Gespreksvragen over gebed

Kerken, gemeenten, parochies, die plaatselijk in gesprek willen over het gebed, kunnen gebruik maken van de vragen die hieronder zijn geformuleerd. De vragen zijn zo opgesteld, dat ze zowel als invulling van een Bijbelstudie kunnen worden gebruikt, als ook een meer beleidsmatig gesprek kunnen uitlokken. De gebruiker kan een keus maken al naar gelang de plaatselijke situatie daar om vraagt.

Er zijn bij het bureau verschillende vragen binnengekomen, om het gesprek dat landelijk is gevoerd tussen evangelische en oecumenische christenen te faciliteren op plaatselijk niveau. Dat vormde de concrete aanleiding om de vragen te formuleren. De eerste 1 A t/m 1 H vormen een soort van Bijbelstudie. De vragen 2 t/m 8 gaan in op het eerste deel van het artikel dat bij de bespreking op landelijk niveau is gebruikt. Voor de duidelijkheid is dat deel van het artikel ook nog weer onder de tekst opgenomen.

Suggesties voor gesprek.

1. Lees Psalm 17 en lees Matteüs 6: 5-14.
A. Veel gebeden beginnen met ‘een stil gebed’ (bijvoorbeeld psalm 16). Psalm 17 laat het woord ‘stil’ weg. Zou dat iets te maken kunnen hebben met het verlangen naar gerechtigheid (vers 1)?
B. Vaak lezen we van Psalm 17 wel de verzen 1 t/m 6. De verzen 8 t/m 14 zijn minder populair. In hoeverre acht u het begrijpelijk en zinvol om ook de verzen 8 t/m 14 bij het gebed te betrekken?
C. Matteüs 6 benoemt de persoonlijke betrokkenheid bij het gebed. Er staat van Jezus diverse keren dat hij voor het gebed de stilte zoekt (Matt. 14: 23; Matt. 26: 36). Waarom zou hij dat doen?
D. Onderstreep in het Onze Vader de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden (u, wij, uw, ons). Wat valt u op? In hoeverre is dat begrijpelijk? Is het een gemiste kans om de woorden ‘ik’ en ‘mijn’ niet op te nemen?
E. Wat kan de meerwaarde zijn van een gebed wat je samen uitspreekt? (Zie ook Handelingen 12:5 en 12: 12).
F. Kerken hebben verschillende bewoordingen bij het bidden van het Onze Vader. De één bidt ‘leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’ (Oecumenisch Onze Vader), de ander bidt ‘breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad’ (NBV), bekoring’, ‘breng ons niet in beproeving, maar verlos ons van het kwade’ (RKK), ‘leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’ (Herziene Statenvertaling) en ‘Help ons om nooit tegen u te kiezen. En bescherm ons tegen de macht van het kwaad (Bijbel in Gewone Taal). Waarin verschillen de visies onder de teksten? Vindt u het een aanvaardbare oplossing als er samenkomsten zijn, waarin gezegd wordt: ‘We bidden het Onze Vader in de eigen bewoordingen die we in onze traditie geleerd hebben’?  
G. In het boekje ‘Eén druppel jou’ zijn gedeelten van landkaarten opgenomen. Het zijn figuratieve kaarten met begrippen als ‘Vriendschap’, ‘Brug van vriendschap’, ‘kloof van vijandschap’. Laat mensen in een groep zelf een kaart tekenen door verder te associëren op de Bijbeltekst uit Matteüs 6: 5-14. Geef een toelichting voor de groep wat voor kaart je hebt gemaakt en welke woorden je geïntroduceerd hebt.
H. Schrijf een persoonlijk gebed uit waarin de eigen persoonlijke situatie aan de orde komt, de situatie in uw woonplaats en het aspect van de voorbede voor de wereld.

