Met de digitale revolutie verandert het karakter van de godsdienst. Gelovigen stellen in toenemende mate hun eigen geloofspakket samen. De bijbelwetenschappen boeten daarbij aan belang in en de praktische ervaringen genieten een toenemende interesse. Mensen ontwikkelen zich van consumers en producers tot prosumers.
Dat bracht Heidi Campbell, associative-professor Communicatie van de Texas A&M University naar voren tijdens een bijeenkomst van de United Bible Societies onlangs in Atlanta. Campbell heeft zes boeken op haar naam staan die allemaal ingaan op de consequenties van de digitale revolutie die zich wereldwijd voltrekt. Haar laatste boek heet ook zo: ‘Digital religion’.
Ze legt uit, dat internet religie niet doodt, zoals soms wordt beweerd, maar de communicatie van religie wel ingrijpend verandert. Religie zelf staat niet ter discussie. Juist mensen die werken in de techno-industrie zijn geïnteresseerd in spiritualiteit. Ze beseffen dat religie iets toevoegt aan hun technische ervaringen. Tegelijk verandert het karakter van de ervaring van religie wel. Digitale religie is vooral een geleefde netwerk-religie. Het gaat in deze religie minder om interpretatie van de schrift, maar om de geleefde dagelijkse realiteit. Mensen verlangen geen strikte tekstanalyse, meer een flexibele, dynamische benadering van hoe God op hun wereld betrokken kan zijn. Ze willen ook participeren. Men spreekt daarom van gelovigen als ‘prosumers’, dat zijn producenten (producers) en consumenten (consumers) in één. De kerk wordt een kerk zonder muren.
De consument maakt een eigen mix. Men neemt elementen van de eigen richting, maar ook van andere. De gelovigen werken zelf aan een online moralisatie. Campbell noemde een sprekend voorbeeld. Ze vertelde van een begraafplaats, waar je kunt rondlopen en via je mobiele telefoon kan je overledenen weer voor je zien. De overledenen maken al tijdens hun leven een qr-code en plaatsen die op hun grafsteen. Als je dan als bezoeker een dergelijk graf passeert, kan je via de code een filmpje op je smartphone zien, waarop de overledene je alsnog toespreekt. De wereld wordt een multi-site reality, en is daarmee automatisch een oecumenische wereld.
De app-ontwikkelaar van een dergelijke kerk is net als de webpage-moderator de pastor van de kerk geworden. De pastor is allereerst programmeur en communicator en niet per se allereerst een theoloog. De netwerkgemeenschap creëert eigen vrienden en relaties en is weinig homogeen. Je assembleert je eigen identiteit. Oude autoriteiten verdampen.
Campbell benoemde enkele actuele trends in digitale communicatie. De focus, zo legde ze uit, verschuift bijvoorbeeld van website naar facebook en naar filmpjes van negen seconden. Kerken en ideële instellingen kunnen daarop inspelen door niet alleen tekst naar buiten te brengen, maar ook heel korte pakkende beeldopnames.
Foto:
1. Heidi Campbell
2. Een illustratie bij Campbells betoog