De koepelorganisaties van joden en christenen en moslims steunen elkaar, ook waar het gaat om de verontwaardiging die wordt ervaren over de brandstichting in de moskee in Enkhuizen. Het zogenaamde Caïro-overleg heeft daar onlangs een persbericht over doen uitgaan en afgelopen vrijdag kwam de groep bijeen om de verdere ontwikkelingen te bespreken.
Met afschuw heeft het Cairo-overleg kennisgenomen van de brandstichting in de moskee in Enkhuizen. Moslims en hun gebedshuizen zijn een onderdeel van de Nederlandse samenleving en hebben het recht op veiligheid in het publieke domein, net als alle inwoners van Nederland’, aldus het persbericht daarover.
Het bericht vervolgt met: ‘De reacties met betrekking tot deze brandstichting op diverse internetfora zijn zeer zorgelijk. Het Cairo-overleg streeft naar een samenleving die vrij is van discriminatie, racisme en uitsluiting. Publieke en politieke afschuw van ongelijkwaardige behandeling van moslims en vijandigheden tegen Islam, achten wij van groot belang voor de oplossing van deze problematiek’.
De korte verklaring is ondertekend door het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, Nederlands Verbond voor Progressief Jodendom, Contactorgaan Moslims en Overheid en de Raad van Kerken in Nederland.
De moslims kondigden in het laatste werkoverleg van de Caïro-groep aan te werken aan een meldpunt van agressie, net zoals eerder de joden in Nederland onder meer het CIDI hebben gevormd. De vertegenwoordigers van de drie religies noemden het zorgelijk dat religies onder druk staan in het vrije westen, waar men mensenrechten en vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft staan; het ontbreekt vooral aan ruimte voor de religies in het publieke domein. Hoewel het al langer bekend is dat moslims in Nederland wekelijks met agressie tegen gebedshuizen te maken hebben, en dat joden bij publieke activiteiten zelf extra bewaking moet inhuren, is het beleid nog maar recent aangepast en brengt men van moslimzijde de overtredingen ook steeds vaker in de publiciteit.
De drie religies spannen zich gezamenlijk in voor een samenleving waar vrijheid van godsdienst en de mogelijkheid om de godsdienst recht te doen in en vanuit moskee, synagoge en kerk vanzelfsprekend is.Door de ontwikkelingen in Nederland merken de vertegenwoordigers in het Caïro-overleg een groeiende betrokkenheid van elk der deelnemers; het besef is levendig aanwezig dat de religies elkaar nodig hebben om in een geseculariseerde omgeving duidelijk te maken hoe religie de samenleving wil dienen. Er leven allerlei vooroordelen, zo merkt men, doordat de seculiere media onvoldoende nuance en inhoud weten te geven aan de berichten die met religie te maken hebben, of zelfs religie toevoegen aan berichten die juist niets met godsdienst te maken hebben. Aan de andere kant, zo realiseert men zich, is het aan de religies zelf om de eigen transcendente levensovertuiging zo onder woorden te brengen, dat ook seculiere mensen er begrip voor kunnen opbrengen.
Het Caïro-overleg heeft onderling afgesproken nog voor de zomer met een interne studieconferentie te komen waarin de verhouding van de religies tot het publieke domein onder woorden wordt gebracht. Vertegenwoordigers in het Caïro-overleg stelden vast dat de groep ooit is ontstaan om mensen in het buitenland te informeren over de verhoudingen in Nederland, dat was ten tijde van het verschijnen van de film Fitna en de indruk die met de film zou kunnen worden gewekt dat de hele Nederlandse samenleving geen respect voor religieuze minderheden wist op te brengen. Inmiddels is de agenda van het Caïro-overleg in toenemende mate gevuld met thema’s die in Nederland zelf spelen, of het nu gaat om achtergrondinformatie te geven bij het ritueel slachten, of de inhoud van het herdenken van de shoa op 4 mei of om respect voor de integriteit van godsgebouwen; steeds weer staat de ruimte voor religie in Nederland zelf ter discussie en is het nodig om de politiek aan te spreken op goede verhoudingen en een juist inzicht.
Foto: brand in moskee in Enkhuizen