De christenvervolging in het Midden-Oosten is complex van aard. Er zijn nauwelijks oplossingen te vinden. Het levert vooral een gevoel op van machteloosheid en ontzetting. De situatie in Irak en Syrië is onderwerp van gesprek geweest in de plenaire Raadsvergadering op woensdag 8 oktober.
Vertegenwoordigers van Kerk in Nood (directeur Joris van Voorst tot Voorst en persvoorlichter Dennis Peters) en Open Doors (Wimco Ester) waren uitgenodigd om iets te vertellen over de actuele nood in het Midden Oosten. Zij vertelden hoe zij als organisaties christenen en ook andere minderheden helpen.
Wat kunnen wij vanuit het Westen doen?, wilden leden van de Raad weten. ‘U kunt aandacht geven aan deze christenen’, antwoordden de hulporganisaties, ‘en informatie geven over de problematiek zodat de geloofsgenoten niet vergeten worden. Daarnaast kunt u oproepen tot gebed: Blijf bidden. Er wordt al veel gebeden en dat moet door blijven gaan. Misschien zien we op dit moment nog niet het resultaat van bidden, maar dat zal komen’, aldus een vertegenwoordiger van Kerk in Nood. De winter komt eraan dus er is ook gewoon voedsel en onderdak nodig. Kerken kunnen financiële hulp geven om onderdak, voedsel en scholen aan te reiken.
De dialoog in het Midden-Oosten komt niet echt op gang en lijkt op dit moment niet echt veel zin te hebben. ‘Maar wat is het alternatief?’ ‘Dialoog is op dit moment een frustrerende aangelegenheid’.
Het blijft belangrijk signalen door te sluizen naar politici. De Raad van Kerken doet dat ook. Er moet blijvend aangedrongen worden op gastvrijheid en ruimte voor vluchtelingen in zowel de getroffen gebieden, als hier in Nederland.
Kerk in Nood benadrukt dat men hulp geeft via de lokale kerken, ook Open Doors werkt met mensen ter plaatse. Grotere organisaties als Kerk in Actie werken samen in internationaal verband met ACT Alliance. Afstemmen van hulp tussen verschillende organisaties gaat vaak goed, maar soms ook moeizaam. Het blijft belangrijk dat kerken onderling en met verschillende organisaties in gesprek blijven.
Voorzitter Henk van Hout vatte het gesprek samen als ‘enerzijds goed om aandacht te blijven vragen voor alle minderheden, en zeker ook aan de christenen die vervolgd worden. Tegelijkertijd kan die aandacht daar anders uitwerken dan hier en dan vergroot dat het gevoel van onmacht’.
Een andere, meer politieke vraag is: waar haalt de IS eigenlijk zijn steun vandaan?, waar ligt dat draagvlak? Leden van de Raad wezen hierbij ook naar buurlanden als Turkije en Saoedi-Arabië. Open Doors erkent dat ‘de stem uit het Westen’ vaak wordt geassocieerd met christenen en soms adviseert men dan ook om geen westerlingen te sturen naar een probleemgebied.
Een raadslid vroeg: ‘Ligt er een verantwoordelijke rol voor de moslimorganisaties in Nederland?’ ‘Moslims distantiëren zich wel degelijk van IS, bijvoorbeeld via het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO)’, reageerde de voorzitter van de beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting. ‘Dit zou meer aandacht moeten krijgen in de pers. De verklaring van CMO is heel ondubbelzinnig: Als iemand jouw overtuiging kaapt, ervandoor gaat met jouw godsdienst, dat wat jij heilig acht, dan kom je daartegen in verzet’. Het is belangrijk de interreligeuze relatie met moslims te versterken.
Christenvervolging geeft een gevoel van machteloosheid en uitzichtloosheid. Vanuit ons geloof moeten we daarin blijven geloven, hopen en bidden dat het beter wordt, aldus de gasten.
Doel oecumene
Het tweede onderwerp wat in de Raadsvergadering behandeld werd was het doel van oecumene. Dit gesprek werd gevoerd naar aanleiding van het hoofdstuk ‘Zegen van de Kerk’ in het boek Raven geschreven door algemeen secretaris van de Raad van Kerken, Klaas van der Kamp. Het doel van dit onderwerp is het voorbereiden op het nieuwe beleid wat in 2016 zijn vorm gaat krijgen.
Het woord eenheid heeft diverse connotaties. Het kan bijvoorbeeld mensen uitsluiten en daarom zou het woord ‘samen’ beter zijn, aldus enkele raadsleden. Pastoor Arjen Bultsma was een van de mensen die zei dat juist het doel van eenheid te snel van tafel wordt geschoven in het boek. ‘Het evangelie ontvangen wij in gemeenschap en dat mag dus over de grenzen van de kerken heengaan. Als allen die ene Christus zoeken, moeten we uiteinelijk samen op die ene weg komen.’
Binnen het zoeken naar eenheid moet een gezamenlijk commitment. Van der Kamp zei in de praktijk weinig van dat commitment te merken. In het hoofdstuk is de lofprijzing de uiteindelijke vorm van oecumene. Deze lofprijzing is een blijvende opdracht voor een ieder.
Foto’s:
1. Een episcopaal-orthodox onderonsje van mgr. Joris Vercammen (oud-katholiek), priester Hildo Bos (orthodox) en priester Samuël Dogan (syrisch-orthodox).
2. Een feminien onderonsje van ds. Jannie Nijwening (doopsgezind), Yosé Höhne-Sparborth (Basisbeweging) en ds. Wies Houweling (Vrijzinnigen Nederland).
3. Een gemengd onderonsje van ds. Jan Wessels (beraadgroep Geloven en Kerkelijke Gemeenschap), ds. Karin van den Broeke (PKN), drs. Henk van Hout (RKK) en ds. Arjan Plaisier (PKN); ds. Jan Peter Schouten (beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting) is half betrokken.
4. Ds. Arjan Plaisier overhandigde een exemplaar van het jubileumboek van de PKN aan drs. Henk van Hout; het gaat om een uitgave verschenen in het kader van tien jaar PKN, waarin verenigde kerken van over de hele wereld hun verhaal doen.
5. Overzicht van de goed gevulde vergaderzaal in de Dijnselburg, waar de Rooms-Katholieke Kerk als gastheer fungeerde.
6. Overzicht van de kerkzaal, waar diaken Frits Pasveer de bijeenkomst opende met onder meer een paar woorden over de pelgrimage.
7. Joris van Voorst tot Voorst vertelt over de situatie in Irak en Syrië.