Als er zoiets mag zijn als een oecumene 2.0, de oecumene van een nieuwe generatie, dan bestaat het uit mensen die steeds weer zoeken naar contact en verbinding, die de eigen accenten in liturgie en spiritualiteit aanreiken en die tegelijk respect opbrengen voor de eigen aardigheid van andere mensen. Die typering kwam naar voren tijdens de oecumenische onthaal die de Raad van Kerken had georganiseerd op vrijdag 17 juni in Amersfoort.
De aula was gevuld met voorgangers uit verschillende tradities, van quaker tot remonstrant, van russisch-orthodox tot ethiopisch-orthodox, van evangelische broedergemeente tot rooms-katholiek en van leger des heils tot protestant. Juist de diversiteit van pastores zorgde voor een boeiende interactie, vooral in net tweede deel van de ontmoeting waarin enkele voorgangers vertelden over hun soms nog prille ervaringen in de parochie, tegelijk verhalen gespeend met de nodige levenservaring.
Pastoor Helen Gaasbeek van de oud-katholieke parochie in Leiden, maakte met de vraag naar de verhouding van theologische reflectie en praktische oecumene veel los. Ze vertelde dat ze zich zelf het meest wist aangesproken door vieringen die vanuit een duidelijke traditie zijn opgezet. Dat communiceert beter dan een liturgie die vanuit verschillende tradities is geknipt en met knipsels uit andere tradities weer in elkaar wordt geplakt. Ze noemde verder een open houding belangrijk, waarbij je ook het vermogen aan de dag legt dat je jezelf kunt relativeren.
Er ontspon zich vervolgens een gesprek over de vraag hoe ver die relativering gaat en of die wel of niet ook raakt aan een gastvrije houding bij de eucharistie. De Oud-Katholieke Kerk kent die open houding wel. Andere kerken, rooms-katholieke en orthodoxe, zijn daarin terughoudender. Men moet ook oppassen, zei iemand, dat je dan van de sacramenten een doel op zichzelf maakt. Het ultieme doel is toch de eenheid in God en dat reikt verder. Iemand met ervaring in België noemde het een typisch Nederlands verschijnsel dat je ook in de avondmaalpraktijk precies één zou moeten zijn om onderling respect uit te drukken. Daar wordt voorbij de grenzen toch anders tegen aan gekeken.
Parochievicaris Pascal Huiting, werkzaam in zeven kerken in de omgeving van Lemmer, vertelde over zijn Friese ervaringen. Hij ging in op het werk van de Friese Raad van Kerken, waarin hijzelf meedoet, en memoreerde over goede contacten met de orthodoxen die je onder meer in Bakhuizen vindt en in Hemelum. Hij had afgelopen zondag nog de relieken van de heilige Adolphus vereerd in het klooster in Hemelum, samen met orthodoxe gelovigen. Voor hem hoort het serieus nemen van de gevoelens van de ander, ook als die afwijken van je eigen gevoelens, tot de kern van de oecumene. De informele contacten zijn daarvoor heel belangrijk, en terwijl je onderlinge gedachten uitwisselt kan de verstandhouding groeien. Pascal Huiting noemde bij deze verkenning ook het belang van breder gedragen overeenkomsten. De afstemming van rooms-katholiek en lutherse kerk over de rechtvaardiging noemde hij als voorbeeld van een belangrijke oecumenische ontwikkeling. In Denemarken, waar hij enige tijd gestudeerd heeft, had bijna iedereen wel een exemplaar van de overeenkomst, terwijl de tekst in Nederland nagenoeg onbekend is gebleven.
Het gesprek ging vervolgens over de ervaringen met de kerkennachten (Leeuwarden, Achlum Hitzum bijvoorbeeld) en de gemeenschappelijke erkenning van de doop. Vanuit het Leger des Heils werd aangedrongen op een open houding ook op dit punt, omdat het leger geen sacramenten kent en je als minderheid maar zo in een positie kunt worden gebracht dat je op die eigenstandigheid in negatieve zin wordt aangesproken.
Ds. Loeki van der Laan, werkt inmiddels drie weken als protestants predikant in Bennekom. Zij vertelde over prille ervaringen in Bennekom en over eerdere indrukken opgedaan op het zendingsveld. Vooral de kracht van de ontmoeting is haar bij gebleven. Als beginnend predikant vindt ze het belangrijk een luisterende houding aan te nemen. De ander liefhebben begint immers met de ander kennen. In reactie op haar bijdrage ging het onder meer om een vergelijking met iemands ervaringen in Nes Ammim. Je merkte daar dat er nogal wat jonge mensen komen, die meer op de eigen indrukken varen dan op het aansluiten bij een traditie. Dat is tegelijk een van de uitdagingen waar pastores, vermoedelijk kerk breed, voor staan.
Anmar Hayali, coördinator van SKIN, was ook aanwezig tijdens het oecumenisch onthaal. Hij vertaalde voor twee deelnemers in een hoek van de zaal de tekst in het Engels, zodat een gast met een Eritrese achtergrond en een Filippino de gang van zaken goed konden volgen. Hij informeerde de bezoekers over de inspanningen van de ca 1200 kerken in Nederland met een allochtone achtergrond. Op een vraag of men aansluiting zocht bij andere kerken, reageerde Anmar instemmend. Iemand van de Russisch-Orthodoxe Kerk verduidelijkte de uitdagingen waar men voor staat als men vanuit een ander land hier komt en hoe het de tweede generatie vergaat.
Naast een inleiding in wat de Raad van Kerken concreet betekent, gingen de bezoekers het gebouw door, van de seminariecellen tot de bibliotheek deden ze aan. De ontmoeting werd formeel afgerond met een vesper in de kapel en een afrondende receptie in de hal en de aula.
Foto’s:
1. Helen Gaasbeek (oud-katholiek) met op de achtergrond Tom Rijken (remonstrant).
2. Manyazewal Abebe Workie (Ethiopisch Orthodox), Anmar Hayali (SKIN) en Herco van der Wilt (protestant).
3. Pascal Huiting (rooms-katholiek).
4. Loeki van der Laan (protestant) en Anita Kamperman (leger des heils).
5. Blik vanaf de trap op de informele ontmoeting.
6. Rom Rijken (remonstrant) geeft Klaas van der Kamp een onlangs verschenen boek, waaraan hij onder meer heeft meegewerkt. Het heet ‘Geloven in Mediation’ en het bestaat uit allerlei artikelen uitgebracht ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Platform Church Mediation.