2. Er zijn verschillende woorden om God aan te spreken. Geef aan in onderstaand rijtje welke woorden u in de regel gebruikt: Vader, Lieve Vader, U die Vader en Moeder bent, God, Here, Eeuwige, Allah, Almachtige en barmhartige God, Here Jezus, …. Leg uit waarom.
3. In hoeverre is het voor u belangrijk dat u uw gebeden voor vandaag onderbouwt met de ervaringen die andere mensen in de geschiedenis hebben opgedaan met het geloof?
4. Zijn er situaties waarin u voorkeur geeft aan respectievelijk een spontaan gebed en situaties waarin u liever een gebed dat door anderen is geschreven gebruikt (of hoort gebruiken)?
5. Kunt u zich voorstellen dat een kaarsje of een rozenkrans het gebed krachtiger maakt?
6. Er zit verschil in gebedstraditie tussen diverse kerken. De één zal in het gebed gemakkelijker ook bidden voor overledenen dan de ander; de één zal ook verwijzen naar heiligen en naar Maria, terwijl anderen dat vermijden. Hoe lost u dat op als u samen met mensen bidt die een andere gewoonte hebben en wellicht een andere visie dan u?
7. Evangelische christenen staan bekend om hun spontane manier van bidden; meer katholieke christenen leggen iets meer accent bij het jezelf inbidden in een traditie. Vindt u dat beide benaderingen elkaar zinvol kunnen aanvullen in gezamenlijke plaatselijke ontmoetingen?
8. Ziet u in uw eigen woonplaats mogelijkheden om het gezamenlijk gebed van christenen uit te bouwen?
Verschillende tradities van gebed

Eerste deel van een artikel over gebedsculturen, geschreven door Klaas van der Kamp als inleiding op een gesprek op landelijk niveau van Raad van Kerken en EA-EZA.

Tijdens een ontmoeting van evangelische en oecumenische christenen zaten er journalisten achter in de zaal. Ze smoezelden wat. ´Straks wordt er gebeden. Wedden dat het van een papiertje komt als iemand van de oecumenici bidt´, zei één van de journalisten. ´Wedden dat ze tenminste tien keer het woord ´Heer´ uitspreken als iemand van de evangelicalen het gebed uitspreekt´, zei de ander. Het intermezzo maakt duidelijk dat er stereotypen en vooroordelen bestaan als het gaat over het gebed.

Nagenoeg alle christenen kennen het gebed als onderdeel van hun geloofsleven. Ze drukken met het gebed hun relatie uit tot God. Christus zelf toont het belang van het gebed (Luc. 11: 1-13). Paulus, één van de grondleggers van de christelijke kerk, draagt volgelingen van Christus op om te bidden zonder ophouden (1 Tess. 5:17). Al snel is er een praktijk ontstaan, overgenomen vanuit het Jodendom om ’s ochtends en ’s avonds te bidden.

De Raad van Kerken en de Evangelische Alliantie / EZA organiseren vanaf 2008 samen de Week van Gebed. Naar schatting zo’n 200.000 christenen doen daaraan jaarlijks mee in de derde week van januari. Uit de reacties blijkt dat mensen in plaatselijke geloofsgemeenschappen weinig contacten leggen met andere tradities. Het taalveld verschilt. Ze komen elkaar nog te weinig tegen.

De koepelorganisaties besloten daarop om leidinggevenden van beide richtingen te vragen om een gebed op papier te zetten. Ook mensen uit de achterban konden een gebed insturen. De gebeden werden uitgebracht onder de titel Een druppel jou. Op die manier kun je kennis nemen van de woordkeus van de ander en er vertrouwd mee raken. In het eerste deel van dit artikel vergelijken we de teksten. Als definitie van ´oecumenisch´ en ´evangelisch´ hanteren we het principe dat een kerk oecumenisch is, als ze lid is van de Raad van Kerken en evangelisch als ze lid is van de EA-EZA.  Vervolgens kijken we nog iets nauwkeuriger naar de grote kerkelijke tradities. 

Concrete gebeden

Na ontvangst van ruim vijftig gebeden heeft de eindredactie een indeling gemaakt in rubrieken zoals ´geloof´, ´leven´ en ´voorbeden´. Je merkt al snel dat de positie van de schrijvers in de kerk mede bepalend is voor het thema dat ze aansnijden. De leiders van verschillende denominaties hebben een voorkeur voor een tekst die past in de categorie ‘geloof’. Mensen in een leidinggevende positie hebben blijkbaar de neiging om de verworvenheden van de levensovertuiging te laten terugkeren in het gebed. Deze focus zal te maken hebben met de verantwoordelijkheid die men als leider ervaart.

Kijken we nog wat verder en zoomen in op het gebruik van de naam van God. Hoe spreken de diverse theologen en kerkleiders God aan? De Amerikaanse theoloog dr. Tony Evans schreef een boekje met de namen die mensen gebruiken als ze God in het gebed aanspreken.  Hij benoemt 85 namen, variërend van ‘Licht van de Naties’ (Or Goyim) tot ‘Vader’ (Ab). Interessant is zijn vaststelling, dat het bij wisseling van de benaming meestal gaat om een benaming die in relatie staat tot de behoefte van de mensen op dat moment.

