Als je het woord ‘football’ gebruikt, denken mensen aan een bal die je met de handen moet gooien en anderen aan een bal die je juist met de voeten moet bewerken. De connotatie van het woord ‘football’ wisselt. Zo is het ook met het woord ‘kerk’. Christenen denken aan heel verschillende begrippen als ze het woord horen’.
Met deze praktische vergelijking maakte prof. dr. Sarah Lancaster uit de Verenigde Staten als lid van de groep Faith and Order van de Wereldraad duidelijk waarom het belangrijk is dat het rapport ‘The Church’ zijn eindstadium nadert, de ondertitel van het rapport is ‘Towards a Common Vision’. Het rapport brengt in beeld wat verschillende christenen onder het woord ‘kerk’ verstaan, het geeft eerlijk de overeenkomsten en de verschillen weer, en daarmee is het een prima middel om het gesprek voort te zetten. Tegelijk helpt het rapport die kerken die zichzelf in de spiegel willen bekijken. Lancaster vertelde dat haar eigen kerk, de United Methodist Church in de VS, bezig is om het eigen kerkzijn te evalueren. Bij zo’n evaluatie zal vanaf heden het rapport ‘The Church’ niet meer mogen ontbreken. Het is een bron voor alle kerken die over zichzelf willen nadenken. ‘Geen wetenschapper (‘scholar’) kan dit rapport nog negeren als hij of zij zich op de ecclesiologie richt’, aldus Lancaster.
Prof. dr. Viorel Ionata uit Roemenië, eveneens lid van Faith and Order, onderstreepte dit belang. Hij legde uit dat het rapport weliswaar geen consensus aanreikt over wat een kerk is, maar het geeft wel de congruentie en daarmee inzicht in de manieren waarop de kerken zichzelf duiden. Daarmee is het rapport tegelijk een momentum in de oecumenische traditie. ‘We zijn van een parallelle ecclesiologie verschoven naar een meer oecumenische ecclesiologie’, legde Viorel uit. Je hoeft niet meer hetzelfde te denken en het rapport heeft ook niet de ambitie tot een soort geforceerde eenheid te komen. Er is meer ruimte mogelijk tussen de kerken zelf.
De aanzet voor het rapport is gegeven in 1989 en door de loop van de jaren zijn er steeds nieuwere versies ontstaan. Ook de Nederlandse Raad van Kerken heeft verschillende keren een bijdrage geleverd aan de discussie. De voorloper van het huidige rapport ‘The Nature and the Mission of the Church’ kreeg nog behoorlijk wat kritiek in Nederland; misschien kwam die kritiek ook wel voort uit het feit dat de verwachting van de kerken in Nederland nog lagen op een meer uniform model van ecclesiologie en dat wil het rapport niet opleggen. Van kritiek was nu weinig meer te merken in de breedte van de vergadering. Er was vooral waardering. Het is de bedoeling om de voorliggende versie nog een keer aan de kerken voor te leggen en dan de tekst te bediscussiëren en (voorlopig) af te ronden tijdens de assemblee in Busan (Zuid-Korea, november 2013). Het is een voorlopige afronding, want het rapport is nadrukkelijk als spiegel voor de kerken bedoeld en het is aannemelijk dat de kerken mede door het rapport zullen toegroeien naar meer afstemming.
Sarah Lancaster ging in op de vraag waarin het huidige rapport verschilt van voorliggende versies. De tekst is toegankelijker en laagdrempeliger gemaakt voor gemiddelde lezers. Het laat zien hoe ver de dialogen over de kerk tussen de verschillende kerktradities zijn gevorderd. En in de jongste versie is met name de missie van de kerk nadrukkelijker in de identiteit gevlochten. ‘De kerk draagt de boodschap van God uit. Dat is de essentie van de kerk en behoort dus bij de identiteit van de kerk. De eenheid is nodig om de missie te kunnen uitdragen’. De autoriteit van de kerk is meer dan in het verleden gelegd in het gezag dat van God zelf komt; het gaat om de missio Dei.
‘De Kerk is één omdat God één is’, zegt het rapport. ‘De Kerk is heilig omdat God heilig is’. ‘De Kerk is katholiek vanwege de overvloedige goedheid van God ‘die wil dat ieder gered wordt en tot kennis van de waarheid komt’ (1 Tim. 2: 4). (…) De essentiële katholiciteit van de Kerk wordt ondermijnd als culturele en andere verschillen zich mogen ontwikkelen tot gescheidenheid. (…). De Kerk is apostolisch omdat de Vader de Zoon gezonden heeft om de Kerk te grondvesten’.
Hoewel het rapport vooralsnog zijn finale beleeft in Busan, blijft Faith and Order de reacties op het rapport volgen. Als het aan Viorel ligt komt er een vervolgopdracht, bijvoorbeeld over de relatie van kerk en staat. Kerken reageren verschillend afhankelijk van de vraag of ze een meerderheid zijn in een land, een minderheid en afhankelijk van de vraag hoe de verhoudingen zijn met de overheid. Faith and Order ervaart dat in de discussies, maar heeft het thema als zodanig nog niet gesystematiseerd.
De kerken met een laagkerkelijke visie, zoals de Quakers en het Leger des Heils, reageerden in de vergadering op het rapport. Janet Scott van de Quakers (het Genootschap van de Vrienden) vroeg de eschatologie scherper bij de discussie te betrekken.’Het slot van Openbaring maakt duidelijk dat het nieuwe Jeruzalem een stad is zonder heiligdom. Zouden we vanuit die gedachte het interim-karakter van de kerk niet meer onder woorden kunnen brengen?’, vroeg ze. Een kolonel van het Leger des Heils zei dat zijn kerk het hele leven als sacramenteel ziet; daarvoor is niet een specifiek kerkbegrip nodig.
Arno uit Noorwegen vertelde dat het rapport de Noorse kerk helpt, nu men bezig is het model van de staatskerk los te laten en bezig is de lutherse kerk een minder gepriviligeerde positie aan te reiken. Hirzel uit Zwitserland sprak waardering uit voor de notie van de missio Dei, die de kerk verbindt met de zending en met de autoriteit van God. Joris Vercammen van de Oud-Katholieke Kerk in Nederland vroeg de Wereldraad om het vervolg van de gesprekken te blijven organiseren en coördineren.
In het Oecumenisch Bulletin dat binnenkort verschijnt analyseert prof. dr. Leo Koffeman de betekenis van het nieuwe rapport. Ook hij ziet het als een mijlpaal in de oecumenische traditie.
Foto’s:
De kerk is op Kreta op verschillende plaatsen in het openbare leven aanwezig, zoals je in het zuiden van Nederland de crucifixen op de kruispunten tegenkomt; hier een mini-kerk bij een splitsing van wegen op het westen van het Griekse eiland.
Sarah Lancaster.