In onopvallende stilte voltrekt zich in deze jaren een oecumenische revolutie aan het grondvlak. We denken dan nog even verder dan de mentale veranderingen die onderhand kerkmensen hebben ondergaan en die een breed draagvlak hebben gecreeërd voor de oecumene; een lijn die ook in toenemende mate gereformeerd orthodoxe en evangelische kringen heeft bereikt. We denken aan de meer organisatorische veranderingen die zich binnen de protestantse kerken voltrekken in de talloze dorpen en steden.
Toen de landelijke kerken fuseerden in 2004 was het geen automatisme dat ook de plaatselijke kerken en gemeenten tot fusie zouden overgaan. De kerkleiding realiseerde zich dat je wel over oecumene kunt praten met iedereen, maar dat je het maken van structurele en bindende afspraken moet overlaten aan mensen op het grondvlak. Als zij er aan toe zijn in hun eigen plaats of dorp, kunnen ze zelf beslissen of ze geld, goed en pastors in een nieuw kerkverband willen integreren. De kerk zelf doet er niet triomfantelijk over, omdat men de gemeenten ongeacht hun signatuur als volwaardige gemeenten ziet. Uit de jaarlijks verschijnende statistische nieuwsbrief kan je echter wel afleiden hoeveel gemeenten een oecumenische route kiezen.
Het aantal gemeenten is in de periode 2006 tot 2014 gedaald van 1816 naar 1597. In diezelfde periode zag je dat het percentage protestantse gemeenten (zij die zich dus verenigd hebben) is gestegen van 23,9 procent naar 46,1 procent; inmiddels – als je de statistiek doortrekt – zit het dus ongeveer op de helft. Het aantal hervormde gemeenten daalde van 47,7 naar 35,3 procent. Het aantal gereformeerde kerken daalde van 25,6 procent naar 16,4 procent. En het aantal evangelisch-lutherse gemeenten daalde van 2,8 procent naar 2,2 procent van het geheel. Gerekend per lid is er sinds 2013 een meerderheid van 51 procent die zich protestant noemt. In 2015 was dat aantal al gestegen tot 54,8 procent.
Druppelsgewijs gaan die processen van fusie door. Het is een stille revolutie. Zondag 5 juni was de beurt aan de hervormde gemeente Zwaagwesteinde en de gereformeerde kerk van Zwaagwesteinde, een plaats niet ver bezuiden Dokkum. In het Fries heet de plaats De Westerein en dat verleidt al snel tot woordspelingen als De Wester-een.
Afgelopen zondag was het zo ver. De Nederlandse driekleur en de Friese pompebladen hingen vrolijk in de omgeving van de kerk te wapperen. Bij binnenkomst deelden vrouwen witte corsages uit, van een bruiloftswaardige kwaliteit. Er waren witte slingers door de kerk opgehangen. De gemeente heeft een opvallende diverse samenleving waarin nagenoeg alle leeftijdsgroepen waren vertegenwoordigd, een plaatje waarvoor ze in de Randstad diep in de oude doos moeten grijpen wil men zo’n representatieve samenstelling in beeld krijgen. Op een groot scherm werd tijdens de dienst tekst geprojecteerd, afwisselend in het Fries en het Nederlands.
Ds. Bernard Terlouw, hij moet over enkele weken nog bevestigd worden als predikant aan de dan officiële protestantse gemeente, leidde de dienst. Hij verwoordde in een eerste gebed de wisselende gevoelens waarmee gemeenteleden het proces richting federatie volgden. Voor sommigen ging het te langzaam. Anderen vonden het idee van een fusie onprettig. In grote meerderheid heeft men evenwel naar dit moment uitgezien en ziet men het als een keus, waarover Gods zegen kan worden gevraagd en verwacht.
De feitelijke fusie werd ingeluid door het binnenkomen van de kinderen uit de nevendienst. Het orgel zette de bruiloftsmelodie van Mendelssohn in, de gemeente ging staan en een bonte stoet van brandweerlieden, cowboys en deftige madammekes schreed binnen voorafgegaan door een jong bruidspaar. De leiding van de kindernevendienst begon een gesprek over wat het is, een huwelijk, en hoe je de vergelijking kunt maken met een kerkfusie. En welke kerken er nu trouwden, wilde de leidster weten. Kinderen staken de vinger op. Ze kenden de oude benamingen ‘hervormd’ en ‘gereformeerd’. Maar voor de nieuwe benaming moet de leiding langer trekken om geluid te krijgen. ‘Douwe, jo witte it wol’, klonk de aanmoediging. Daarna klonk er zoiets als: ‘de protestantese tsjerke’. Het is nog even wennen.
De notaris voor in de kerk gaf in het Fries uitleg en las vervolgens het begin en het einde van de acte voor, waarna de voorzitters van de kerkenraad de handtekening zetten. De dominee had ondertussen een tweet gemaakt en foto’s via social media verzonden. Hij riep de kinderen in de nevenruimte op ze verder te verspreiden. Een enkele bieb verraadde dat ouders in de kerk de berichten binnenkregen. Onmiddellijk na de ondertekening ging de gemeente staan en zong men gezamenlijk de geloofsbelijdenis.
Het expliciete fusiegedeelte was afgelopen. Wat volgde was een lezing over Paulus en zijn brief aan de Filippenzen en hoe hij met het verleden omging en de uitdagende toekomst, waarin groepen van het verleden van Apollos en Paulus niet telden, maar de levende relatie met Christus centraal mocht staan.
Toen de dienst was afgelopen ging de hele gemeente in optocht door het dorp van het voormalige gereformeerde kerkgebouw naar het voormalige hervormde kerkgebouw, voor de gelegenheid was de hervormde ruimte ingericht met zitjes en statafels, zodat de vereniging goed gevierd kon worden. Ook zuiderlingen van onder de grote rivieren zouden zich er thuis bij hebben gevoeld, want na de koffie en de Friese oranjekoek, was er een koel drankje met of zonder spiritualia.
Een mevrouw met een rollator ging door de zaal en groette allerlei mensen. Lange gesprekken kon ze moeilijk voeren. Kostte te veel energie. ‘Ik heb er de lucht niet voor’, zei ze, ‘maar ik wilde per se hier bij zijn, want hier heb ik al heel lang naar uitgekeken’.
Foto’s:
1. De voormalige gereformeerde kerk is vrolijk versierd.
2. Louis Bakker, gemeentetoeruster van de PKN, heeft het proces begeleid en deelt in de vreugde met een corsage.
3. In optocht ging het van de ene naar de andere kerk.
4. Aankomst bij de voormalige hervormde kerk, vanzelfsprekend met een fiere vlag in top.