappelijke basis hard nodig, meent de CU. De Christenunie zoekt daarom naar middelen de integratie van Turkse en Marokkaanse Nederlanders te bevorderen; de christelijke politici vragen ruimte voor islam in publieke ruimte. De Christenunie pleit – en dat staat weer haaks op de interreligieuze ontmoeting – voor een verbod op gezicht bedekkende kleding op plaatsen waar die de openbare orde, veiligheid of normale sociale interactie belemmert.
Groen Links pleit voor een nationaal actieplan tegen discriminatie en is voor strenger optreden tegen discriminatie op de arbeidsmarkt.
De Socialistische Partij pleit voor een specifiek integratiebeleid voor mensen met een grote achterstand tot onze samenleving, zodat problemen als taal, werkloosheid en eerwraak als reden voor geweld kunnen worden aangepakt. De SP vindt dat scholen in gemengde wijken een afspiegeling moeten zijn van de buurt. Scholen moeten afspraken maken over een eerlijke verdeling van leerlingen met een achterstand. Alle scholen dienen volgens de SP bij te dragen aan de integratie. De SP vindt het onacceptabel als scholen leerlingen weigeren, omdat ze niet bij de grondslag van de school zouden passen. Scholen die zich op deze manier bewust isoleren, kunnen hun bekostiging kwijtraken. De SP wil op middelbare scholen meer aandacht voor filosofie, religie en levensbeschouwing, waarbij leerlingen kritisch leren nadenken over hun eigen achtergronden en leren omgaan met andersdenkenden. De socialisten stimuleren gemengde scholen.
De PVV is voor preventief opsluiten van radicale moslims. Geert Wilders wil islamitische hoofddoekjes niet in publieke functies en een verbod op overige islamitische uitingen die in strijd zijn met de openbare orde. Wilders wenst een stop op de bouw van meer moskeeën en een verbod op de koran. Hij wil islamitische scholen sluiten.
Het CDA zegt dat ons land al eeuwenlang een plek is waar mensen met verschillende religieuze en culturele achtergronden en botsende politieke overtuigingen vreedzaam met elkaar samenleven. De vrijheid van meningsuiting, onderwijs, vereniging en godsdienst en het verbod op discriminatie bieden alle Nederlanders de ruimte om te zijn wie ze zijn. Voor de brede vorming willen de christendemocraten op alle onderwijsniveaus burgerschap, geschiedenis, filosofie, identiteit en maatschappelijke betrokkenheid integraal onderdeel uit laten maken van het lespakket.
DENK vindt dat scholen de wettelijke taak moeten hebben om intercultureel contact tussen leerlingen te bevorderen door bijvoorbeeld vriendschapsscholen te vormen en gemeenschappelijk aandacht te besteden aan de Dag van het Staatsburgerschap. Volgens DENK zijn er in Nederland meer mensen die geïntegreerde mensen moeten accepteren dan mensen die nog zouden moeten integreren. DENK pleit daarom voor het invoeren van een acceptatiemonitor in plaats van de integratiemonitor, zodat het acceptatiegehalte van de samenleving ieder jaar wordt onderzocht. DENK is daarnaast voor het invoeren van een Minister van Wederzijdse Acceptatie. DENK is een voorstander voor het afschaffen van de concepten en de stigmatiserende beleidspraktijken die horen bij de termen ‘Allochtoon’ en ‘Autochtoon’.
Natuurlijk zijn er nog meer politieke partijen die een nader onderzoek zouden rechtvaardigen. De beraadgroep volstaat met een steekproef.
Foto: incidenteel zijn er ontmoetingen van de kerk met de politiek, hier een archieffoto van februari 2017, toen diverse politieke partijen kort voor de verkiezingen in gesprek gingen met de kerken (op de foto links mgr. Hans van den Hende, lid van het moderamen van de Raad van Kerken en rechts vertegenwoordigers van diverse politieke partijen).