De gezamenlijke liturgie die vanuit de Rooms-Katholieke Kerk en de Lutherse Wereldfederatie naar buiten is gebracht in het kader van 500 jaar Reformatie zet stevig in met een uitvoerige schuldbelijdenis. Dat kan een goede manier zijn voor de kerken in landelijk en internationaal verband om stil te staan bij het kerkelijk jubileum, het is maar de vraag of het grondvlak op een zelfde manier tegen de kerkelijke diversiteit aankijkt.
Die opmerking klonk woensdag 6 april bij de bespreking van de orde van dienst die vanuit Geneve en Rome naar buiten is gebracht in de projectgroep Vieren van de Raad van Kerken. Het is een liturgie die toegesneden is op de herdenkingen en een plaatselijke dialoog verdient, alvorens onderdelen ook plaatselijk te gebruiken, zo is de gedachte. De projectgroep adviseert dan ook plaatselijk de gesprekken over de Reformatie en de kerkelijke verschillen voort te zetten om vervolgens vanuit die dialoog delen van de tekst eventueel over te nemen of aan te passen.
‘Wij zien de Reformatie toch vooral als het verlangen een bevrijdingsbeweging binnen de kerk te laten zien’, aldus een protestantse vertegenwoordiger. ‘Op het snijvlak van de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd zie je hoe mensen in de kerk zoeken naar een passende spiritualiteit. Je ziet daartoe allerlei vernieuwingspogingen niet alleen binnen richtingen die later zelfstandig verder gingen, maar ook in groepen die binnen de Rooms-Katholieke Kerk gebleven zijn’. Vanuit meer katholieke kring spreekt men overigens wel voorzichtiger over de Hervorming, al kan men begrijpen dat de inzet oorspronkelijk gericht was op kerkvernieuwing en niet op kerkverlating. In de breedte is er waardering voor het verlangen bij 500 jaar Reformatie niet alleen terug te kijken, maar ook te zoeken naar nieuwe vormen van samenwerking.
De projectgroep acht de uitgebrachte liturgie zinvol om er bovenplaatselijk mee te werken. Nu al is bekend dat de PKN een herdenking gepland heeft in een oecumenische context op 31 oktober.
Klik hier voor de liturgie.