Er blijven zelfs toeristen bij de ingang in het park zitten wachten. Als een soort celebrity-spotters noteren ze alle bekende Nederlanders die ze uit een glimmende Mercedes of Audi zien stoppen. ‘Leuk niet, vooral VVD’ers en CDA’ers zijn het’, evalueert iemand. ‘Hoe heet die lange ook al weer?’ ‘Remkes’, zegt de ander. ‘Die heeft ook op Binnenlandse Zaken gezeten’.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden houdt dinsdag 21 augustus zijn relatiebijeenkomst in paleis Het Loo in Apeldoorn, een bijzondere locatie, want meestal plegen dergelijke ontmoetingen in Den Haag plaats te vinden. Het is een soort nieuwjaarsborrel, maar dan in de zomer; net na de vakantie is er een hoog ‘hé, ook terug?’-gehalte.
Onder dat motto dat je je ook op een informele bijeenkomst moet voorbereiden hebben we met leden van de werkgroep Vluchtelingen te voren vragen opgesteld die we aan minister Leers moeten meegeven net voordat zijn afscheid zich doorzet. Of er nog iets voor kinderrechten gedaan kan worden. En iets voor kansloze asielzoekers, ééneffers uit Afghanistan en bekeerde Iraniërs en Somaliërs. En of de omstandigheden bij opvangcentra menselijker kunnen worden.
Het is een overdreven inschatting. De ministers Spies en Leers komen op het podium en worden kort geïnterviewd door het hoofd communicatie van het ministerie. Wat ze aan beleidsambities hebben. Leers houdt het realistisch: ‘Ons past bescheidenheid op dit moment’, zegt hij nuchter. En: ‘Ik hoop wel dat we in de toekomst minder vanuit de onderbuik reageren, en meer vanuit het hart en ook het verstand’. Het gesprek blijft kort. Zo is er alle tijd voor ‘walking dinner’ en dus socialisen.
Een hoogtepunt voor de oud bewindslieden. Niet alleen Remkes is er. Wiegel loopt rond. En Lubbers. Gemeentelijke bewindslieden zijn er. De burgemeester van Enschede en de wethouder van Rotterdam. Het hoofd van de DTV en zijn toezichtscollege. Ambtenaren. Veel ambtenaren. Vertegenwoordigers van politieke partijen: ‘Een bijzondere dag vandaag in de Telegraaf. Twee kritische stukken over de PVV. En dat op de voorpagina; Joodse sponsors die woedend zijn’.
De wetenschap is er. Een hoogleraar die de kerk aanspreekt. ‘Bij ons werkt eigenlijk niemand die nog iets met het geloof heeft. Ze kunnen niets met het geloof’. ‘Maar spiritualiteit en intuïtie zijn toch heel belangrijk, ook voor besluiten in de wetenschap en in bedrijven’. ‘Dat zeker, maar de kerk heeft het imago tegen. Mijn collegae zijn wel spiritueel, maar dat is niet per se christelijk’. En het schuift weer door in de wandelgangen.
Het zijn vooral fragmenten die je opvangt. Het is meer zien en gezien worden. Kort even geen vreemdeling meer zijn, maar gekend worden door de ander. En proberen een indruk na te laten. ‘Niet vergeten dat ik graag in opdracht onderzoek doe. Zestig procent van mijn werk wordt door sponsoren betaald’, roept de wetenschapper nog. Wie weet kan de kerk klant worden. Hij heeft ondertussen beet bij iemand van de politie. Die heeft onderzoek nodig naar het kwijnende gezag in Nederland.
Verder schuift het weer, een ambtenaar van de Dienst Terugkering. De voorbereide punten worden ingebracht, maar sluiten niet echt aan. Want het gaat al gauw over de vakantie bij het Garda-meer. En als het dan toch over de politiek gaat klinkt het bezonken:‘’t Zal voor ons afwachten worden wie het torentje gaat bezetten. Dat maakt voor de vreemdelingendienst een groot verschil. Niet in de manier waarop we ons werk uitoefenen. Maar wel in het imago dat we hebben in de samenleving. En als een kabinet lang genoeg zit, maakt het ook verschil in de uitkomst uiteindelijk’.