Tafelen met pastores

De oecumenische discussie en samenwerking wordt onnodig versmald doordat het accent vooral op het Nieuwe Testament als voornaamste bron van geloof legt. Theologisch een wat meer flexibele houding aannemen door meer oog te krijgen voor de wortels van de oecumene die al in het Oude Testament liggen. Omdat Oudtestamentische teksten meer gemeenschappelijk gedachtegoed bevatten,zal de basis tot onderlinge samenwerking verbreden en onderling begrip verdiepen bij mensen die de zaak van God dienen in het alledaagse bestaan. Dat vertelde ds. Klaas van der Kamp tijdens het periodieke lunchoverleg van de Hilversumse pastores op 20 maart.

 

Door niet alleen het Nieuwe maar vooral het Oude testament als bron van inspiratie te gebruiken. Daar gaat het voortdurend over eenheid en scheiding die als een golfbeweging door de teksten trekt. Abraham-Lot, Kaïn-Abel, Isaac-Ismaël, Esau-Jacob, Jozef- zijn broers. Maar ook de scheuring van de 12 stammen van Israël in 10 en 2 zoals dat in 1Koningen:11 is beschreven en zijn vervulling weer vindt in Ezechiël. 37: 15.

 

Het Oude Testament is in deze optiek niet meer een voorbereiding op het Nieuwe Testament. Ook heeft het niet afgedaan toen het Nieuwe Testament werd vastgesteld. Het heeft een eigenstandige waarde, ook na Christus’ menswording. En als bron van inspiratie valt er voor de oecumene nog veel te putten.

 

Een denktank als Faith and Order binnen de Wereldraad van kerken heeft deze gedachtegang in de jaren zeventig van de vorige eeuw opgepakt. Het oude Testament ‘is een integraal en onmisbaar deel van de ene autoritieve Schrift en dat zelfs na de komst van Christus’. Dat Christus de vervulling is van de boodschap van het Oude Testament is dan meer te zien als bevestiging.

 

Dit heeft natuurlijk consequenties voor het Godsbeeld en ook hoe je over de eenheid denkt. Het volk van God groeide naar eenheid in de woestijn. Dat plaatst meteen de kerk van Jezus Christus in een ander perspectief, nl. dat de basis ligt in het volk van God, Israël.

Het trekt als het ware de horizon open naar een dieper verstaan van Gods nabijheid in dat volk wat maar zijpaden blijft verkennen om dan toch weer op z’n schreden, berouwvol terug te keren en uit de ervaring van Zijn trouw hoop te halen.

 

Het heeft ook consequenties voor het begrip kerk. Naast de brieven aan de Efesiërs (Ef. 1) en Korinthe (1 Korinthiërs. 12)  komt dan Deuteronomium 12  in vizier. Naast het Magnificat (Luc 1:46-55) ook de lofzang van Hannah (1Samuël 2), de bergrede van Mattheus (Matt. 5) vindt zijn evenknie in de heiligheidsteksten in Leviticus (Lev. 19). Nadruk zal meer komen te liggen op hermenutiek en contekstualiteit en in de lofprijzing raken we aan de kern van het gemeenschappelijke geloof,  meer dan in het gebed.

 

In het gesprek kwamen diverse vragen en opmerkingen aan de orde. De vraag wat dit nu betekent voor de kerk zoals die gestalte moet krijgen op de werkvloer van de plaatselijke oecumene, zei Van der Kamp: de kerk moet dienend, zichtbaar en samenbindend zijn in een samenleving zoals de onze.  Op de vraag of de positieve insteek ten aanzien van het Oude Testament veel instemming krijgt internationaal reageerde de inleider terughoudend. Terminologieën als ‘gericht op de schepping’, ‘de lofprijzing centraal’ etc. vind je wel op diverse plaatsen, maar de directe aanbeveling van het Oude Testament is wereldwijd maar mondjesmaat verspreid.

 

De Hilversumse pastores gebruiken hun periodieke overleg voor onderlinge kennismaking en voor afstemming van zaken. Zo kwam ook het thema van de kerkennacht aan de orde. Hilversum zal net als meer dan dertig andere plaatsen daarin actief participeren. Ook het thema van de convenanten kwam kort ter sprake.

Foto’s: impressie van de Hilversumse bijeenkomst