Voorbereiding op vasten

Het boek onderscheidt zich van andere boeken over vasten. De uitgave probeert te laten zien hoe je met vasten ruimte kunt maken voor God en leiding kunt nemen over je leven. Woorden van die strekking sprak uitgeefster Anja Timmerman, uitgever van Forte Uitgevers bij de presentatie van het boek ‘Vasten’ in Vleuten. 

Idelette Otten, predikante en tekstschrijfster Olga Leever schreven de teksten. Ze interviewden diverse mensen. Sommige geïnterviewden hebben religieuze motieven om te vasten. Anderen zijn terughoudend met eten uit meer algemenere drijfveren. De geïnterviewde kregen een eerste exemplaar.

Daarnaast werden er exemplaren overhandigd aan een drietal mensen die een korte presentatie verzorgden; allereerst was er een boek voor Tanja Kootte, conservator van het Museum Catharijneconvent in Utrecht. Zij daagde ooit de auteurs uit tot het samenstellen van een dergelijke uitgave. Vervolgens was er een uitgave voor Nora Asrami, islamoloog aan de Vrije Universiteit. En Klaas van der Kamp kreeg een exemplaar als algemeen secretaris van de Raad van Kerken.

De schrijfsters kwamen kort aan het woord. Idelette vertelde dat ze al enkele jaren het vasten in acht neemt tijdens de veertigdagentijd. Het is een soort van principe geworden. Olga ging daarop door en gaf aan hoe de betekenis van het vasten nog meer was gaan leven tijdens het schrijven. Ze verwees met instemming naar het Trimbos Instituut dat campagne voert onder het motto ‘Ik pas’, om het automatisme van een drankje als gezelligheidsmoment te doorbreken.

Tanja Kootte vertelde hoe het Amsterdam museum een cacaoblikje verwierf voor de collectie. Het was een bijzonder exemplaar, niet vanwege de zusters die zich eindeloos op het omslag vermenigvuldigen als een Droste-effect, maar vanwege de functie die het blikje heeft gehad in rooms-katholieke kringen. Kinderen bewaarden er allerlei lekkers in, wat ze kregen in de vastentijd en smikkelden het met Pasen op.

Ze liet zien hoe ook protestanten vertrouwd zijn geraakt met het vasten. Maarten Luther, eigenlijk een levensgenieter als het op spijs en drank aan komt, pleitte voor het vasten. Het is goed regelmatig te vasten, zo stelde hij, om je lichaam te onderwerpen en onder controle te houden. Het vasten komt zelfs de inhoud van de prediking ten goede. Calvijn breekt een lans voor het vasten omdat het het vlees behoedt tegen losbandigheid en omdat het de mens stimuleert zijn schuld tegenover God te belijden. Dat protestanten uiteindelijk toch een terughoudende attitude naar het vasten hebben gehad, heeft onder meer te maken met de vrees dat het ascetisme te wettisch zou worden opgepakt.

Nora Asrami vertelde dat het vasten voor haar in haar islamitische traditie veel betekent. Ze herkende zich in de teksten die het boek daarop heeft opgenomen. Vooral de eerste dagen van soberheid zijn lastig, daarna gaat het makkelijker. Ze noemde het positief dat het vasten ook in andere religieuze tradities voorkomt. De gewoonte is als een soort van echo in diverse religies terug te vinden.

Klaas van der Kamp noemde het opmerkelijk dat je de waarde van iets pas onderkent als je er een tijdlang van af ziet. Je voelt de rijkdom op het moment dat je even arm wordt. Hij verwees naar de Bijbelse traditie waarin de woestijnervaring steeds weer als opmaat van een beschaving wordt aangehaald. Hij vertelde verder dat de Raad van Kerken regelmatig berichten aanreikt over vasten. Twee momenten waarop dat gebeurt zijn de periode rond de ramadan, bedoeld als bron van informatie om andere tradities te kennen, en de veertigdagentijd waarin de kerk toeleeft naar het lijden, sterven en de opstanding van Christus.

De secretaris van de Raad werd er tijdens de receptie van verschillende kanten op aangesproken. Ds. Hans Uytenbogaardt benadrukte dat je de termen ‘lijdenstijd’ en ‘veertigdagentijd’ moet blijven onderscheiden. De rooms-katholieken denken in de veertigdagentijd aan hoogtepunten uit het leven van Jezus. Protestanten kaderen dat meer in en rekenen er doorgaans een zondag extra bij. Dat was ook om te voorkomen dat de protestanten carnaval zouden gaan voeren.

Pastoor Martin Los uit Leidsche Rijn vertelde dat hij in zijn parochie nadruk probeert te leggen op de voortgaande doopcatechese in de veertig dagen. Op de eerste vasten stel je dan de kandidaat-dopelingen aan de parochie voor. Vervolgens leeft de hele gemeente mee met de catechese die zijn afsluiting vindt in de doop in de paasnacht.

Foto’s:
1. De twee auteurs, Olga Leever links, Idelette Otten rechts
2. Twee van de sprekers, Nora Asrami in het midden en links Tanja Kootte
3. Een goed gevulde zaal met onder meer de partner van Idelette pastoor Henk Schoon