Als we de gebeden in het boekje ´Een druppel jou´ verder tegen het licht houden, kom je een verschil  in godsbeeld tegen. De meeste evangelische gebeden spreken God aan als ‘Vader’, of ‘Vader in de hemel’, of ‘heilige God en Vader’. In de oecumenische gebeden komt de aanduiding ‘Vader’ slechts een enkele keer voor, soms gepaard gaand met het bijvoeglijk naamwoord ‘Goede Vader’, op het moment dat een rooms-katholiek God aanspreekt. Andere aanspreekvormen overheersen in de oecumenische traditie: het neutraal gebruikte ‘Heer’ komt geregeld voor, het eerbiedige ‘Almachtige en barmhartige God’ ook. Het gebruik van vele epitheta is al gauw iets oecumenisch, zeker als het benamingen betreft die uit de traditie voortkomen.

De aanspreekvorm is soms gekleurd door het eigen kerkverband. Iemand uit de Broedergemeente zegt: ‘Jezus Christus, Heer en Broeder….’. De aanspreekvorm ‘Eeuwige’ blijkt tweemaal bij vrouwen aanwezig te zijn, zij vermijden daarmee een eenzijdige genderbenaming. En het woord ‘Allah’ mag dan in Arabische bijbels voorkomen, in een gebed in Nederland blijft het toch een uitdrukking die je weliswaar tegenkomt bij iemand van de Basisbeweging, maar die je verder niet zo gauw zult horen.   

Verzoek

Bijna alle gebeden brengen een verzoek onder woorden. De evangelische teksten doen vaak een poging om het persoonlijke leven nog meer transparant vanuit God te maken; de schrijvers spreken een verlangen uit om de eigen identiteit één op één te laten corresponderen met het hart van de Vader. Je komt het verzoek tegen dat men het hart open mag leggen, ‘dat ik U heel eerlijk alles vertel wat er in mijn hart omgaat’. ‘Alleen als mijn hele hart voor U open ligt, kunt U uw vergevende en helende werk doen’, bidt iemand met een evangelische achtergrond. En iemand zegt: ‘Wilt U aanwezig zijn, zodat we ook van U zijn en uw wil kunnen doen’.

De oecumenische vragen zijn qua focus breder. Iemand bidt: ‘Geef ons oog voor uw majesteit’. Het gaat dan niet meer om geloof, maar om herkenning van waar God spreekt. En: ‘Neem weg onze angsten en zorgen’. En: ‘Vader, maak ons met uw Geest moedig en sterk. Dat wij onze kwetsbaarheid accepteren en mensen van hoop blijven’. De Geest maakt compleet wat in nuce in een mens aanwezig is.

Een evangelisch gebed gaat meer dan een oecumenisch gebed uit van verondersteld geloof. ‘Het is ons verlangen dat we als uw gemeente het verschil mogen maken’ is een zin waaruit blijkt dat men leeft vanuit de gedachte dat ieder zich bewust is anders dan andere mensen in het leven te staan. ‘Wij zien uit naar uw leiding’.

In oecumenische gebeden is de eigenstandigheid van het leven sterker benoemd. Mensen zijn geneigd met God te worstelen en daar waar ze dat zinvol vinden roepen ze Hem ter verantwoording. Iemand uit de protestantse kerk bidt: ‘Laat ons zien hoe wij ons eigen levensverhaal kunnen zien als deel van uw verhaal met mensen’. En: ‘Wij vragen U om geborgenheid en voorstellingsvermogen, om inspiratie en erkenning’. Dat is dus iets anders dan volstromen en vol van de Geest geraken.

Verschillende gebeden laten iets zien van de eigen sjibbolets. Je vindt het bij iemand uit pinksterkring die bidt: ‘Doop me met de Heilige Geest’. En iemand anders zegt: ‘Wij willen onze kinderen aan U opdragen’. Iemand uit Quakerse hoek bidt: ‘U hebt ons lief, U luistert naar onze gebeden, maar ook naar onze Stilte’. Stilte is met een hoofdletter geschreven, waarmee de auteur het goddelijke geheim van de stilte beaccentueert. Een vader uit de orthodoxe kerk spreekt expliciet Maria aan als het gebed zijn afronding krijgt. ‘Door de voorspraak van uw alreine moeder, onze koningin, de altijd maagdelijke Maria en van al uw heiligen’. Bij de eigen kleuring hoort ongetwijfeld ook de voorbede voor de ontslapenen: ‘Gedenk, Heer, onze broeders en zusters die reeds ontslapen zijn’.

