Een delegatie van de Oud-Katholieke Kerk bezoekt deze week de paus van de Rooms-Katholieke Kerk in Rome. De audiëntie van de oud-katholieke bisschoppen is uitzonderlijk. De paus ontving donderdag 30 oktober acht bisschoppen van de kerken die aangesloten zijn bij de ‘Unie van Utrecht’. De paus sprak uit bij de ontvangst, dat oud-katholiek en rooms-katholiek samen hebben te zoeken naar meer trouw aan het gebed van de Heer (Johannes 17). Hij refereerde aan ‘nieuwe bruggen’ die gebouwd zijn om de verschillen te overwinnen en signaleerde verder dat opvattingen over ambt en moraal de kerken nog steeds gescheiden houden. Wellicht, zo gaf hij in overweging, kunnen de kerken elkaar plaatselijk versterken in het verlangen tegemoet te komen aan de ‘dorst naar God’, die bij veel mensen is te vinden.
De bijeenkomst was opgezet in verband met het 125 jarig bestaan van de kerkelijke Unie van Utrecht. Een maand geleden werd dit op imposante wijze gevierd, onder meer met een eucharistische viering in de Domkerk, waarbij iedereen die in de eigen kerk participeert in avondmaal of eucharistie welkom was om brood en wijn te ontvangen. Het jubileum was tevens aanleiding voor de paus in Rome om de leiding van de zusterkerk (wellicht spreekt men in Rooms-Katholieke kring liever over een kerkelijke gemeenschap als zuster) te ontvangen.
Vijf oud-katholieke bisschoppen troffen elkaar op 24 september 1889 in Utrecht. Het ging om drie Nederlandse bisschoppen en de bisschoppen van Duitse en de Zwitserse bisdommen die ontstaan waren naar aanleiding van de besluiten van het Eerste Vaticaans Concilie. In die verklaring stelden de bisschoppen dat ze katholiek wilden zijn, zoals men ‘in de Eerste (‘Oude’) Kerk katholiek was’. De Romeinse instanties hadden hier geen begrip voor, ze hadden al in 1723 de facto de Nederlandse tak uitgesloten van de eigen kerkelijke gemeenschap. Met deze bisschopsverklaring was de ‘Unie van Utrecht’ als het internationale verband van autonome katholieke kerken geboren. Er sloten zich na 1889 nog andere kerken aan resp. uit Oostenrijk, de Tjechische Republiek, Kroatië en Polen. De bisschoppen die deze kerken vertegenwoordigen vormen samen de Internationale Bisschoppenconferentie, waarvan de aartsbisschop van Utrecht qualitate qua de voorzitter is.
Het is voor het eerst dat een paus deze internationale bisschoppenconferentie heeft ontvangen. Dat gegeven, aldus mgr. Joris Vercammen, de huidige aartsbisschop, moet gezien worden tegen de achtergrond van de verbetering van de betrekkingen met de Rooms-Katholieke Kerk, een ontwikkeling die in 1966 reeds begonnen is. De Unie van Utrecht heeft een internationale dialoog met het Vaticaan, waaraan onder andere ook de Rooms-Katholieke bisschop van Rotterdam, mgr. Hans van den Hende, wordt meegewerkt. De bisschop, die tevens referent is voor de oecumene in de Raad van Kerken, heeft dan ook een bijdrage geleverd een maand geleden aan een symposium van de Oud-Katholieke Kerk, waarin op de verdere samenwerking werd ingegaan. Hij sprak toen verbindende woorden en gaf op een vraag van protestantse zijde onder meer aan dat het in de discussies over oecumene om balans gaat tussen onder meer recht doen aan de Schrift en recht doen aan de eisen die de liturgie stelt. Zoals bekend is de Rooms-Katholieke Kerk terughoudend wanneer het gaat over eucharistische gastvrijheid. Oud-katholiek en Rooms-katholiek kennen dan ook geen onderlinge intercommunie, zoals dat bij voorbeeld wel het geval tussen de oud-katholieken en de anglicanen.
