De verklaring van de Raad van Kerken over de afschaffing van de slavernij heeft veel reacties gegeven. Over het algemeen reageren kerken met katholieke affiniteit, met gevoel voor historische lijnen, begrijpend. Meer seculiere criticasters hebben moeite met een schuld die over de generaties heen grijpt.
Het blad ‘De Reformatie’, veel gelezen in kringen van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, gaat in een uitvoerig artikel in op de verklaring van de Raad van Kerken, waar de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt formeel geen lid van zijn, maar waar het moderamen wel gesprekken voert met de deputaten eenheid van deze kerken.
Een artikel van Bram Beute, redacteur van het blad zet in met enkele citaten uit de verklaring: ‘De slavernij heeft eeuwenlang tot 1863 plaatsgevonden onder Nederlandse vlag…. Honderdduizenden mensen werden van huis en haar weggehaald… Als kerken weten we ons deel van dit schuld verleden en moeten we vaststellen dat theologie in bepaalde omstandigheden misbruikt is om de slavernij te rechtvaardigen… Wie kan de schuld vergeven en vergiffenis aanreiken voor mensen die zelf geen woorden meer in de mond kunnen nemen en die tot het einde van hun leven in slavernij hebben moeten doorbrengen?’
Bram Beute zegt: ‘De verklaring heeft iets ongemakkelijks. Wat moeten we als christenen met ons slavernijverleden; de slachtoffers kunnen ons niet meer antwoorden. Deze verklaring komt ‘te laat’. En aan de andere kant: de slavernij is voor veel christenen iets wat ver van hen afstaat. Waarom zou ik me daar nog schuldig over voelen? Dat is kortzichtig’, aldus Beute. Hij laat vervolgens zien dat de gevolgen van de slavernij zich nog steeds laten identificeren, zowel in nazaten, als in rijkdom als in actuele vormen van slavernij.
Beute gaat ook in op de schuldbelijdenis. Hij stelt vast dat het geen schuldbelijdenis is in de zin van: we verwoorden de problemen en het is klaar. ‘Het gaat vooral om het erkennen van verantwoordelijkheid en die moeten de kerken leren dragen’. We moeten ‘groeien in het besef van schuld en verantwoordelijkheid’. Het is niet zozeer individuele schuld, maar eerder een vorm van collectieve schuld. Hij wist op verantwoordelijkheden van de timmerman die de slavenschepen timmerde tot het meisje dat graag suiker in haar thee gebruikt.
Het dagblad Trouw laat de historicus Piet Emmer aan het woord om uit te leggen, dat een erkenning van schuld a-historisch is. Je kan alleen zakelijk beschrijven wat er in het verleden is gebeurd, maar moet daar geen ethische lijnen in proberen aan te brengen. In het algemeen valt het met de materiële omstandigheden ook nog wel een beetje mee, als je let op de context van de tijd, zegt de historicus, die daarbij en passant vergeet dat twintig procent van de slaven al tijdens de overtocht over zee het leven lieten. Er zijn oorlogen waarin het allemaal veel erger was, meent de academicus.
Drs. Piet Vergunst, secretaris van de Gereformeerde Bond, laat in de Waarheidsvriend merken dat hij minder moeite heeft met de erkenning van schuld over het verleden. Een schuldbelijdenis kan heilzaam werken en een herdenken met het hart kan niet zonder gevolgen voor het heden blijven, zegt hij. Is er niet veel meer voor dan ertegen om oog te hebben voor koffieboeren in Guatemala, theeplukkers in Tanzania, om producten te kopen die vanwege eerlijke handel in de schappen van de winkel liggen? Dan moet je als christen zelfs even nadenken voor je een pak hagelslag koopt.
Het blad ‘Opbouw’ van de Nederlands Gereformeerde Kerken heeft een special gewijd aan de slavernij, waarin bijbelse en actuele thema’s worden uitgewerkt onder de verzameltitel ‘De slavernij afgeschaft’. De opnames van de feestelijke dienst bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij zijn via Zendtijd voor Kerken nog te bekijken op internet.
Het moderamen van de Raad van Kerken heeft over de vele honderden reacties gesproken tijdens een evaluatie. Het moderamen stelde dat men niet op alle individuele reacties zal ingaan. Dat zou te ver voeren qua gedachtengoed en te veel werkdruk geven op het bureau. Zo waren er ook allerlei stichtingen die de gelegenheid aangrepen om subsidies te vragen. Zo’n verzoek past niet bij de Raad van Kerken, een organisatie die zelf financieel geen armslag heeft om derden te ondersteunen, het verzoek past ook niet bij de intentie van de verklaring. De verklaring beoogt schuld te verwoorden en aanspreekbaar te zijn op de morele consequenties. Het idee dat je die morele consequenties kunt afkopen met geld is eerder een uiting van financieel denken (koopmansgeest) dan van katholiek besef van verantwoordelijkheid. De verklaring impliceert wel dat je als organisatie probeert aanspreekbaar te zijn op situaties in de toekomst waar soortgelijke elementen aan de orde zijn als in de slavernij. Een beraadgroep Samenlevingsvragen denkt daarom actief na over een thema als gerechtigheid.
Foto na afloop van de herdenking van de afschaffing van de slavernij in de Koningskerk in Amsterdam