Hoofddoek

Ds. Corry Nicolay is predikant kleurrijke communicatie in Friesland. Als zodanig is ze al lange tijd betrokken bij het oecumenische werk. Ze stuurde het bureau van de Raad van Kerken een column over het dragen van een hoofddoek. Het was beschreven op een manier zoals je het doorgaans niet tegenkomt. Op de vraag hoe ze tot de tekst gekomen is, zegt ze: ‘Ik was helemaal verrast over Sara haar besluit om een hoofddoek te gaan dragen en had dit niet verwacht van deze moderne jonge vrouw. Tijdens het gesprek tussen Sara, haar vader en mij, herkende ik de liefdevolle manier van redeneren die ik zo vaak in Turkse en Marokkaanse islamitische gezinnen meemaak en waar we zo weinig over lezen. Deze kant van de hoofddoekdiscussie, namelijk de vrouw die er vanuit haar geloofsbeleving zelf voor kiest en samen met haar familie de consequenties ervan overdenkt, licht haast nooit op. Dit doet volgens mij recht aan veel mensen die hier als moslim in Nederland leven. Daarom heb ik een weergave van de sfeer en het gesprek geschreven. Ik vraag mij af wat mensen denken bij het lezen hiervan’. Toen het moderamen van de Raad recent over dit soort zaken sprak, stelde men vast dat de toon van het contact met moslims vooral een toon mag zijn van onderling respect en vertrouwen, waarbij men de eigen religieuze traditie trouw blijft. Hieronder de tekst van ds. Corry Nicolay, waarin ze haar benaderingswijze laat zien:

Sara wil een hoofddoek

Ze weet dat haar naam uit de Koran komt. Voor hun jongste dochter hebben haar ouders een naam vol belofte gekozen, want Sara betekent lachen en wijzer worden. Zo hopen ze dat hun dochter een blije vrouw mag worden die open staat voor levenswijsheid.

En die blijdschap en levenswijsheid heeft Sara wel nodig. Want toen ze 5 jaar oud was zijn haar ouders gevlucht. In meerdere AZC’s heeft Sara haar kinderjaren in onzekerheid doorgebracht, daar is zij van kind, tiener geworden. Pas na een slepende procedure van 11 jaar hoop, onzekerheid en angst hebben Sara en haar ouders een verblijfsvergunning gekregen om in Nederland te wonen. 

Als kind kreeg Sara veel last van nachtmerries. In de AZC’s hoorde ze ’snachtsregelmatig mensen wanhopig huilen en gillen omdat ze van hun bed werden gelicht en in een politiebusje naar een uitzettingskamp moesten gaan. Op school merkte ze de volgende ochtend dat een meisje of jongen hierdoor ineens was verdwenen. Ook maakte ze mee dat mensen in wanhoop zelf een einde aan hun leven maakten. Dan bekroop haar de angst dat zij dit ook mee gaat maken. De gevolgen tekenden zich in haar slaap af  door nachtmerries en slapeloosheid. Het jarenlang hopen en de taaie jarenlange angst voor uitzetting kregen steeds meer vat op haar. Toen na 11 jaar eindelijk de verlossende uitspraak van de IND kwam was Sara haar jeugd voorbij. Gelukkig komen de nachtmerries minder vaak voor.

Sara wil die erge jaren vergeten en achter zich laten. Gelukkig heeft ze haar geloof waar ze blij mee is. Samen praten we erover hoe je angst en wanhoop bij God/Allah kunt brengen en dat je dan een wonderlijk rustig gevoel in je hart mag ontvangen. We bidden ook samen.

Ik vind Sara een dappere en intelligente jonge meid die gelukkig positief in het leven staat. En nu is ze 18 jaar geworden. ‘Nu wil ik een hoofddoek dragen’, zegt Sara. ‘Ik wil er voor uit komen dat ik een vrolijke moslima ben en door de hoofddoek moet ik lekker vaak aan Allah denken. En dat maakt me gelukkig’. Haar moeder vind dat Sara dat helemaal zelf moet weten en voor haar vader hoeft Sara geen hoofddoek te dragen. Ze moest maar wachten tot ze 18 jaar is, dat is volgens vader een volwassen leeftijd. Wanneer zijn dochter het dan nog graag wil zal hij haar steunen in de lastige reacties die ze vast zal krijgen. 

Nu draagt ze als 18 jarige jonge vrouw een hoofddoek. Zo’n mooie moderne met gekleurde laagjes over elkaar heen. ‘Veel mensen denken dat je vader of je broer je dwingt om de hoofddoek te dragen’, zeg ik tegen Sara. ‘Ja, dat merk ik nu al’, zegt een lachende Sara, ‘maar als ze willen luisteren leg ik wel uit dat het echt mijn eigen keuze is en dat ik het heerlijk vind de hoofddoek te dragen.’ ‘En als ze niet echt willen luisteren en niet geloven dat het niet je eigen keuze is?’ Sara haalt haar schouders op en zegt: ‘Dan kan ik dat niet veranderen en moeten ze maar verkeerd over mij denken. Het ergste vind ik dat ze dan ook verkeerd denken over mijn vader en broer’. En met een zucht kijkt ze naar haar vader. Met een lieve glimlach zegt hij: ‘Ik heb je steun beloofd in je besluit en daar hoort dan ook bij dat vooral Nederlanders verkeerd over mij zullen denken. Maar Sara, jij bent belangrijker voor mij.’

Ik glimlach. Sara ziet mijn lachende ogen en kijkt me vragend aan. ‘Ik moet aan je naam denken, Sara. Je lacht lieve Sara en wordt inderdaad steeds wijzer in het zoeken naar wie je ten diepste bent als gelovige jonge vrouw, net als de sara in de Bijbel en Koran.’ Sara duikt in mijn armen voor een knuffel. ‘Ik draag alleen die mooie hoofddoek. Mijn kleren blijven modern en lekker strak. Want ik ben een moderne moslim die een hoofddoek draagt.’ En ik bedenk dat veel andere jonge moslima’s inderdaad hetzelfde doen.

Wanneer ik weer opstap wenst Sara me met de hand op haar hart: Salam Alleikum, de Vrede van God.

Ds. Corry Nicolay is PKN predikant kleurrijke communicatie
Zie haar site: www.kleurrijkgeloven.nl  

Foto: Corry Nicolay (links) op een foto bij een interreligieuze ontmoeting