Zo’n 150.000 mensen maakten het weekend van 21 juni gebruik van de mogelijkheid om en kijkje in een kerk te nemen buiten het tijdstip van de gebruikelijke eredienst. Daarmee gaat het om één van de grootste oecumenische manifestaties ooit in Nederland gehouden.
Bezoekers konden tijdens de kerkennacht een kerk bezoeken van een andere geloofsrichting. ‘Van apostolisch tot mormoon, ze deden allemaal mee’, vertelt Bert Kuipers, voorzitter van het stichtingsbestuur en zelf als predikant werkzaam in de Laurenskerk in Rotterdam.
Kuipers ziet het succes vooral als een ‘zwaan-kleef-aan-effect’. Plaatselijke vrijwilligers horen van de opzet in 2011, toen er zo’n 50.000 bezoekers kwamen, en nemen ideeën over en laten zich door de verhalen inspireren. Kerken gaan samen om tafel zitten en bedenken leuke dingen om mensen te verleiden een kijkje in de kerk te nemen. Vrijwilligers vertellen daarbij de bezoekers over het gebouw en over de achtergronden van de activiteiten die er verder plaatsvinden.
Kuipers ziet de decentrale organisatie als een deel van de kracht van de kerkennacht. ‘Kerken hoeven niet eindeloos te vergaderen. Ze mogen gewoon doen wat bij ze past’, aldus de Rotterdammer. De Raad van Kerken faciliteert de opzet en ziet de kerkennacht als een reëel alternatief voor de kerkendagen die in de jaren negentig plaatsvonden. De kerkendagen waren bijeenkomsten waarop mensen uit het hele land bij elkaar kwamen op een centrale locatie om zich te laten inspireren. Voordeel van de kerkennachten is echter dat de gebouwen geopend zijn bij mensen in de buurt; de bezoekers kunnen een week later weer langskomen in hetzelfde gebouw, als ze dat willen.
Er deden dit jaar zo’n 60 plaatsen mee, en zo’n 600 kerkgebouwen waren geopend. Het is een bonte stoet van kerken die participeert. Kuipers wijst er op, dat onder de nieuwkomers ook migrantengemeenschappen zijn, zoals de Ghanezen en de Kaapverdianen. ‘Zij hebben vaak weinig ervaring met het organiseren van dit soort dingen. Daarom deden ze het vaak in samenwerking met andere kerken’.
De aard van de bezoeken is zeer verschillend. Een evenement als ‘preek van de leek’ impliceert dat mensen een uurlang een programma meemaken. Daarnaast zijn er ook mensen die de gelegenheid aangrijpen om diverse kerkgebouwen langs te gaan om vooral de architectuur te beleven. Zij komen tien minuten binnen en vertrekken weer. Wetenschappelijk onderzoek van dr. Henk de Roest tijdens de vorige kerkennacht in 2011 heeft uitgewezen dat tweederde van de mensen op die manier een kerk binnengaat, waar men anders nooit komt. Daarmee is de kerkennacht bij uitstek een oecumenisch evenement.