Armoede vraagt aandacht

Elke burgerlijke gemeente is verplicht om een amoede- beleidsnota te hebben, waarin diverse thema’s zijn uitgewerkt, zoals het onderwerp inkomen, werk, school, kinderen en vluchtelingen. Daarin komt het meerjarenbeleid naar voren. Juist in een periode waarin politieke partijen zich voorbereiden op verkiezingen (21 maart 2018) is het een belangrijk thema.

De deskundigheid van Hub Crijns, voorzitter van de landelijke vereniging SchuldHulpMaatje, prominent lid ook van het knooppunt Kerken en Armoede, kwam het thema van de relatie tot de politiek donderdag 1 juni onomwonden aan de orde tijdens de vierde regionale ontmoeting ‘Samen tegen Armoede’ in Colmschate bij Deventer.

Het is nodig om als kerken en organisaties administratie te voeren en te registreren op hoeveel momenten je mensen bijstaat in vragen van armoede. Die cijfers moeten ze doorgeven aan de politiek, zodat steeds inzichtelijk blijft waar de knelpunten van politieke keuzes zitten.

Een ander punt wat juist vanuit de bezoekers aan de orde gesteld werd, was de vraag: Hoe krijgen we de concrete situaties van armoede zichtbaar? Er is een zekere schroom om met eigen problemen naar buiten te treden. Soms merk je dat mensen hun eigen wijk verlaten en hulp zoeken in het centrum van een grote stad. Of je merkt dat ze in stilte pijn lijden. ‘Het is belangrijk dat we als kerken en organisaties steeds weer naar buiten treden en onze beschikbaarheid laten zien’, verwoordde iemand. ‘Wij werken met een kanskaart die we huis aan huis ronddelen’, zei een ander. ‘Voor ons is het heel belangrijk onderdeel te zijn van een netwerk. We hoeven niet alle antwoorden te weten, als de mensen maar bij de goede persoon of het juiste loket terecht komen’.

Het belang van onderlinge samenwerking kwam in alle toonaarden van de workshop naar voren. Je beseft dat je als afzonderlijke diakenen onvoldoende deskundigheid hebt en dat het moeilijk is overal als vrijwilliger van de hoed en de rand te weten. Maar het helpt als je een goed netwerk hebt en enigszins de weg kent. ‘Wij merken in onze woonplaats dat de vrijwilligers dat netwerk vaak beter kennen dan de ambtenaren’, zei iemand uit een wat grotere plaats.

Egbert Fokkema, voormalig diaconaal medewerker van de PKN, gaf tijdens de bijeenkomst inzicht in de diaconale vertrouwenspersoon die zo’n veertig diaconieën in Friesland hebben aangesteld om concreet met mensen om te gaan. De ervaringen daarmee zijn zeer positief. Ambtenaren kunnen q.q. niet bij mensen thuis komen en de diaconale vertrouwenspersoon doet dat wel.

Tijdens een meer algemene introductie werden de resultaten van het armoede-onderzoek van het knooppunt Kerken en Armoede gepresenteerd. Daaruit blijkt dat in drie jaar tijd het aantal individuele hulpaanvragen met 25 procent is gestegen naar ongeveer 50.000 per jaar. Diaconieën geven voor het totale werk zo’n 35 miljoen euro uit op jaarbasis. Bij de ontvangst van het armoede-rapport was er voor het eerst een reactie van de overheid, waarbij men aangaf dat de overheid accepteert dat een deel van de armoede niet verholpen kan worden door Den Haag of de gemeente. Kerken moeten er rekening mee houden dat ze structureel nodig zijn om de ergste nood te lenigen.

Foto’s:
1. Ina Brouwer van de regionale omroep maakte een verslag over de stijgende armoede.
2. Er waren vier workshops waarin mensen ervaringen konden uitwisselen; aan het hoofd van de tafel onder anderen Hub Crijns.
3. Aan het begin was er een plenair deel, waarin Egbert Fokkema (zittend op de tafel) een inleiding hield over de vertrouwenspersoon. 
4. De bijeenkomst werd voorafgegaan met soep en broodjes.