Charta is route

In de huidige samenleving krijgt de kerk te maken met secularisatie. Steeds minder mensen bezoeken diensten, ledenaantallen lopen terug en daarmee moeten kerken hun deuren sluiten. Naar verwachting zal dat in de komende tien jaar zo’n 1200 keer gebeuren, dat zijn 120 kerken per jaar minder. Duidelijk is dat er iets moet veranderen. Maar wie moet veranderen? De kerk of de wereld, of misschien wel allebei?’ 

Door krimp worden kerken gedwongen dwarsverbanden te leggen en samen te werken. Een route voor samenwerking biedt de Charta Oecumenica. Dit document is inmiddels tien jaar oud, maar het kan nu ook richtlijnen bieden. De kernthema’s van de Charta doen er nog steeds toe. Daarom had de Provinciale Raad van Kerken in Zeeland een avond over dit verbindende document georganiseerd. De hoofdvraag was wat de Charta in de hedendaagse samenleving kan betekenen. Daarvoor waren drie inleiders uitgenodigd. Ds. Klaas van der Kamp vertelde wat de Charta is en liep de inhoud van de kernthema’s langs. Hij noemde de Charta Oecumenica een kompas, het geeft richting aan de samenwerking tussen kerken. Het biedt beleidsperspectieven. Het is niet voor niets dat het beleidsplan van de Raad van Kerken voor de jaren 2012-2016 haar basis vindt in dit oecumenische document.

De Charta is als het ware samen te vatten in vijf kernthema’s, namelijk missie, katholiciteit, engagement, interreligie en spiritualiteit. In deze tijd van secularisatie is de kerk zich bewust van haar missie en roept zij de wereld op te veranderen. Anderzijds is er tegenwoordig behoefte aan een nieuwe spiritualiteit, een spiritualiteit die de kerk onvoldoende lijkt te bieden. Dat zou vragen om een verandering van de kerken.

Het thema katholiciteit roept op tot eenheid van de kerken. De onderlinge band moet verstevigd worden en dat probeert de Raad te doen. Enerzijds zet men in op het verstevigen van de netwerken tussen kerken, anderzijds probeert men het gesprek te verdiepen. Een recent voorbeeld daarvan is de dooperkenning.

Engagement is bij uitstek een thema dat lokaal kan worden behandeld. Het gaat hier om de vraag hoe de kerk in de schepping bezig is, naar maatschappelijke vraagstukken kijkt, bijvoorbeeld rondom vluchtelingenwerk.

Bij interreligie wordt in eerste instantie vooral gedacht aan de contacten tussen de drie monotheïstische religies. Het contact met joden moet onderhouden worden, in het gesprek met moslims kan een ondergrond gegeven worden aan onderwerpen als mensenrechten.

De spiritualiteit is de draagbalk van de oecumene. Het draait hier om de vraag ‘wie is God voor mij?’. Dat vormt de basis voor het oecumenische gesprek.

Monseigneur Jan Liesen, bisschop van het bisdom Breda, benoemde de oecumene als een verlangen naar eenheid, waarvoor een bezinning op de eigen identiteit nodig is. Voor die bezinning is een herbronning nodig, dat bepaalt de plaats van de kerk in de wereld. Daarbij moet ik mezelf afvragen of ik bereid ben te bekeren, want daarmee begint het oecumenisch proces. Zonder een persoonlijke ommekeer kan ik niet beginnen aan een dialoog met de ander. Als ik mezelf afvraag ‘waar kan ik veranderen?’ en dat doe ik, dan verandert ook de kerk en de wereld, want daar ben ik onderdeel van.

Ds. Sophie Bloemert, regionaal adviseur van de classicale vergaderingen van de PKN in het zuiden, benoemde de Charta eveneens als een handvest voor groeiende samenwerking. Het legt ons een gemeenschappelijke verplichting op van dialoog en samenwerking, die kan blijven groeien. Ook zij benoemde herbronning als een belangrijk uitgangspunt. Dat komt eveneens terug in de visienota van de PKN, ‘De hartslag van het leven’. Het eerste punt daarin is de herbronning, het gaat om de verkondiging van het evangelie en daarvan getuigen. Een vierde punt in de nota is het kerk zijn met anderen en daarbij vooral het geloofsgesprek delen.

Sophie Bloemert kwam met een aantal voorbeelden van plaatsen waar oecumene nog net niet helemaal werkt. De secularisatie blijft trekken. Zij pleit er voor om niet meer te gaan doen op dit gebied, maar activiteiten net anders te gaan doen. Zo kunnen we elkaar de hand reiken, zonder dat we het nog drukker krijgen. In deze tijd is het belangrijk om ons naar elkaar toe te wenden en elkaar daadwerkelijk in de ogen kijken. Vanuit dat punt kan de Charta een leidraad zijn op de weg van samenwerking en dialoog.

Foto’s:

Ds. Sophie Bloemert, ds. Klaas van der Kamp en mrg. Jan Liesen
A
anwezigen met elkaar in gesprek