Een vertegen- woordiging van de Raad van Kerken is woensdag 18 september op bezoek geweest bij het landelijk bureau van de Unie van Baptisten Gemeenten in Barneveld. Het gesprek had een verkennend karakter.
Teun van der Leer, rector van het Baptisten Seminarium, vertelde over de wortels van de Baptisten Unie en de ervaringen met de oecumene. De Baptisten hebben in 2009 hun 400 jarig bestaan gevierd. Zij zijn vanuit Engeland in Amsterdam ontstaan, zijn sterk gegroeid in de Verenigde Staten waar bekende mensen als Martin Luther King en Billy Graham lid zijn, en hebben sinds 1845 ook gemeenten in Nederland. Johannes Elias Feisser was voorganger in de eerste gemeente, die van Gasselternijveen. Er is nog een herinneringsmaquette te vinden, waar menig Nederlandse baptist nog nooit geweest is, vertelde Van der Leer met humor, maar waar hij onlangs een groep Zuidkoreanen naar toe had begeleid, die speciaal naar Nederland kwamen om Gasselternijveen en Witmarsum (geboortegrond van de doopsgezinden) te bezoeken. De Baptisten in Nederland kenden twee stromingen: één in de lijn van voorganger Johannes Elias Feisser, noem het de meer calvinistische lijn; en één meer in lijn van Jan de Liefde, noem het de arminiaanse lijn.
De Baptist World Alliance bundelt tweederde van de Baptisten en telt zo’n 50 miljoen leden, verdeeld over 200 unies / associaties; 26 daarvan zijn ook lid van de Wereldraad, met name in Europa unies in Denemarken, Engeland, Italië, Hongarije. De Baptisten hebben in de periode 1954 – 1968 een vice-voorzitter van de Wereldraad geleverd: E.A. Payne. De kerk voert diverse bilaterale dialogen: met de Anglicanen, met de Rooms-Katholieke Kerk (met name in de perioden 1984-1988 en 2006-2010) en binnenkort met de Methodisten. De Nederlandse Baptisten zijn 17 jaar lid geweest van de Wereldraad. Maar uiteindelijk trok men zich daar uit terug, onder meer uit onvrede met het gebrek aan ruimte voor Baptisten in diverse orthodoxe landen. De discussie, zoals die in de notulen kwam, ging overigens meer over procedurele zaken dan over inhoudelijke kritiek.
Ondertussen is er wel betrokkenheid bij de oecumene gebleven. De Baptisten deden mee met het conciliair proces in de jaren tachtig, al gebruikten ze daarvoor geen materiaal van de Raad van Kerken, maar ontwikkelden ze eigen materiaal. Contacten met andere kerken lopen vooral via de Evangelische Alliantie en de Nederlandse Zendingsraad en via het seminarium dat aan de Vrije Universiteit gevestigd is. Een bijzondere ontwikkeling is de bouw van een zogenaamd Baptist House in Amsterdam-West, waar seminarium en uniekantoor zich in 2014 hopen te vestigen, samen met het internationale seminarium en de Europese Baptisten Federatie.
Er zijn accentverschillen tussen Baptisten en de Raad van Kerken, legde Van der Leer uit. Bij de Baptisten is men geneigd de beweging belangrijker te vinden dan het instituut. Men waardeert de oecumene van het hart. Men staat terughoudend ten opzichte van vrijzinnigheid en pluralisme. En men laat zich leiden door een ecclesiologie van onder af; en dat maakt participatie minder eenvoudig.
Marius van Leeuwen, vice-voorzitter van de Raad van Kerken, gaf een toelichting op het beleid van de Nederlandse Raad van Kerken. In een gesprek en tijdens een maaltijd werd er verder gesproken. Jannie Nijwening ging in op de parallellie die er bestaat als kerk van onderaf met de volwassendoop tussen Doopsgezinden en Baptisten. Er zijn verder geen afspraken gemaakt voor een vervolg. Els Leeuw-Vermeulen, voorzitter van de Unieraad, concludeerde dat het zinvol is om elkaar op deze manier te spreken.
Foto boven: Els Leeuw-Vermeulen in gesprek met Douwe Visser
Foto onder: Teun van der Leer