Yosé Höhne-Sparboth, lid van de Raad van Kerken namens de Basisbeweging en verbonden met de vredesorganistie Kerk en Vrede, is enkele weken in Irak. In het door geweld geteisterde land sprak ze met bisschop Mirkis over wat er in Parijs is gebeurd. Na zes weken tussen Iraakse vluchtelingen in Koerdistan, confronteert Yosé Höhne-Sparborth de bisschop van Kirkuk, Yousif Thomas Mirkis, met stevige visies van vluchtelingen op de islam: ‘IS is de islam, de zuivere islam. IS is de praktijk die Mohammed voorschrijft’. Hoe gaat hij daar als pastor mee om? Want hij pleit juist steeds voor verzoening.
Mirkis: ‘Dat is de kernvraag, die je stelt. Die vluchtelingen zijn bang, waarschijnlijk ook boos. Maar vooral bang, en wanhopig. Ik laat het ze dus zeggen. Ik ga ze niet tegenspreken. Niet zomaar, het is ook therapie, dat ze zich kunnen uitspreken, hun angst verwoorden. Daar mag ik niet tegenin gaan als pastor. Althans, niet discussiërend. Tegelijk mag ik zelf niet die emotie overnemen of in eigen emotie blijven steken’.
‘Als pastor moet ik goed blijven luisteren en kijken, en zoeken naar de momenten, de ingangen die ik vind, om hen weer terug te voeren tot wat wezenlijk christen zijn is. Jezus nodigde ons uit om te leven in verzoening, om te vergeven. 7×70 maal. Dat gaat niet over kleine ongemakken. 7×70 maal betekent een leven lang. Als iemand je hele bestaan onderuit haalt, dan jezelf toch toewerken naar die beslissing: ik wil vergeven. En dan leef je een opdracht. Dan neem je een opdracht aan die een leven lang duurt. 7×70 maal. Als je existentieel onderuit geschoffeld bent, vergeef je niet zomaar even. Dat mag ik dus ook niet verwachten van de mensen. Maar ik dien ze wel te begeleiden, te helpen om aan dat levenslange proces van vergeven te beginnen. De een eerder, de ander later. Telkens als er een nieuwe aanslag zijn zal, zal de angst weer levensgroot opkomen. En dan weer jezelf toewerken naar die beslissing om te leven in vergeving. Dat is christen zijn. Daartoe zijn we uitgenodigd, daartoe moet ik mijn mensen zien uit te dagen, hen daarin begeleiden. 7×70 maal. In Irak doen we dat al minstens veertig jaar’.
‘Als theoloog en bisschop moet ik nog veel breder kijken. Ik moet helpen begrijpen wat er gaande is in de wereld. Ik dien te analyseren, tegelijk breed en scherp te kijken. Nu was er die vreselijke aanslag in Parijs. De media zoemen er met hun camera’s op in. We zitten er via de televisie bovenop, heel dichtbij. Dat slaat emoties los. De media zullen die emoties bespelen. Tot er een volgend hot item is, dan wordt het weer vergeten. Het gevaar is groot, met de werkwijze van de westerse media, dat de Europeanen nu in de emotie van die aanslag blijven steken. Wereldwijd worden de media gedomineerd door westerse belangen. De media laten ons zien wat de dominante westerse wereld wil dat wij zien. Nu zullen we vrees ik te zien krijgen, hoe gevaarlijk moslims zijn. Er zal weer gegeneraliseerd worden. Wat op dit moment een deel van mijn mensen doet, de vluchtelingen die zich hopeloos voelen, vernederd, van hun bestaan en hun toekomst beroofd. Dat generaliseren is wel een virus. Het werkt aanstekelijk’.