Mgr. Joris Vercammen had als taak de paus toe te spreken tijdens de audiëntie. Voorafgaande aan de audiëntie vond er een vergadering plaats met de voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Eenheid onder de Christenen, kardinaal Kurt Koch. Vercammen hield eerder een lezing voor het centrum ‘Pro Unione’. Het centrum was al ten tijde van het Tweede Vaticaans concilie dé ontmoetingsplaats voor Rooms-Katholieken en andere Christenen die zich inzetten voor de oecumene. Hij verzorgde ook een preek tijdens een vesper voor de oecumenische gemeenschap van Rome die de Caravita-kerk als een soort van thuisbasis heeft.
Bij aantreden van de paus Franciscus in 2013 was er een vriendelijke begroeting in briefvorm, met daarin onder meer de tekst: ‘De bisschop van Rome heeft voor oud-katholieken, net als voor de hele christenheid, een bijzondere betekenis. Graag vertrouwen we hem het voorzitterschap van het wereldepiscopaat toe, waarmee hij gezicht bepalend is voor de Universele Kerk. Daarbij zijn de waarden, waar Paus Franciscus wil staan, van groot belang: solidariteit met de armen, nederigheid en eenvoud, gebed en spiritualiteit. We kijken uit naar wat Franciscus I ons in dat verband te zeggen heeft en we hopen dat hij erin zal slagen de genoemde waarden ook binnen de Rooms-Katholieke Kerk verder ruimte te geven’.
Foto:
1. Vercammen en zijn delegatie op archieffoto in Echternach
2. geestelijken die samen invulling geven aan de onderlinge theologische dialoog tussen oud-katholiek en rooms-katholiek (archief).
De website van het Vaticaan heeft de tekst geplaatst die de paus heeft uitgesproken bij de ontvangst van de oud-katholieke delegatie. We geven de tekst hieronder weer.
Your Grace,
Eminence,
Your Excellencies,
I am pleased to welcome you, the members of the Old Catholic Bishops’ Conference of the Union of Utrecht, as your visit offers us a valuable opportunity to reflect on our shared ecumenical journey.
This year marks the fiftieth anniversary of the promulgation of the Second Vatican Council’s Decree Unitatis Redintegratio, which inaugurated a new era of ecumenical dialogue and expressed the enduring commitment of the Catholic Church to seek the unity of Christ’s disciples. For all of us, the International Roman Catholic/Old Catholic Dialogue Commission plays a significant role in seeking ever greater fidelity to the Lord’s prayer, “that all may be one” (cf. Jn 17:21). It has been possible to build new bridges of a more profound mutual understanding and practical co-operation. Convergences and consensus have been found, and differences have been better identified and set in new contexts.
While we rejoice whenever we take steps towards a stronger communion in faith and life, we are also saddened when we recognize that in the course of time new disagreements between us have emerged. The theological and ecclesiological questions that arose during our separation are now more difficult to overcome due to the increasing distance between us on matters of ministry and ethical discernment.
The challenge for Catholics and Old Catholics, then, is to persevere in substantive theological dialogue and to walk together, to pray together and to work together in a deeper spirit of conversion towards all that Christ intends for his Church. In this separation there have been, on the part of both sides, grave sins and human faults. In a spirit of mutual forgiveness and humble repentance, we need now to strengthen our desire for reconciliation and peace. The path towards unity begins with a change of heart, an interior conversion (cf. Unitatis Redintegratio, 4). It is a spiritual journey from encounter to friendship, from friendship to brotherhood, from brotherhood to communion. Along the way, change is inevitable. We must always be willing to listen to and follow the promptings of the Holy Spirit who leads us into all truth (cf. Jn 16:13).
In the meantime, in the heart of Europe, which is so confused about its own identity and vocation, there are many areas in which Catholics and Old Catholics can collaborate in meeting the profound spiritual crisis affecting individuals and societies. There is a thirst for God. There is a profound desire to recover a sense of purpose in life. There is an urgent need for a convincing witness to the truth and values of the Gospel. In this we can support and encourage one another, especially at the level of parishes and local communities. In fact, the soul of ecumenism lies in a “change of heart and holiness of life, along with public and private prayer for the unity of Christians” (Unitatis Redintegratio, 8). In prayer for and with one another our differences are taken up and overcome in fidelity to the Lord and his Gospel.
