Mooier had Dirk Gudde het niet kunnen samenvatten. Als voorzitter van de beraadgroep Samenlevingsvragen moest hij afscheid nemen van een nestor van de oecumene, dr. Greetje Witte-Rang. Hij roemde haar lange staat van dienst en prees haar als iemand die bij alle veranderingen op het gebied van oecumene, gerechtigheid, vrede en kerk de moed niet had verloren. Daarmee gaf ze zelf invulling aan het motto dat ze ooit aan Harry de Lange ontleende en als titel meegaf aan haar dissertatie: ‘Geen recht de moed te verliezen’.
Greetje Witte-Rang was minstens 18 jaar verbonden met het werk van de Raad van Kerken. De ene keer was het in de rol van secretaris mensenrechten, de andere keer heette de commissie noord-zuid CEC. Ze verving de algemeen secretaris en ze heeft het archief geschoond. Noch de ideologie van de oecumene, noch het gewone handwerk is haar vreemd. Het was dan ook een mijlpaal dat Greetje Witte afscheid nam van de beraadgroep, waar ze als vice-voorzitter aan verbonden was vanuit de Basisbeweging in Nederland.
Greetje Witte-Rang studeerde theologie in Amsterdam en in Kampen. Ze was enkele jaren werkzaam als studiesecretaris bij het deputaatschap (die had je toen nog) ter bestudering van het oorlogsvraagstuk van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Daarna werkte ze als onderzoeksmedewerker bij het Oecumenisch Studie- en ActieCentrum voor Investeringen, dat later verder ging binnen het raamwerk van Oikos. Ze promoveerde in 2008 op het leven en werken van dr. H.M. de Lange.
Foto: Dirk Gudde, voorzitter van de beraadgroep Samenlevingsvragen, spreekt Greetje Witte-Rang toe.