Het beleid van de Nederlandse Raad van Kerken om over het Midden-Oosten zoveel mogelijk gezamenlijke verklaringen te doen uitgaan met de moslims in Nederland is verstandig. Als je alleen als christenen spreekt kan dat averechts worden uitgelegd. In feite doen de christenen in landen als Syrië en Egypte er verstandig aan ook zoveel mogelijk met en voor hun buren spreken en werken en samenwerken. En vele christenen doen dat ook.
Dr. Tarek Mitri van het Grieks-Orthodoxe Patriarchaat van Antiochië en het hele oosten sprak tijdens een hearing in het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken. Hij kiest een gematigde, bemiddelende lijn. In antwoord op vragen van de algemeen secretaris van de Nederlandse Raad van Kerken adviseerde hij kerken in het westen om met prudentie te reageren.
Enkele kerkleiders uit het Midden-Oosten gaven voorafgaand aan de discussie in de wandelgangen aan dat ze liever een meer uitgesproken christelijke lijn hadden gehad die als basis voor gesprek diende. Mitri gaf aan dat christenen in het verleden hun steun aan gematigde dictators gaven in ruil voor een betrekkelijke vrijheid om hun geloof te belijden. Aan die situatie komt een einde. Het Arabisch zelfbewustzijn is gegroeid. De grootste moslimorganisatie, de Arabische Broederschap, worstelt met het vinden van een lijn tussen een islamitische staat en een meer democratische lijn. Daarin zijn ze gematigder dan de Selafisten. Ze zetten zich af tegen een al te seculiere staat. Als christelijke minderheid moet je oppassen dat je de revolutionaire krachten niet groter en fundamentalister maakt dan ze zijn, aldus Mitri.
Kerkleiders vanuit het Midden-Oosten reageerden kritisch. Of het dan normaal was, wilde een Armeense kerkleider weten, dat er sinds de zogenaamde lenterevolutie al meer dan 150.000 Kopten uit Egypte waren gevlucht. Ook onder Mubarak zijn er christenen weggetrokken, aldus Mitri, en er is geen andere weg dan samen zoeken naar een weg van gerechtigheid en menselijke waardigheid samen met andere groepen in het land. Metropoliet Mattu Roham uit Syrië noemde de tekst van Mitri onvolledig en stelde dat ‘de islam’ niet alleen tegenover christenen staat, maar ook tegenover ‘de soefi’s’ die de meerderheid vormen in Syrië. Hij stelde verder dat christenen in het verleden alle verworvenheden hebben gedeeld met andere groepen van de samenleving. Mitri noemde het significant dat een meerderheid van christenen voorzichtig is opgeschoven naar de kant van de oppositie en dat je uiteindelijk toch samen een weg moet zoeken naar meer democratie, respect en onderlinge samenhang.
Foto: dr. Tarek Mitri naast dr. Olav Tveit, secretaris-generaal van de Wereldraad van kerken
Intern overleg van afgevaardigden uit het Midden-Oosten, links metropoliet Mattu Roham uit Syrië naast een afgevaardigde uit Jordanië