‘Het generaliseren gaat van het westen uit, dat wordt altijd weer vergeten. De westerse wereld heeft een vijand nodig, en de vraag is waarom? Eerst waren dat de communisten. Na de val van de Berlijnse muur waren dat binnen een jaar de moslims. De moslimwereld als vijand. Elk situatie die dat schijnbaar kon bevestigen, werd uitvergroot. ‘De moslims zijn het grote kwaad’. Da’ish (zo noemt men in Irak IS) is daaruit kunnen ontstaan: bij ons en bij jullie. Da’ish doet het na: alleen zij zijn goede moslims, zuiver. De anderen zijn het kwaad, de zonde. Die moeten dood. Dus doden ze. Als we hen nadoen, zo dodelijk generaliserend, dan hebben ze al gewonnen. Dan zijn we al verloren’.
‘We moeten wel helder hebben dat het gangs zijn. Gangs die zelfs een staat kunnen overnemen. Dat moet gestopt worden, want dat is bloedlink. Ze moeten allemaal gearresteerd worden’.
‘Maar Da’ish is ook een alarm. Er gaat een alarm af, want er is een groot gevaar dat op ons afkomt. Europa is een kasteel geworden. Lampedusa is er het symbool van. Waarom wordt Europa steeds meer als Israël met een hoge muur om zich heen? Zonder te kijken wat er achter die hoge muur gaande is? Wat jullie veroorzaken bij die mensen achter die hoge muur? Als je dat doet zul je nooit meer in vrede leven’.
‘Dus, de angst van de vluchtelingen begrijp ik. Ik zal hen niet tegen spreken. Maar angst is iets anders dan haat. Ik zal trachten te voorkomen dat hun angst in haat zal verkeren. De emoties na zo’n vreselijke aanslag bespelen, en haat preken tegen de moslims, is het ergste wat Europese politici nu kunnen doen. Da’ish heeft niets met islam te maken. Integendeel, de moslims zijn het meest slachtoffer. Da’ish heeft hun godsdienst gekaapt en er een dodelijk wapen van gemaakt. Maar moslims zijn ook feitelijk slachtoffer. Da’ish heeft bij ons al meer moskeeën dan kerken opgeblazen. De christenen zijn gevlucht uit Mosul, de moslims bleven, die dachten veilig te zijn. Velen zijn inmiddels gedood. Da’ish heeft niets met islam te maken. Da’ish is maffia, is crimineel, is gang. Da’ish preekt haat. Als we dat overnemen, stevenen we op het einde van de wereld af’.
‘Als christelijk theoloog geloof ik in de erfzonde. Op Thomistische wijze, als maatschappelijk gegeven, waar niemand los van staat. En dat maakt me bescheiden, op diverse manieren. Omdat er de erfzonde is, zijn mensen maar beperkt verantwoordelijk voor het kwaad dat ze stichten. Daarom kan ik vergeven, daarom moeten we vergeven. En tegelijk, omdat ik geloof in de erfzonde, kan ik nooit zover komen dat ik de ander tot zonde verklaar en mezelf buiten schot houd. Ik weet, dat de ander niet meer dan ik aan zonde onderhevig is. Ik kan dus nooit menen, dat de ander meer verdient dan ik om te sterven. Ik kan dus niet doden. En ik kan dus niet generaliseren, want dat is niet meer of minder dan ‘de ander’ tot voorwerp maken, waar je je haat op kunt loslaten’.
‘We moeten ons nu als christenen laten uitdagen tegen dat dodelijke generaliseren. En goed weten dat Da’ish een gang is. Die moet gestopt worden. Maar tevens goed weten, dat het een alarm is; de analyse die we maken van wat er nu in de wereld speelt, daar dienen we zelf deel van te zijn. En zeker de westerse wereld is er deel van, zo niet de motor. Wat is haar belang? Waarom heeft ze een vijand nodig? Waarom moet Europa een kasteel zijn? De wapenindustrie lijkt de grootste motor van jullie economie. Om die wapens te kunnen slijten, zijn er conficten nodig. Is er angst nodig. En haat. Wat is dat voor een economie, die fundamenteel gebouwd is op wapenproductie?’
Foto: Bisschop Yousif Thomas Mirkis in de ontvangstzaal van de Chaldeeuwse Sint Jozefkerk te Suleymania