Heroriënteren en doorzetten

Hoe ga je om met een situatie waarin je het gevoel hebt dat er vroeger veel meer mogelijk was in de oecumene dan tegenwoordig? Die moeilijke, herkenbare vraag stond centraal in een bespreking in de kerk in Son, waar mensen uit de protestantse gemeente Sint-Oedenrode, Son en Breugel en de parochie Heilige Oda, die daar geografisch mee samenvalt, elkaar troffen.

De avond wellicht herkenbaar voor anderen werd door ds. Bas Stigter, getypeerd als ‘een vorm van relatietherapie’. ‘We spreken uit wat ons dwars zit’ en vandaaruit kan er misschien opnieuw gebouwd worden. Ds. Klaas van der Kamp, één van de inleiders, sprak de hoop uit dat men inderdaad op creatieve wijze voortgaat en nieuwe stappen maakt in de oecumene, waar wellicht ook andere plaatsen en het landelijk verband van de kerken door gestimuleerd kunnen worden.

Pastoor Ton Sip, gedelegeerde voor de oecumene in het bisdom Den Bosch, was de tweede inleider. Hij ging in op het verschil in oecumenische ervaringen tussen Nederland en andere landen. Zijn eigen grootouders hadden destijds in Duitsland een gemengd huwelijk gesloten en dat bleek toen al in die setting geen probleem te zijn. Hij gaf verder aan dat de Rooms-Katholieke Kerk afhankelijk van de culturele context veel gezichten kent. Er zijn ook relaties met kerken in het oosten waar zelfs de getrouwde priester bestaat. Er is binnen die ene kerk op detailonderdelen van de echtscheiding ook verschil van benadering. Al die variaties onderstrepen nog eens de noodzaak om niet alleen formeel-juridisch naar zaken te kijken, maar ook pastoraal.

Het ontlokte bij één van de deelnemers de reactie: ‘Als er dan een specifieke benadering in het Midden-Oosten is zou ik ook wel een specifieke benadering willen hebben voor Midden-Brabant’. Ton Sip ging daarop nader in op de Brabantse volksaard

Hij legde uit dat Brabant lange tijd behoort heeft bij de generaliteitslanden; en dat gaat gepaard met het besef ‘we zijn meerderheid lange tijd onderdrukt door een minderheid’. Dat soort gevoelens ebben wel weg, maar geven onderhuids nog een soort oecumenische achterdocht. Sip wees er op dat er verschillende samenwerkingen mogelijk zijn, ook waar het gaat om een gezamenlijk gebruik van kerkgebouwen. 

Vanuit de plaatselijke gemeente was er verdriet over oecumene waarvoor ogenschijnlijk minder ruimte is. Men noemde de onmogelijkheid van een gezamenlijke eucharistie, het wegvallen van het gezamenlijke kerkblad en het verdwijnen van de mogelijkheid om in een oecumenische dienst te worden gedoopt. Zowel Ton Sip als Klaas van der Kamp wezen op het feit, dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen een pastorale of sympathieke basishouding en enkele meer juridische vragen. Er is in formele zin nooit sprake van een oecumenische doop, in die zin dat men altijd in de ene of de andere kerk moet worden ingeschreven. Bij het wisselen van kerkelijke grenzen kan er inderdaad onduidelijkheid ontstaan over initiatieven, maar die moeilijkheden zijn niet principieel van aard. En wat de eucharistie betreft: die is in rooms-katholieke kring en in orthodoxe kring nooit officieel open van aard geweest. Beide inleiders pleitten voor meer balans in de oecumenische benadering. Er zijn hindernissen, maar die moet je niet uitvergroten.

Klaas van der Kamp somde enkele positieve ontwikkelingen op die zich op nationaal niveau voordoen. Er is dooperkenning van zo’n tien kerken, er zijn gezamenlijke inspanningen richting overheid en centrale thema’s. Op landelijk niveau zijn de posten en de betrokkenheid in toenemende mate voldoende vanuit de diverse lidkerken in gevuld, er sprake van groeiende balans. Tegelijk zie je naast het begrip ook cultuurverschillen en uit allerlei settingen is bekend dat dergelijke verschillen lastig zijn te overbruggen.  

Hij somde in zijn bijdrage drie fases van samenwerking op. De eerste fase is die van verkenning en enthousiasme. Daarna komt er een fase van gestructureerde samenwerking. Zelfs als je er in slaagt om de structuur op te schroeven tot één kerk, heb je daarmee nog niet de ultieme eenheid gerealiseerd. Ook binnen één kerkverband moet je meer hebben dan een geregelde samenwerking. Het gaat uiteindelijk om sympathie, de ander uitnemender achten dan zichzelf. En waar de sympathie op God betrekking heeft, om lofprijzing.

Foto’s:
Pastoor Ton Sip, gedelegeerde voor oecumene in bisdom Den Bosch
Betrokken kerkleden
Diaken Wilchard Cooijmans (links) en ds. Bas Stigter (links)