Een boksbal. Waarschijnlijk is het één van de laatste dingen die je in een fraai versierde oude rooms-katholieke kerk zou verwachten. Maar in de St. Andrieskerk in Antwerpen kan je de bal op een prominente plaats zien hangen. Er staat een bordje bij met de tekst: ‘Beter met iemand worstelen dan hem dumpen’. Vervolgens is er een citaat uit Genesis 32: ‘Jakob worstelde men (een man van) God tot het aanbreken van de dageraad. ‘En ik ben toch in leven gebleven’, zei Jakob’.
De boksbal is één van die attributen die je toevallig tegenkomt, als je gaat lopen in een stad. Je organiseert het niet, zoekt er niet naar, maar het komt op je pad. Zo ging het de groep van algemeen secretarissen van raden van kerken uit diverse Europese landen, toen ze woensdag vanuit Egmond (waar ze bijeen zijn) een excursie maakten naar Antwerpen. De Andrieskerk was een halteplaats voor de lunch. En natuurlijk moest er ook even een blik geworpen worden in de overdadig Rubensachtig versierde kerk, waar ooit de twee eerste martelaren van het protestantisme Hendrik Voes en Jan van Essen, die op 1 juli 1523 op de Grote Markt van Brussel levend werden verbrand, hun thuiskerk hadden. Beide martelaren waren Augustijner monniken en gegrepen door de leer van Luther. Helemaal onlogisch was het niet, dat zij in Antwerpen woonden, want als handelsplaats en als plek waar de drukpersen ronkten, was het ook een zenuwcentrum van activiteiten.
De creativiteit van de huidige clerus blijkt ook uit de lange rij schoenen die ze door de kerk hebben gelegd. Het begint met babyschoenen en een box en via tientallen modellen komt het uit bij een rolstoel en een grote (lege) doos met een vraagteken. De schoenen symboliseren de levensgang van een mens en willen tot nadenken stemmen.
Mgr. Johan Bonny, rooms-katholiek bisschop van Antwerpen en lid van de Nationale Raad van Kerken in België, voorheen twaalf jaar werkzaam voor de Congregatie voor de christelijke eenheid in Rome, sprak de Europese secretarissen toe. Hij liet de veelkleurigheid zien van de Antwerpse samenleving, waar in het verleden ook sterke concentraties van Duitsers hebben gewoond en nog steeds een groep van zo’n 20.000 joden woont, vooral chassidiem, die hun eigen organisaties handhaven, zowel qua synagogen als qua scholen en medische zorg. Er zijn incidentele, maar goede contacten met de kerken. De moslimgemeenschap in Antwerpen groeit en bedraagt nu zo’n 17 procent van de bevolking. Door hun komst en de komst van Oost-Europeanen groeit voor het eerst sinds decennia weer de behoefte aan basisscholen.
Bonny verwacht dat het christendom aan importantie zal terugwinnen in de Antwerpse gemeenschap. Hij is blij met de steun die men heden ten dage ondervindt vanuit diverse andere landen. En dat is nodig. ‘Mijn leven lijkt op dat van God. Mensen weten dat ik besta, maar ze zien me niet meer’.
De internationale delegatie bracht ook een bezoek aan St. Egidio. Hilde Barones Kieboom, president voor deze regio van Europa, schetste de geschiedenis van het initiatief sinds de start in de jaren zestig na Vaticanum 2. Het werk van de gemeenschap wordt gedragen door de combinatie van geloof in God en radicale beschikbaarheid voor de armen. In het voetspoor van vader Damian, die zich inzette voor de leprapatiënten, werkt men voor de huidige uitgestotenen van de samenleving. Het impliceert dat men ’s ochtends open is voor de daklozen; zij kunnen een maaltijd gebruiken bij St. Egidio, douchen en medische zorg ontvangen. Dagelijks maken enkele honderden mensen gebruik van de mogelijkheden. Ieder dag is er ook het gebed in de kapel en men heeft daarvoor een eigen liturgische bundel gemaakt, met ook eigen liederen. Het werk heeft zich inmiddels breed vertakt en is onder meer te vinden in Nederland, Duitsland, Portugal en Italië. Diverse jonge mensen helpen als vrijwilliger mee om het werk doorgang te laten vinden. Op het moment dat de internationale groep St. Egidio bezoekt zijn ze op de binnenplaats aan het fruit snijden. De gemeenschap in Antwerpen heeft ook een bejaardenonderdeel. Daar wonen acht ouderen. Hilde Kieboom stoort zich aan de behandeling van ouderen in grotere tehuizen, waar het voorkomt dat man en vrouw weer uit elkaar worden gehaald. ‘Alsof je zo’n situatie niet kunt verbinden met het handhaven van de mensenrechten’.
Het internationale gezelschap is deze dagen bijeen in Egmond. Men wisselt landenrapporten uit en spreekt over het centrale thema van de ‘economische crisis’. In Antwerpen wordt dat thema verder ingekleurd door een bezoek aan de haven en een gesprek met de pastor van de zeeliedengemeenschap ds. Mark Schippers. Hij vertelt over de ervaringen in zijn werk, waarbij haast vanzelfsprekend voor zo’n internationale stad, de pastor met nagenoeg alle nationaliteiten van doen krijgt. Triest zijn de pogingen om als vluchtelingen binnen te komen. Schippers vertelt van een groep Nigerianen die zich in het roervak van een schip had verstopt, maar omdat het schip op zee iets meer diepgang kreeg, bleek bij aankomst in Antwerpen dat enkelen van hen waren verdronken. Over het algemeen zijn de internationaal opererende kapiteins terughoudend vluchtelingen aan boord te nemen, omdat de politie de rederijen verantwoordelijk maakt voor wat er verder moet gebeuren. Men kiest dan als kapitein voor snel en risicoloos doorvaren boven het helpen van mensen.
Torsten Moritz en Peter Pavlovic (beiden werkzaam voor de CEC (Europese Kerken) spraken in een evaluatie met de algemeen-secretarissen en plaatsten de ervaringen in een breder kader. De zeer beperkte mogelijkheden voor vluchtelingen zijn bekend en de economische crisis impliceert dat een derde van de Grieken niet eens de electriciteitsrekening kan betalen en vele miljoenen jongeren, in Zuid-Europa nog weer beduidend meer dan in het noorden, zonder baanperspectieven verbitteren en verpieteren.
Foto’s:
1. Boksbal in kerk
2. Schoenen met levensloop in kerk
3. Bisschop Bonny
4. Hilde Kieboom
5. Bakkerswagen waarmee St. Egidio broden uitdeelt in de stad
6. Stagiares maken het fruit klaar voor de maaltijd voor daklozen
7. Impressie van de wereldhaven
8. De internationale delegatie gebruikt de maaltijd