I am always aware that “the holy task of reconciling all Christians in the unity of the one and only Church of Christ transcends human energies and abilities” (Ibid, 24). Our hope is rooted in the prayer of Christ himself for the Church. Let us immerse ourselves evermore in that prayer so that our efforts may always be sustained and guided by divine grace.
De toespraak van Joris Vercammen in Pro Unione ging vooral in op de oecumene tussen Oud-Katholieke Kerk en Rooms-Katholieke Kerk. Er was ook een onderdeel waarin Vercammen de basis van de oecumene in het algemeen onder de loupe neemt. Dat fragment drukken we hieronder af.
4. Some critical notes about ecumenism
Having given a short overview of what Old Catholic Churches are about and of the process and the contents of the RC-OC dialogue, I would like to offer some critical remarks about the direction our ecumenical efforts in my view have to take.
The crisis in ecumenism is essentially a crisis of the church. The essence of the crisis is the fact that the bearers of the traditions identify themselves with the tradition itself. Openness to one another has clearly grown but the sociological law and order remain that institutes make themselves into absolute facts. And beyond that fact the churches are thinking that the way in which they have interpreted the tradition is absolute. And they are taking the shape of the tradition that was the product of their efforts, as the tradition itself. They have become less aware of the fact that ‘tradition’ is in fact a living and dynamic event, a process that ‘happens’ within a context of a community. Gods message of salvation has to be related to and confronted with today’s life of the people who live in a determined context and historical period. Christians do not have a kind of Truth that would be unchangeable and that would only have to be handed over without any contribution of your own.
All we have are Holy Scripture and the Holy Spirit as a compass that shows us the way to those places where the presence of the resurrected Lord is to be experienced. It is the same compass that the churches could show how to get out of the ecumenical deadlock because it shows the way to ‘catholicity’! In other words: the way out of the deadlock is to become more catholic!
10
Ignace of Antioch defined ‘catholicity’ in a twofold way: it is about orthodoxy and about orthopraxis. I want to translate those terms into two questions that are to ask about ‘catholicity’: (1) how the church sees its relationship to the world as a place where all people can find a home ( the ‘oikos’); (2) how the church is committed to its assignment to proclaim the gospel in deed and word.
The first question refers directly to the universality of the Christian message. It starts with the belief that it is possible to integrate the Christian message in every human culture, and the deep conviction that the gospel is relevant to every human being and to every human culture. In addition we may know that the relationship of Christians with cultures is a dialogical one. Christianity does not only bring a message, it is ready to receive as well. Starting point is the acceptance of the otherness of the other.
Concerning the second question, about how the church will proclaim the gospel, it is important to be aware that the centre of the Biblical and Christian message are not a conviction, but historical events, that has really happened. It about the historical event of the exodus, of the deportation of the People of God to Babylon, of the death on the cross of Jesus of Nazareth. Those stories may direct our view on our own lives and on our world. The consequence will be that the meaning of the events we are involved in will become clear to us. To be a Christian is to be a follower of Jesus Christ; it is to learn to see through the eyes of Jesus himself. Who is ready to take that attitude, will discover what the meaning of events could be. We will be far removed from a church that comments on events from a safe distance and a pedantic height. You will only find out about the meaning of things if you are really involved in the struggle for human dignity.
I am convinced that churches and confessions have to be less concerned about themselves and should cultivate a more open mind for the gospel and show more concern about what is happening in the world in general and cultures in particular. To me, those three conditions seem to enable fresh and vital missionary dynamics. It is an Old Catholic Conviction that the way forward is the way back to the model of the early church, in which it was possible for churches to differ from one another because of cultural reasons while remaining in the same fellowship of faith.
This kind of fellowship is the spiritual network we want to work on. In the centre of the fellowship is the twofold question about the catholicity of the church and the missionary dynamic they express. All those churches and groupings that find themselves challenged by those questions and that missionary dynamic should be brought together in a fellowship, global and local. This is what ecumenism has to be about!