Opnieuw was er een aanslag gericht tegen koptische christenen in Egypte. Op vrijdag 26 mei werd een bus beschoten waarin de christenen onderweg waren naar het klooster van Sint-Samuel om te bidden. Ze werden vanuit drie terreinwagens beschoten. Daarbij zijn zeker 28 mensen om het leven gekomen en talloze gewonden gevallen.
Na de eerdere aanslag op Palmzondag heeft de Raad van Kerken ook een reactie gegeven (klik hier). Het besef dat het goed is voor elkaar te bidden willen we opnieuw onder de aandacht brengen.En de volgende tekst nodigt daartoe uit:
God van liefde en vrede,
vandaag brengen wij opnieuw het lijden van de Koptische gemeenschap in Egypte voor uw aangezicht.
Op vrijdag 26 mei heeft een aanslag op een bus vele slachtoffers geëist,
christenen die onderweg waren naar het klooster van Sint-Samuel om te bidden.
Wij bidden voor de slachtoffers en de vele treurenden.
Voor de hele Koptische gemeenschap,
dat de Geest van Pinksteren kracht en troost mag geven.
Wij bidden om een einde aan het fundamentalistische geweld
en om vrede tussen religies, in Egypte en overal op de wereld.
Het Reformatorisch Dagblad plaatste een interview in de krant naar aanleiding van de aanslag met dr. Willem-Jan de Wit; hij werkt in Caïro voor de Gereformeerde Zendingsbond. Hij toonde zich geschokt en kwaad. ‘Het is de derde bloedige aanslag op christenen in een halfjaar tijd’, legt hij uit in het Reformatorisch Dagblad. ‘In december vorig jaar waren kerken in Caïro het doelwit. In april dit jaar vielen op Palmzondag, het begin van de Stille Week, tientallen doden bij aanslagen op kerken in Tanta en Alexandrië, in het noorden van Egypte. En vrijdag sloegen terroristen toe bij de stad al-Minya. Die ligt in het zuiden van het land, in de gelijknamige regio al-Minya. Uit de nieuwsberichten begreep ik dat er ook kinderen bij de terreuraanslag zijn omgekomen. Net als in de Engelse stad Manchester deze week. Het is walgelijk. Het is voor het eerst in Egypte dat een aanslag op christenen is uitgevoerd door mannen die het vuur openen op een bus.”
Willem-Jan de Wit kent de regio al-Minya, waar de aanslag plaatsvond, goed. Hij komt er geregeld. Het is een regio waar relatief veel christenen wonen. En er zijn diverse kloosters. Op de vraag of de overheid wel voldoende doet om de christenen in het land te beschermen, zegt hij: ‘Christenen zijn op zich dankbaar voor de relatief welwillende houding van het huidige regime jegens christenen. Toch heerst er onder christenen ook boosheid en zorg. Er vallen wél telkens weer doden. Veel koptische christenen vinden dat de autoriteiten hen beter moeten beschermen. Al weet ik werkelijk niet of de overheid redelijkerwijs iets had kunnen doen om een aanslag zoals die van vrijdag te voorkomen’.
De kopten maken zo’n tien procent van de Egyptische bevolking (91 miljoen) uit, en vormen daarmee de grootste christelijke gemeenschap in het Midden-Oosten. Ze zijn een relatief gemakkelijk doelwit voor extremisten.
De Koptische Kerk in Nederland is lid van de Raad van Kerken. Bisschop Arseny geeft leiding aan de kerk in ons land. De kopten komen samen in diverse kerkgebouwen, onder meer in Amsterdam-Noord.
Foto: internet