Er zijn veel misverstanden rondom de nieuwe Egyptische grondwet, die gebaseerd is op de sharia. Vaak worden ze veroorzaakt door de media. Zo schreef een journalist bijvoorbeeld dat in de nieuwe grondwet de huwbare leeftijd van vrouwen 9 jaar is. In de media heeft dit veel aandacht gekregen, terwijl dit beslist onjuist is. Om dit soort misverstanden op te ruimen, zijn we naar Nederland gekomen. Dit vertelde dr. Amr Darrag in een bijeenkomst met enkele mensen van de Koptische Kerk in Nederland en het Cairo-overleg. Dr. Amr Darrag is algemeen secretaris van de Grondwetgevende Vergadering die belast is met het maken van een nieuwe Egyptische grondwet. Ook is hij lid van de partij van de Moslim Broederschap.
Deze ontmoeting stond in het kader van een studiemiddag over de Egyptische grondwet en de relatie tot de sharia, georganiseerd door het Nederland Instituut voor Meer Partijen Democratie en de Arab West Foundation. In de Egyptische delegatie van tien mensen zaten vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen, zoals de partij van de Moslim Broederschap en de Salafistische partij, maar ook van de sociaaldemocratische partij en een aantal liberale partijen. Van Nederlandse zijde waren Magdy Ramzy en Ramiz Elias aanwezig van de Koptische Kerk in Nederland en vanuit het Cairo-overleg Hanneke Gelderblom-Lankhout van joodse zijde, Rasit Bal van islamitische en Jan Post Hospers van christelijke zijde.
De nieuwe grondwet en de sharia in Egypte is natuurlijk een spannend en erg gevoelig onderwerp. De door ons van te voren besproken vragen kwamen aan de orde: hoe staat het met de godsdienstvrijheid van minderheden zoals de Koptische kerk en de joden? En met de Bahai en de Humanisten? De huwelijkswetgeving en de echtscheiding? En met het erfrecht?
“Maar hoe zit het met het recht om van de ene godsdienst over te gaan naar de andere? President Morsi heeft voor de televisie gezegd, dat dit geen probleem is, zolang de bekeerde dit voor zichzelf houdt en dit niet publiek bekend maakt”, werd gevraagd. De reactie van de heer Kadry Abdelsalam van de Salafistische partij was: “Verandering van godsdienst is geen probleem. Ook niet om dit publiekelijk te zeggen, maar dat moet natuurlijk niet zover gaan dat het oude nest bevuild of zelfs beledigd wordt.”
Keer op keer werd geduldig uitgelegd: “Iedereen krijgt gelijke rechten, ook al is de grondwet gebaseerd op de sharia. Want de sharia geeft aan niet-moslims dezelfde rechten als aan de moslims. In de Grondwetgevende Vergadering zijn alle partijen vertegenwoordigd, om zo te zeggen van uiterst links tot uiterst rechts. Maar hierover zijn we het allemaal eens.”
De vraag blijft natuurlijk wie die rechten ook daadwerkelijk gaat beschermen. Want het hete hangijzer in het concept van de nieuwe grondwet is artikel 2, waar staat dat de sharia de hoofdbron is voor de wetgeving. Wat wordt daarmee precies bedoeld? En wie geeft de gezaghebbende uitleg?
De heer Nabil Zaki Loutfy van de partij die lijkt op de sociaal democratische partijen in het westen vertelt: “Belangrijk is in dit verband het Al – Azhar Document. Hierin worden op basis van de sharia lijnen uitgezet naar een moderne en rechtvaardige staat. De rechten van de mens, de vrijheid van meningsuiting worden en de rechten van de minderheden worden daarin gegarandeerd. Dit document is op 20 juni 2012 gepubliceerd door sheik Ahmad El Tayeib, Groot-imam van de Al – Azhar en dus het hoogste religieuze gezag in Egypte.“
Een hele andere opmerking kwam van dr. Tarek Shaalan van de Salafistische partij: “Het deed me pijn in het hart om de deplorabele situatie van de Egyptische bevolking te zien de afgelopen jaren. Na de revolutie zijn de mensen er in elk geval weer trots op om Egyptenaar te zijn. Maar er moet nog heel veel gebeuren. Ook op godsdienstig gebied. Zo worden moslims soms ook gediscrimineerd. Vrouwen met boerka’s mogen bij bepaalde restaurants niet naar binnen. En moskeeën zijn soms maar open tot vijf minuten na de officiële gebedstijden. Ook dat moet veranderen.”
Opnieuw kwamen er allerlei vragen: hoe ga je om met imams die deze ontwikkelingen niet zo snel mee kunnen maken en hun vrijdagmiddagpreken houden in afgelegen dorpen waar een meerderheid van de mensen niet eens kan lezen en schrijven? Wat doe je met de grote ongelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen in de Egyptische cultuur? Ook hier wordt goed over nagedacht en men heeft er plannen voor, al werd ook opgemerkt dat dit een andere taak was dan die van de Grondwetgevende Vergadering die de nieuwe grondwet voorbereidt.
Uitgelegd werd ook dat er een referendum komt als de Grondwetgevende Vergadering klaar is met zijn werk. Wanneer de uitslag positief is komen er nieuwe verkiezingen voor het parlement dat thans buiten werking is gesteld.
Voor dit gesprek was een uur beschikbaar en dat vloog om. Op veel punten wil men van beide zijden eigenlijk graag verder doorpraten. Bij de nabespreking van de Nederlandse deelnemers aan dit gesprek was de conclusie: de manier waarop ze bezig zijn verdient respect, maar ze staan voor enorme uitdagingen. Laten we hopen dat ze het waar kunnen maken.
Op 14 april 2011 is door het CMO, de Raad van Kerken en de Koptische Kerken in Nederland de verklaring ‘Zorg en hoop’ aangeboden aan de Ambassadeur van Egypte in Nederland naar aanleiding van het begin van de Egyptische revolutie op 25 januari 2011. Het optimisme van het Tahrirplein dreigde toen weg te ebben door bedreiging en geweld, met name gericht tegen de Kopten. Deze ontmoeting met de Egyptische delegatie staat in het verlengde daarvan. Wij zijn blij, dat de gelegenheid geboden werd om met deze delegatie van gedachten te wisselen.
Jan Post Hospers,
lid Beraadsgroep Interreligieuze Ontmoeting van de Raad van Kerken en lid van het Cairo-overleg
Foto:
Dr. Amr Darrag