Een evangelische voorganger bidt: ‘Geweldig, dat we mogen weten dat U ons persoonlijk op het oog heeft, dat U ons kent en dat U ons wilt inzetten in uw werk’. Een evangelische voorganger zette boven het gebed: ‘Jezus heeeeelp!!!!’ Dat gebruik van emotionele taal en uitroeptekens past de evangelische kring beter dan de oecumenische wereld.
Een gebed van uit het Leger des Heils neemt een tussenpositie in, dat correspondeert met de keus van het Leger om zowel lid te zijn van de EA/EZA als van de Raad. Het gebed laat een concreetheid zien die je bij evangelische christenen veel tegenkomt. De titel is ook ‘Wat kies ik vandaag?’ en in het gebed staat onder meer: ‘Ga ik achter mijn computer zitten of lees ik eerst mijn bijbel?’ Het is de concreetheid die evangelischen herkennen.

Traditie

Iemand uit evangelische kring bidt: ‘Laat ons niet wonen in het verleden’. Het is een direct verlangen om in het hier en nu aangesproken te worden. ‘We leven in uw licht, open onze ogen zodat we U zullen zien’.

Oecumenische gebeden zoeken juist wel hun wortels in de traditie. Je vindt er constaterende zinnen van hoe God zich in het verleden opstelde als basis voor het vertrouwen nu. ‘Uw Zoon heeft ons geleerd open te staan voor de Heilige Geest’ kun je vinden in een rooms-katholiek gebed, dat gewoontegetrouw met het Onze Vader wordt afgesloten. ‘De boog van uw verbond staat immers boven ons leven’, bidt een ander. En constaterend klinkt het: ‘U bent de mensen aan de zelfkant van de samenleving nabij geweest’ en de bidder legt vervolgens vanuit het evangelie uit waar dat allemaal gebeurde.

Citaten uit het Oude Testament zijn spaarzaam. Vanuit het besef van traditie zal je ze vaker tegenkomen in de gebeden van de oecumenici. Er wordt verwezen naar de ervaringen van het volk Israël die uit Egypte wegtrekt en naar de pelgrims die opgaan naar Jeruzalem.

Het hechten aan de traditie komt bij de Syrisch-Orthodoxe Kerk naar voren. De priester heeft aanvankelijk verzocht niet alleen een Nederlandse tekst in de bundel op te nemen, maar ook iets te laten zien van de oorspronkelijke Aramese variant die in deze kerk wordt gesproken. Uiteindelijk is dit verzoek om praktische redenen overigens niet gerealiseerd.
Opvallend is verder dat twee priesters, één van rooms-katholieke huize en één van orthodoxe huize, een standaardgebed insturen. Voor hen is de inhoud van het gebed met de liturgie verbonden. Ze komen niet eens op het idee er een spontaan gebed voor te schrijven.

Op zich sporen deze waarnemingen met ervaringen tijdens gebedsbijeenkomsten. Waar evangelische mensen een aanleg hebben om vooral het spontane en persoonlijke gebed te waarderen, hebben katholieken en orthodoxen de neiging om terug te grijpen op bestaande teksten die vanuit de traditie van de kerk worden aangereikt. In een evangelisch gebed klinkt herhaaldelijk de woordkeus ‘we danken U, Here’ en ‘we bidden U, Vader’. In een meer katholieke setting misstaan woorden niet als ‘Kyrie eleison’ en ‘barmhartig God, getrouw Vader’. De directheid en de spontaneïteit van de ene richting wijkt af van de meer culturele stijl en traditionele verankering van de andere richting.

Er zijn veel overeenkomsten in de teksten. Zowel oecumenici als evangelische christenen hebben oog voor de maatschappelijke vragen. Beide bidden dat zij vredestichters mogen zijn en mogen zoeken naar gerechtigheid. Beide realiseren zich dat er transitie, verandering nodig is. De titel van de uitgave Een druppel jou verwijst naar het verlangen dat door alles heen speelt om op voet van vertrouwdheid met God om te gaan.

(Wie het hele artikel wil lezen, kan te zijner tijd de uitgave van Boekencentrum raadplegen, Jan Minderhoud voert de redactie van de uitgave; wie de bundel ‘Eén druppel jou’ wil ontvangen, kan een bestelling plegen bij het bureau van de Raad of een exemplaar bemachtigen via de boekhandel; Boekencentrum biedt de uitgave daar aan voor iets minder dan een tientje).

Foto’s:
1. Gebruik van voorwerpen als concentratie bij het gebed
2. Kaart als uitwerking van een bijbelfragment
3. Andermaal voorwerpen bij het gebed
4. Ds. Veronique Lindenburg uit Amsterdam-Noord, één van de bezoekers bij de landelijke bezinning over gebed