Wies Stael-Merkx, gezicht van de Acht Mei Beweging, is overleden in de nacht van 13 op 14 december.. Zij behoorde tot de progressieve vleugel van de Rooms-Katholieke Kerk en was van 1985 tot 1992 voorzitter van de Acht Mei beweging. In 1988 ontving zij de Spaanprijs voor haar bijdrage aan het kerkelijk leven in Nederland. In 2006 verscheen haar autobiografie Geloof in leven. Het verhaal van een katholieke vrijbuiter.
Henk Baars, waarnemend voorzitter van Mariënburg en laatste voorzitter van de Acht Mei Beweging en columnist voor Oecumenisch Bulletin van de Raad van Kerken, heeft een in Memoriam geschreven op de website van de Mariënburg-vereniging. Hij schrijft:
In de nacht van 13 op 14 december is Wies Stael-Merkx, oud-voorzitter van de Acht Mei Beweging en lid van Mariënburg, heel rustig overleden. Ze ontving de ziekenzegen van Huub Oosterhuis wat haar en omstanders veel deed. Haar naam zal voor ons altijd verbonden blijven aan de 8 mei Beweging, wat we later schreven als Acht Mei Beweging.
Ik ontmoette Wies voor het eerst in 1985, vlak voor de eerste persconferentie van de toen nog piepjonge beweging PIP oftewel Platform Initiatieven Pausbezoek. We hadden iets van een bestuurtje omdat dat financieel noodzakelijk was, maar vooral een organisatiecommissie die de eerste manifestatie Het andere gezicht van de kerk opzette. Wies voerde het woord als een soort aanjaagster over wat ons motiveerde om dit te organiseren. Ze was nog geen voorzitter, we hadden toen nog geen echte structuur, maar ze kwam bovendrijven door haar rake en directe wijze van formuleren waarin veel hoop en optimisme verborgen lag. Ik dacht meteen; met haar moeten we verder! En zo gebeurde dat ook.
Ze groeide uit tot een icoon van veranderingsgezind katholiek Nederland. Het kon niet anders dat zij ook een van de eerste leden van Mariënburg was, kort voor het Pausbezoek aan Nederland opgericht, maar de voortvarendheid en de praktische doelgerichtheid van het nieuwe en bredere Acht Mei initiatief gaf dit laatste een voorsprong. Als coördinator van de manifestaties zat ik niet als stemgerechtigde in het bestuur maar ik maakte wel alle gemoedsbewegingen mee. Dat waren er veel. Ze waren kenmerkend voor een brede katholieke emancipatiebeweging. Altijd die spanning tussen bisschoppen en veranderingsgezinden. Onoplosbaar, zo bleek achteraf, maar wel enorm stimulerend om vanuit eigen kracht gewoon door te gaan. Want vanaf het begin koos de Acht Mei Beweging voor een Heel de wereld, Heel de Kerk-benadering. Het motto van
de eerste manifestatie op het Malieveld. Alle onderwerpen met maar enige maatschappelijke en persoonlijke relevantie kwamen aan de orde in de soms wel 80 programmaonderdelen op een manifestatie. Die benadering straalde Wies ook uit, hoewel ze door de pers dikwijls alleen werd benaderd over conflicten over bisschoppelijke inzichten.Wies was beslist niet voor een gat te vangen. Altijd intelligent, mensen voor zich innemend, maar kritisch, bewogen en oprecht. Precies dat oprechte maakte haar zo populair. Komend vanuit de praktijk van de geestelijke gezondheidszorg wist zij velen in het hart te raken. Het leek zo dichtbij toen: een menselijke kerk, een democratische kerk, een maatschappelijk relevante kerk. Het zal haar en vele anderen groot verdriet hebben gedaan dat het gouden potentieel van die Acht Mei mensen, door Edward Schillebeeckx ooit Malieveldmensen genoemd, niet werd opgepakt door de officiële r.k.-kerk. Die zette een onverteerbare en onbegrijpelijke restauratie in, die zijn einde in Nederland nog niet kent. Wies heeft het knarsetandend aangezien, maar had tegelijkertijd ook groot begrip voor de veranderende omstandigheden van de laatste jaren. “Je mag best met de Acht Mei Beweging stoppen hoor”, zei ze ooit tegen mij, toen ik als derde en laatste voorzitter aantrad. Ze had bliksemsgoed in de gaten wat er aan het veranderen was in kerkelijk en religieus Nederland.
Ze had altijd alles in de gaten. Tijdens het laatste congres op 27 oktober van Mariënburg liet ze een briefje voorlezen waarin ze aangaf dat ze om gezondheidsredenen verhinderd was, en dat ze nog nooit een Mariënburg-congres gemist had. We voorvoelden toen dat ze nooit meer zou komen. In haar boek Geloof in leven. Het verhaal van een katholieke vrijbuiter mijmert zij op de allerlaatste bladzijde over haar eigen dood aan de hand van een gedicht van Geert Bogaard.
Als het nu eens zo is
dat onder mijn graf
armen zijn
eeuwige armen
Als er nu eens
een God is
niet zozeer
boven ons
maar onder ons
Een God onder ons
dat moet het einde zijn
van alle vrees
Door de dood heen
mag je dan
naar Hem toevallen.
Wies, je zal nog lang herinnerd worden als een die werkelijk pontifex, bruggenbouwer,
bisschop was. Het andere gezicht van de kerk, zoals de kerk steeds weer andere gezichten
heeft.
Wies Stael-Merkx is geboren in 1926 en overleed op 14 december 2012. Haar naam wordt toegevoegd aan de getuigenkalender http://www.raadvankerken.nl/pagina/799/aanvulling_op_getuigenkalender&highlight=heiligenkalender)