Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet. Ralph van Mazijk en Michael van den Bergh zitten in een oud-katholieke pastorie in Utrecht en ergens aan de andere kant van de telefoonlijn horen ze Edward Awabdeh van een evangelische gemeente in Damascus. ‘Kunnen we skypen?’, vraagt Michael. ‘Over een half uurtje’, reageert Edward… Dan is de gewone telefoonverbinding verbroken.
Ralph en Michael wachten. Ze doen mee met een project in het kader van de campagne ‘Hoop voor de kerk in Syrië en Irak’ waarbij contact wordt gelegd tussen christenen in Nederland en christenen in Syrië. Onderliggende gedachte is, dat steun en solidariteit allereerst gebaseerd zijn op persoonlijke contacten. En dus worden er skype-verbindingen tot stand gebracht tussen individuele christenen.
MissieNederland heeft het skype-adres van Edward Awabdeh aangeleverd. En dat geeft op zich al een spannende combinatie: oud-katholieke, zeg maar hoogliturgische jonge mensen, die spreken met een evangelische (zeg maar laagkerkelijke) oriëntaalse man. Alvorens je het contact aangaat, stel je jezelf de vraag: ‘Wat weet ik eigenlijk van Syrië? Eigenlijk niet veel meer dan de hoofdlijnen van nieuws die via de media ons bereiken’.
Ralph is 21 jaar, student geneeskunde, en verbonden met de oud-katholieke parochie in Rotterdam. Michael, 27 jaar, werkt als jongerenpastor in de oud-katholieke kerk. Hij studeert af als maatschappelijk werker, begint in september aan een studie theologie, en heeft bij Vluchtelingenwerk Nederland gezeten, waar hij regelmatig contact had met Syriërs. Hij heeft er het beeld van overgehouden, dat Syriërs in Nederland vaak een islamitische achtergrond hebben, niet al te streng in de leer zijn en qua ontwikkeling en gebruik van techniek (zoals de i-Phone) goed bij de tijd zijn. Het contact met Edward moet uitwijzen of dat beeld klopt. Zowel Ralph als Michael hebben zich bewust aangesloten bij de oud-katholieke kerk. Ze waarderen de liberale, menselijke benadering in de kerk gecombineerd met de stijlvolle, klassieke liturgie.
Dan een vreugdekreetje. ‘Hij is online’. Edward meldt zich. Het duurt even en dan is ook zijn gezicht in beeld. Het kost Michael – die als eerste woordvoerder grotendeels het woord doet – en Ralph weinig moeite om Edward zijn verhaal te laten doen. ‘Ik ben pastor hier in de evangelische kerk in Damascus’, vertelt Edward. ‘Ik doe dit werk al twaalf jaar. Daarvoor was ik tandarts. Ik heb vier jaar in de Verenigde Staten gewerkt’.
‘Hoe is de situatie daar?’, vraagt Michael. Edward: ‘We leven onder armoedige omstandigheden. Maar we zijn relatief veilig. In het door de fanatieke moslims gedomineerde deel van het land zijn christenen hun leven absoluut niet veilig. Velen van hen zijn gedood. Sommigen zijn gevangen genomen en maken verschrikkelijke dingen mee. Wij in Damascus leven gelukkig onder de centrale regering. Er is geen vrede, we lijden, maar we zijn relatief veilig. Het leven is niet eenvoudig. We helpen elkaar. En de kerk geniet de machtige aanwezigheid van de Heer. Er zijn veel mensen weggetrokken. Maar er sluiten zich ook steeds weer nieuwe mensen bij ons aan. Het is voor ons zeer bemoedigend, dat er nieuwe mensen komen en dat zij de Heer als hun Schepper belijden. Er hebben zich nu 250 mensen bij onze gemeente aangesloten. In de afgelopen periode hebben zich meer dan 100 mensen laten dopen. Ook andere kerken bij ons in de buurt ervaren zegen’.
‘Hebt u een eigen kerkgebouw?’, wil Michael weten. Edward: ‘Ja. Er is weliswaar een bom op het dak gevallen. Maar het kerkgebouw zelf is in takt gebleven. Het is voor ons een goede plaats om God te aanbidden. In kleinere steden hebben christenen die luxe niet meer van een eigen gebouw. Vaak is de hele kerk vernield en zijn daarna de christenen ook weggetrokken. Maar wij hebben een levendige gemeenschap. De meeste kerkleden zijn niet alleen lid, maar zijn ook heel actief’.
Michael: ‘Wat kunnen wij in Nederland voor Syrië betekenen?’ Edward: ‘Het is voor ons een zegen dat we voelen dat we niet alleen gelaten worden. Jullie gebeden zijn erg belangrijk. Mijn gemeenteleden willen altijd horen, dat jullie voor ons bidden. Jullie zorgen dat onze stem gehoord wordt, dat we ervaren dat er elders ook christenen zijn. We ontvangen ook hulp. Velen van u geven voor Syrië vanuit hun eigen bescheiden middelen en dat helpt ons’.
Michael: ‘Hoe kijkt u naar de toekomst?’ Edward: ‘We kijken niet vanuit een menselijk gezichtspunt. We vertrouwen er op dat God een goddelijk plan heeft voor ons land. Dat motiveert ons. We blijven op de Heer vertrouwen’.
Michael: ‘Zou u een gebed met ons willen uitspreken?’
Edward stemt toe:
‘Heer, U brengt ons samen.
U verbindt ons met elkaar.
We danken u, dat we ondanks de verschillende achtergronden
en het feit dat we ver bij elkaar vandaan wonen,
spiritueel verbonden zijn in Jezus Christus.
Dank u voor mijn broeders.
We vragen u hen te zegenen.
Wilt u hen gebruiken om een zegen te zijn.
We danken u voor de compassie en de zorg om ons.
We vragen u dat zij u mogen verheerlijken.
In Jezus naam zegen uw kerk in het westen en in het oosten.
U bent de soevereine Heer en wij genieten van uw soevereiniteit.
In Jezus’ naam, Amen’.
Als de skypeverbinding is verbroken kijken Ralph en Michael elkaar aan. Intensief. Emotioneel. Bemoedigend. Lovend. ‘Verbazingwekkend. Misschien kunnen we over een poosje weer contact zoeken’.
Foto’s:
Pastoor Bernd Wallet begroet Ralph, één van de skypers
De eerste pastores van de oud-katholieke kerk kijken mee vanaf de wand
Ralph en Michael proberen de verbinding te leggen
Edward vanuit Damascus op het scherm