Het Caïro-overleg heeft met ontroering kennisgenomen van het besluit aan moslimzijde om mee te doen aan de herdenkingen op 4 mei. Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), zelf ook lid van het Caïro-overleg, heeft de bij haar aangesloten moskeeën opgeroepen om mee te doen aan de dodenherdenking. Nationaal, maar zeker ook internationaal is dat een zeer opmerkelijke stap.
Het Cairo-overleg zal dit jaar als organisatie voor het eerst aanwezig zijn bij de nationale herdenking in de Nieuwe Kerk en op de Dam in Amsterdam; de Raad van Kerken participeert al veel langer. Daarmee krijgt de samenwerking van de drie koepelorganisaties van Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), de Joodse Gemeenschap en de Raad van Kerken, verder profiel. De samenwerking verloopt toch al goed, zeker nadat de gezamenlijke inspanningen bij de discussies rond de rituele slacht, uiteindelijk tot resultaat hadden dat de Eerste kamer een genuanceerdere positie innam dan de Tweede kamer.
De moslimgemeenschap heeft aangegeven duidelijk aanwezig te willen zijn bij de dodenherdenking. Dat is een opmerkelijke stap, zeker ook met de blik op andere landen, waar de samenwerking tussen moslims, joden en christenen niet altijd vanzelfsprekend is. Het CMO heeft een tekst doen uitgaan naar bij het CMO aangesloten organisaties.
Het CMO stelt daarin dat Nederlandse moslims op 4 mei stil willen staan bij allen die in Nederland zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er is sprake van een oorlog waarin vele slachtoffers zijn gevallen en vele offers zijn gebracht, aldus het persbericht. ‘Een oorlog waar groepen mensen op basis van geloof en afkomst systematisch werden onderworpen aan onterende behandelingen, wrede onmenselijkheid, folteringen en uitroeiing,waaronder Joden, Sinti en Roma’.
Het persbericht vervolgt met: ‘Ook op dit moment, vinden enkele uren vliegen hier vandaan oorlogssituaties plaats vol moord, verkrachting, vernieling van bezit, eer en leven. Vrede is kostbaar, kwetsbaar en niet vanzelfsprekend. 4 mei grijpen wij aan om hierbij stil te staan, om zo de volgende dag de vrede en vrijheid te blijvenwaarderen, beschermen, verdedigen en versterken. Vrede moet je koesteren’.
Het persbericht van CMO verankert de visie in de eigen religie. Het persbericht vervolgt dan met: ‘Vrede is één van de heilige namen en eigenschappen van God. Naar het voorbeeld van profeten en engelen wensen wij elkaar in iedere ontmoeting vrede. We dienen consequent te zijn in ons denken en handelen. Gun ‘de ander’ dezelfde vrijheid die je jezelf wenst. In alles wat wij doen, dienen we de gemeenschappelijke oorsprong van alle mensen als vertrek- en uitgangspunt te nemen, door open, geïnteresseerd en solidair te zijn en met bescheidenheid, geduld, waardering, begrip en tolerantie om te gaan met de culturele en religieuze diversiteit die de mensheid rijk is’.
Het Cairo-overleg voert al enkele maanden overleg met diverse instanties over de invulling van de vierde mei. Het gaat dan onder meer over de vraag wat de inhoud van de herdenking moet zijn. Het Caïro-overleg is van mening dat het niet zozeer gaat om een algemeen herdenking, maar om een herdenking waarbij volop aandacht moet bestaan voor de slachtoffers van de Sjoah, omdat het daarin om een ontkenning van de menselijkheid gaat en daarin onderscheiden de joodse slachtoffers, de Sinti en de homoseksuele slachtoffers zich van andere slachtoffers.
Er wordt onderzocht of de deelnemers aan het Caïro-overleg tijdens de dodenherdenking samen bloemen kunnen neerleggen. Er wordt gedacht aan een gepaste invulling; geen kransen, die in een enkele traditie minder voor de hand liggend zijn, maar bloemen met een symbolische betekenis.