De religieuze zend- gemachtigden nemen afscheid. Vanaf 1 januari 2016 zijn ze voltooid verleden tijd. In deze maand december zeggen twee van de omroepen het bestel vaarwel met enige nostalgische trekken; het zijn de RKK en de IKON. De RKK is ondergebracht bij de KRO/NCRV en de IKON zit bij de EO. De overheid trekt in het nieuwe jaar nog wel 9 miljoen euro uit, om religie een plek te blijven geven in de media.Die geldstroom is toegezegd tot 2020. En één van de spannende vragen is, of de ontvangers van de gelden er in slagen om producten te ontwikkelen die de miljoenenuitkering rechtvaardigen.
De Raad van Kerken haakt in op de ontwikkelingen en voert allerlei gesprekken met vertegenwoordigers van de genoemde nieuwe clusters, kortweg: KRO en EO. De KRO (waarin dus RKK is opgenomen en ook NCRV) krijgt het meeste geld en brengt dat in de programmering vanaf 1 januari tot uitdrukking in tv-programma’s als Kruispunt, een programma met Roderick Vonhögen en een wekelijkse eucharistieviering. De EO brengt op zondag bezinningen en kerkdiensten en werkt met boegbeelden als bij voorbeeld Thijs van den Brink. Naast de televisie zijn er radioprogramma’s en faciliterende onderdelen als internet en publicaties.
De Raad van Kerken maakt zich in gesprekken met mensen als Leo Fijen (KRO) en Jaap Kooij (EO) sterk voor een herkenbare toepassing van kerkelijke thema’s en verbeelding die gezicht geeft aan waar kerken voor willen staan. In de achterliggende periode zie je de nodige oefeningen en resultaten daarvan. Zo heeft de EO programma’s uitgezet als een zesdelige reeks over de pelgrimage met een eerste uitzending op 6 december (23.35 uur) waarin mgr. Joris Vercammen van de Oud-Katholieke Kerk optreedt. De EO verzorgt ook een registratie van de openingsdienst van de Week van Gebed uit de Grote Kerk in Maassluis (begin 2016). Aan de KRO is gevraagd om in de programmatisch al uitgezette reeks van eucharistievieringen qua thematisering in de homilie en voorbeden verder te kleuren naar enkele oecumenische thema’s en om een belangrijk thema als de start van het knooppunt van Kerken en Armoede, een mogelijke campagne voor de minderheden in Syrië en Irak en de uitwerking van beleving van eucharistie en avondmaal verder op te nemen in de tv-programmering.
De komende tijd wordt een periode waarin wens en werkelijkheid zich verder zullen ziften. Zal het mogelijk zijn in het nieuwe bestel de kerken herkenbaar gezicht te geven? Of zal het soms in het verleden geuite verwijt zich alleen maar versterken, dat de omroepen amper over kerk spreken, laat staan dat ze zich nog weten te identificeren met de bezieling van wat er in de kerken leeft.
Het afscheid van IKON en RKK krijgt de komende tijd verder kleur. De IKON neemt op 28 december afscheid van het publieke bestel met een tv-nacht. De programmamakers noemen het ‘IKON 1001 Nacht’. Van middernacht tot het ochtendgloren is een dwarsdoorsnede van het tv-oeuvre van de afgelopen 70 jaar te zien. De nacht is ingedeeld in zes genres waarmee de onkerkelijke omroep zich profileerde: jeugd, documentaire, drama, praatprogramma’s, journalistieke reportages en levensbeschouwelijke programma’s.
De RKK heeft een programma gemaakt onder de titel ‘Adieu RKK’. Het wordt uitgezonden op dinsdag 29 december om 16.05 uur op NPO 2. In de uitzending blikt men een uur terug op zestig jaar RKK op televisie. Van Kruispunt tot documentaires, van debatprogramma’s tot kloosterseries. Prominenten als Herman Finkers en Jan Marijnissen en programmamakers kiezen hun favoriete fragmenten uit het archief van de RKK.
De RKK heeft ook een tijdschrift gemaakt met allerlei artikelen om 60 jaar omroep een passend uitgeleide te geven. Daarin veel roomse kleuring, meer nog dan katholieke kleuring, veel nostalgie en respect voor wat bescheiden middelen toch tot stand hebben weten te brengen. We geven hieronder een fragment, niet uit de ergernis dat de zogenaamde 2.42-omroepen verdwijnen (Dries van Agt spreekt daarover stevige taal), niet over de typisch roomse wierook over roomse programma’s, maar uit een onderdeel van het maatschappelijk engagement: een gesprek met Victor Scheffers, tot voor kort secretaris van de Commissie Justice and Peace Nederland (voorheen Justitia et Pax).
Vraag: ‘Hoe staat het Westen er momenteel voor, als het gaat om sociale gerechtigheid?’
Reactie: ‘In het Westen verandert de blik op sociale gerechtigheid en vooruitgang soms door secularisering en individualisme. Het is voor een aantal mensen heel moeilijk om een goede balans te vinden tussen het eigenbelang en het belang van de anderen. Ook in het politieke beleid zie je dat sociale verworvenheden behoorlijk onder druk staan. Wat mij betreft zouden kerken zich meer teweer moeten stellen. Onze wereld heeft behoefte aan moreel leiderschap. Paus Franciscus draagt dat uit, hij toont zijn moreel leiderschap, bijvoorbeeld bij zijn recente bezoek aan de Verenigde Naties. Deze man zegt dingen, die je van politici zelden of nooit zal horen, waarbij de kernwaarden – de unieke waardigheid van iedere mens en de gelijkheid van mensen – heel sterk op de voorgrond worden gezet’.
Vraag: ‘U zei dat in de jaren zestig de sociale gerechtigheid opkwam, en nu weer afneemt. Is dat een golfbeweging?’
Reactie: ‘Er zitten altijd golfbewegingen in de geschiedenis. In de afgelopen jaren heb ik gezien dat de bezuinigingen heel hard terecht zijn gekomen bij mensen die weinig zelf kunnen opvangen. De huidige meevallers op de begroting worden echter niet ingezet om de schade te repareren die in de afgelopen jaren is aangericht, maar worden ingezet voor belastingverlaging. Mensen onderaan de ladder gaan er daarmee niet serieus op vooruit. Dus de verantwoordelijkheid van de overheid voor het bonum commune, voor het algemeen welzijn, is behoorlijk aangetast. De verantwoordelijkheid van de overheid ligt bij de zorg voor de héle samenleving, die zorg kun je niet aan de vrije markt overlaten. Daar is een grens gepasseerd, en niet alleen in Nederland, waar het consensus-model over een goed basisbestaan is verdwenen ten gunste van marktwerking. Allerlei publieke voorzieningen zijn vermarkt. Ik zie daar een duidelijke erosie’.
Een apart verhaal, dat moeten we ook nog even vertellen, vormt de vraag hoe niet-christelijke 2-42-omroepen terecht komen. Want zoals bekend waren het niet alleen de zuilen van de kerken die zendtijd hadden, maar ook andere religies. Zij moesten ook onderdak bij een grotere broer of zus of neef zien te vinden. De boeddhisten hebben uiteindelijk onderdak gevonden bij de KRO. En de joodse omroep is bij de EO terechtgekomen. De moslims zoeken al heel lang naar een plek. Het is lastig om ze ergens een plek te geven. Ze hadden het trouwens ook al moeilijk in de periode die inmiddels geschiedenis is, mede omdat het bestuurlijk tegenover vanuit de religie zelf niet altijd eenduidig is.